Van BullNotBull.COM geplukt ‘Uit Conversations with Dr. Gold door by Michael Nystrom February 5, 2007’.
Zoals Wim Duissenberg, de voormalige Centrale Bankier van de EU eens zei dat een dollar altijd een dollar is bracht me op de idee dat een ons goud altijd een ons goud is.; alleen is er een waardetoekenning aan goud. Welnu. De DowJonesIndex(DJI) kostte in 1929 precies 18.5 eenheden goud en nu kost dezelfde index in 2