Hallo !
Maandag 20 februari 2006 start ik hier een Turbo/Speeder portefeuille van € 5.000,–
Het is uiteraard de bedoeling een mooi resultaat neer te zetten, echter “don’t shoot the messenger” als het ‘(n paar keer) fout afloopt !
Ik begin maandag in ieder geval met het opnemen van 500 stuks Commerzbank BEST (*) Speeder Long CBK EUR/USD StopLoss 1,1846 met fondscode 36502. De slotkoers was op vrijdag 17 februari € 0,70, Ik denk dat de euro/dollar intussen toch wel aan een (fors) herstel kan beginnen. De economie in de VS lijkt mij niet robuust genoeg om nog veel renteverhogingen te kunnen dragen.
( *) BEST staat voor barrier equal strike: het financieringsniveau is gelijk aan het stoplossniveau. Hierdoor kan de belegger langer de speeder aanhouden, maar vervalt deze wel altijd zonder restwaarde.
Verder koop ik 200 stuks Brent Crude Oil Future Turbo Long met fondscode 17212, de stoploss ligt op $ 56,33 . De slotkoers was op vrijdag 17 februari € 7,31a. De olieprijs kan ook weer gaan herstellen van de forse daling afgelopen week.
Ik zal op deze pagina de resultaten van de portefeuille regelmatig updaten.
Wil Gommans
Voor diegenen die nog niet weten hoe Turbo’s en/of Speeders werken laat ik hieronder een artikel uit “Beleggers Belangen van 27 januari 2006 zien:
Een speedboot in volle vaart of de huis- inventaris die wordt weggeblazen alsof een orkaan langstrekt. Niet alleen in de naamgeving, ook met de beelden in de brochures willen de aanbieders van turbo’s en de net geïntroduceerde speeders aangeven wat de bedoeling van hun producten is: het versnellen van rendement. Sinds ABN Amro anderhalf jaar geleden de turbo in Nederland introduceerde, is het product aan een opmerkelijke opmars begonnen.
Turbo’s zijn certificaten waarmee beleggers met een kleine inleg in hoge mate kunnen profiteren van een stijging of daling van een onderliggende waarde, zoals aandelen, een index of grondstoffen. Doordat de uitgever van turbo’s, ABN Amro, het grootste deel van de belegging meefinanciert, ontstaat er een hefboomwerking waarmee beleggers versneld profiteren van een beweging in de onderliggende waarde. Zo kunnen beleggers met bijvoorbeeld een turbo KPN zeven keer zo snel profiteren van een stijging van het aandeel als met de aandelen zelf. Ook met turbo’s op bijvoorbeeld de AEX kan het hard gaan. Er zijn turboseries waarbij iedere procent die de AEX stijgt, de turbo 18% stijgt.
Turbo’s lijken hiermee op opties, futures of warrants, maar hebben een onbeperkte looptijd en een gelimiteerd maximaal verlies waarbij in bijna alle gevallen nog iets van de inleg overblijft (zie kader Hoe werken turbo’s), twee belangrijke voordelen ten opzichte van andere derivaten.
SNELLE OPKOMST
Het lijken vooral deze karakteristieken waardoor de turbo de markt verovert. De gemiddelde dagomzet groeide vorig jaar van € 1,4 mln in januari naar € 10,5 mln in december (zie grafiek). Deze maand werd tot nu toe een omzet van € 16,7 mln per dag gemeten. Turbo’s wonnen vorig jaar de Gouden Tak voor het beste nieuwe beleggingsproduct. Op internet spruiten de ‘turbocorners’ en ‘turboportefeuilles’ als paddenstoelen uit de grond en op internetfora wordt druk gediscussieerd over turbostrategieën. Softwarepakketten voor beleggers, zoals Sinus 3.5, hebben inmiddels turbomodules ingebouwd. De turbo heeft zich, kortom, in korte tijd een plaats verworven op de markt voor derivaten.
DUITSLAND
Dit succes is niet ongemerkt aan andere banken voorbijgegaan. Vorige week introduceerde de Commerzbank ‘speeders’, die op de keper beschouwd hetzelfde werken als turbo’s. Deze introductie kan als de ultieme bevestiging van het succes van de turbo in Nederland worden beschouwd.
In Duitsland zijn turbo’s al langer een succes. Dat land is de bakermat van de turbo, waar het instrument sinds de introductie is uitgegroeid tot hét alternatief voor warrants en opties. In 2002 introduceerde ABN Amro de ‘Turbo-Zertificaten’ als eerste, waarmee de bank is uitgegroeid tot een top-drie-speler in de Duitse derivatenmarkt.
Inmiddels bieden ook veel andere banken turbo-certificaten aan, waarmee de turbo zich heeft gevestigd als soortnaam. In Nederland wordt hierover nog getwist (zie kader Turbo’s als soortnaam).
VOORDELEN
Ook al hebben turbo’s veel voordelen, de snelle opkomst is opmerkelijk. De markt voor beleggen met een hefboom leek met opties, futures en warrants voldoende te worden bediend. Bovendien wordt er met turbo’s belegd met geleend geld, dat na de Legio Lease-affaire een nare bijsmaak heeft in Nederland.
Dat laatste heeft ABN Amro echter eenvoudig ondervangen: turbo’s hebben een automatische stoploss, waardoor beleggers nooit meer dan hun inleg kunnen verliezen. Een turbo wordt automatisch beëindigd zodra een bepaald koersniveau wordt gehaald. Dankzij deze stoploss blijft er in bijna alle gevallen een restbedrag over, dat aan de belegger wordt uitgekeerd.
Maar deze relatieve veiligheid is niet de enige verklaring waarom beleggers de turbo zo snel in de armen hebben gesloten. Ook de transparantie van het product speelt een grote rol. Volgens Jean-Paul van Oudheusden, hoofd ABN Amro Markets Nederland, is het succes van de turbo een combinatie van de verplichte stoploss en de doorzichtige werking van het product. ‘Mensen hebben veel producten op de markt zien komen die ze als complex ervaren. Ze vinden de turbo een verademing, omdat volgens een vaste formule exact te zien is welke winst je kunt halen. En als het onverhoopt misgaat, is het met de stoploss ook duidelijk wat je maximale verlies wordt’.
TRANSPARANTIE
Bij veel ‘structured products’, en de turbo valt in deze categorie, is het rendementsprofiel inderdaad minder doorzichtig dan bij de turbo. De rubriek ‘10 van Tak’ op beleggerssite iex.nl ontleent aan deze ondoorzichtigheid zijn bestaansrecht. Marcel Tak beoordeelt hierin gestructureerde producten met name op rendementsperspectief en transparantie. Juist op deze punten scoort de turbo goed. Het product kreeg met een 9 het hoogste cijfer tot nu toe.
Tak beschouwt de turbo als een goede kruising tussen opties en futures. ‘Turbo’s hebben boven futures het voordeel dat ze één op één met de koers van de onderliggende waarde oplopen, maar wel een beperkt verlies kennen, vanwege de stoploss. Bij opties betaal je een premie voor volatiliteit, bij turbo’s niet, omdat ze een onbepaalde looptijd hebben’.
Toch is dit volgens Tak niet alleen een voordeel. ‘Het maakt turbo’s vooral geschikt voor de belegger die een sterke visie heeft welke richting de markt opgaat. Als het tijdelijk de andere kant op gaat, bestaat de kans dat de turbo zijn stoploss raakt. Bij opties kan je dan de rit gewoon uitzitten.’
NIEUWE MARKTEN
Turbo’s lijken vooral bij particulieren snel aan populariteit te winnen. Van Oudheusden verklaart dit ook uit het feit dat turbo’s toegang bieden tot markten die anders onbereikbaar zijn. ‘Beleggers kunnen met turbo’s inspelen op thema’s als de stijgende olieprijs.
Een ander leuk voorbeeld is de turbo op de Homebuildingindex in de Verenigde Staten, waarmee beleggers zich kunnen indekken tegen een mogelijke neergang van de Amerikaanse huizenmarkt. Zonder turbo’s zijn deze markten voor particulieren niet toegankelijk.’
Turbo’s zijn bij uitstek geschikt om kort in te spelen op bepaalde trends. Ook vermogensbeheerders zien een dergelijke behoefte. Rick Duijvestein, beleggingsadviseur bij Theodoor Gillissen: ‘Klanten willen graag beleggen in een actueel thema zoals Japan. Beleggers kunnen een beleggingsfonds kopen dat zo goed mogelijk de Nikkei-index weerspiegelt. Maar door een veel kleiner bedrag te steken in turbo’s op de Nikkei, kunnen ze hetzelfde effect bereiken.’
CONCURRENTIE
De inmiddels volwassen markt voor turbo’s in Duitsland en de explosieve groei van de turbo in Nederland doet de vraag rijzen in hoeverre turbo’s een bedreiging voor de traditionele optiehandel wordt. De omzet in turbo’s bedraagt nog geen half procent van de totale omzet op de optiemarkt in Amsterdam. Woordvoerder Anja de Kiewit van Euronext schat dat particulieren ongeveer een derde deel van de optiemarkt bepalen. Omdat turbo’s vooral bij particuliere beleggers populair lijken, zouden ze ruwweg 1,5% van de omzet op de optiemarkt voor particulieren uitmaken. Het lijken kleine getallen, maar voor een net ontsproten markt als die voor turbo’s is het toch een behoorlijke prestatie.
Duijvestein ziet zoveel voordelen in turbo’s boven opties, dat hij zich kan voorstellen dat turbo’s uitgroeien tot een geduchte concurrent voor opties. ‘De voordelen zijn evident: het ontbreken van tijd- en verwachtingswaarde, de onbepaalde looptijd, de markten waar ze toegang toe geven, het feit dat dividend in een turbo wordt verrekend. Particuliere beleggers missen met opties vaak het dividend.’
Turbo’s zijn volgens Duijvestein vooral interessant bij volatiele aandelen. Bij minder volatiele aandelen loopt het financieringsniveau van de turbo ongeveer in dezelfde mate op als dat de tijd- en verwachtingswaarde bij een optie gedurende de looptijd eruit loopt.
Hoewel de volatiliteit historisch laag is, valt deze vuistregel al snel uit in het voordeel van turbo’s, die met de historisch lage rente relatief goedkoop gefinancierd worden. ‘Zolang de markt goed onderhouden wordt en de bied- en laatprijzen scherp zijn, kunnen turbo’s de concurrentie met de optiemarkt aan’, aldus Duijvestein.
Bij Euronext maken ze zich hier weinig zorgen om. ‘Wij verwelkomen turbo’s zoals we alle andere producten verwelkomen. Voor de belegger is de keuzemogelijkheid vergroot, en daar hebben wij als beurs ook belang bij’, stelt De Kiewit.
Toch valt de populariteit van de turbo niet helemaal los te zien van de kritiek die er soms op de optiebeurs geuit wordt. Het aanbod aan optieseries zou soms te beperkt zijn en beleggers hebben weinig mogelijkheden om in andere markten te beleggen. Euronext blijkt niet immuun voor deze kritiek. Zo is het verschil in uitoefenprijzen van optieseries op de AEX-index bijvoorbeeld verkleind naar € 2,50.
HANDEL
Concurrentie met de optiemarkt of niet, Euronext ziet met de turbo’s ook veel handel in de onderliggende waarden naar de beurs komen. Als beleggers bijvoorbeeld massaal long gaan in Royal Dutch Shell, moet ABN Amro deze aandelen kopen. Zo leverde in december 2005 een gemiddelde dagomzet in turbo’s van € 10,5 mln een handel in de onderliggende waarde op van € 116 mln. Op jaarbasis bedraagt deze omzet zo’n € 30 mrd. Het zijn cijfers van een markt die pas aan het begin van een sterke groei lijkt te staan. Van Oudheusden houdt zich echter op de vlakte over deze groei. ‘Ik vind het vooral belangrijk dat onze klanten met turbo’s geld verdienen. Het moet helder zijn dat turbo’s niet geschikt zijn voor ieder type belegger.’
Kaders bij artikel:
HOE WERKEN TURBO’S EN SPEEDERS?
Turbo’s zijn in essentie vrij eenvoudig. Een belegger in een turbo long koopt deels met eigen geld, deels met geleend geld een aandeel of een andere onderliggende waarde, zoals een index. Over het geleende geld betaalt de belegger rente, die via de turbo wordt verrekend. Met het geld dat de belegger betaalt voor de turbo en het geleende bedrag koopt ABN Amro de aandelen en houdt ze in portefeuille. Bij een index of bij bijvoorbeeld goud wordt met andere instrumenten gewerkt, zoals futures. Bij een turbo short verkoopt ABN Amro namens de belegger de aandelen. Speeders werken hetzelfde, waarbij Commerzbank de financiering verzorgt. Zodra het aandeel stijgt, komt dit rendement bij een turbo long één op één ten goede aan de belegger. Iedere euro koerswinst steekt de belegger in eigen zak. Bij een turbo short werkt het de andere kant op. Omdat de investering in de turbo klein is ten opzichte van het geleende bedrag, hebben turbo’s een hefboom die voor een groot winstpotentieel zorgt. Rendementen kunnen tot in de honderden procenten oplopen. Daar staat een groter risico tegenover. De belegger in de turbo draagt volledig het risico. Als het de verkeerde kant op gaat, kan de turbo zijn verplichte stoploss raken en wordt de turbo beëindigd. De belegger houdt in veel gevallen een klein deel van zijn inleg over. ABN Amro en Commerzbank garanderen dat de belegger nooit hoeft bij te betalen. Turbo’s en speeders brengen een nieuw begrippenapparaat mee. Van belang zijn bijvoorbeeld het financieringsniveau (dat deel dat ABN Amro financiert), het stoplossniveau (het niveau van de onderliggende waarde waarop de turbo wordt beëindigd) en de hefboomwerking (de mate waarin een procentuele verandering in de onderliggende waarde doortikt in de turbo). Op www.abnamromarkets.nl en www.speeders.commerzbank.com worden de relevante begrippen nader uitgelegd en kunnen turbo’s of speeders geselecteerd worden.
SPEEDERS VERSUS TURBO’S
De Commerzbank kiest met de speeders voor een frontale aanval op ABN Amro. Voor alle series speeders die de Commerzbank uitgeeft, zijn ook al turbo’s beschikbaar. Ook in diverse indices en de euro-dollar kunnen beleggers kiezen tussen turbo’s of speeders.
Speeders uitgeven op onderliggende waarde waar nog geen turbo’s voor bestonden, had meer voor de hand gelegen. Mehrabi verklaart de keuze op basis van marktvraag. ‘We hebben juist gekeken waar veel vraag naar is. Daarnaast speelde de expertise van de Commerzbank mee. Wij zijn in Duitsland al gespecialiseerd in turbo’s op de DAX, dat kunnen we nu naar Nederland overzetten.’ Volgens Mehrabi is het juist goed dat er een overlap is tussen turbo’s en speeders. ‘Beleggers kunnen kijken wie de beste spreads (verschil tussen bied- en laatprijs, red.) geeft. Bovendien kunnen we concurreren op de financieringsrente die we aan beleggers vragen of die ze ontvangen.’ Volgens eigen opgave rekent de Commerzbank bij speeders voor bijvoorbeeld aandelen een opslag van 2,4% boven op de daggeldrente. De totale financieringskosten komen daarmee op 4,5%. ABN Amro berekent volgens eigen zeggen een vaste opslag van 1,5%. Dit betekent dat het financieringsniveau van een turbo minder snel verandert dan bij een speeder. Speeders bieden momenteel wel een goede spread. Voor enkele speeders bedraagt de spread 3 eurocent, terwijl ABN Amro bij de turbo’s in veel gevallen 5 cent hanteert. Op indexturbo’s ligt dit lager, net als bij turbo’s die rond of onder € 1 noteren. De Commerzbank komt daarnaast met twee nieuwe varianten: de BEST-speeder en de Quanto-Speeder. BEST staat voor barrier equal strike: het financieringsniveau is gelijk aan het stoplossniveau. Hierdoor kan de belegger langer de speeder aanhouden, maar vervalt deze wel altijd zonder restwaarde. Bij de Quanto-speeder worden valutarisico’s afgedekt.
TURBO’S ALS SOORTNAAM
In 2002 werden de ‘Turbo-Zertifikaten’ voor het eerst door ABN Amro in Duitsland uitgegeven. Daar werden turbo’s net zo enthousiast onthaald als nu in Nederland. Dat trok in Duitsland snel andere aanbieders, die hun producten onder dezelfde naam uitbrachten. De omzet in turbo’s bedraagt inmiddels zo’n € 40 mrd per jaar. Dit is twee keer zoveel als er in warrants wordt omgezet, die in Duitsland van oudsher populair waren. In Nederland introduceert de Commerzbank nu speeders, die exact hetzelfde werken als turbo’s. Lousin Mehrabi, productmanager bij Commerzbank, had daarom graag de naam turbo gebruikt, maar dat stuitte op juridische bezwaren. ‘ABN Amro heeft de naam in Nederland gedeponeerd en staat niet toe dat wij ook de naam turbo gebruiken’, zegt Mehrabi. ‘Dat is jammer, want in Duitsland en veel andere Europese landen wordt dat wel geaccepteerd.’ Als de turbo in Nederland net zo’n succesverhaal wordt als in Duitsland, zullen snel meerdere aanbieders het strijdperk betreden. Dan kan de situatie ontstaan dat het product onder evenveel namen als aanbieders wordt aangeboden. Voor beleggers neemt de duidelijkheid hiermee niet toe. Na de introductie van de speeders vorige week regende het volgens Mehrabi vragen over het verschil met turbo’s, die er nauwelijks zijn. Alleen van de BEST-speeders en Quanto-speeders bestaan geen turbo-varianten. Als het aan Mehrabi ligt, komt hier snel een oplossing voor. ‘Wij hebben de naam speeders ook gedeponeerd, vooral om te voorkomen dat anderen dat in onze plaats doen. Andere banken mogen wat ons betreft de naam speeders gebruiken als ze soortgelijke producten willen aanbieden.’ Commerzbank streeft er echter naar om de naam turbo ook in Nederland te mogen gebruiken. Mehrabi hoopt dat Commerzbank op termijn gewoon de naam turbo’s kan voeren. Als dat niet lukt, zouden speeders wel eens de soortnaam voor turbo’s in Nederland kunnen worden.
Beleggers kunnen turbo’s voor verschillende doeleinden gebruiken. Turbo’s kunnen net als opties gebruikt worden om een portefeuille te beschermen, om rendement te versnellen of om af en toe eens een ‘gokje’ te wagen.
Jean-Paul van Oudheusden, hoofd marketing & sales bij ABN Amro Markets Nederland, kan niet genoeg benadrukken dat turbo’s risico’s meebrengen die moeten passen bij de situatie van de belegger. ‘We willen graag dat mensen goed de werking van de turbo begrijpen, zodat ze kunnen beslissen of het voor hen een geschikt instrument is. We hebben daarom een uitgebreide website en zijn heel veel in het land met onze turbo-seminars.’
Turbo’s zijn vooral geschikt voor de ervaren belegger, die bijvoorbeeld ook ervaring hebben met opties. Het zijn rendementsversnellers waar ook grote verliezen mee gemaakt kunnen worden, net als met opties.
STRATEGIEEN
Met turbo’s zijn interessante strategieën mogelijk. Zo kunnen turbo’s bijvoorbeeld gebruikt worden in combinatie met opties. Een geschreven calloptie kan afgedekt worden met een turbo long, waarbij de belegger profiteert van het ‘leeglopen’ van de tijd- en verwachtingswaarde uit de optie. Overigens worden turbo’s niet als margin geaccepteerd. Ook kunnen beleggers zelf een ‘steepener’ bouwen, omdat er turbo’s zijn op drie Duitse bund-futures met verschillende looptijden.
Een andere interessante strategie is de turbo-straddle, die bijvoorbeeld in Beleggers Belangen van 18 november op TNT werd geadviseerd. De strategie is geschikt als er een zeer grote koersbeweging wordt verwacht, zoals een mogelijk bod op TNT. Het leverde tot nu toe een rendement op van 37%, zonder noemenswaardig neerwaarts risico.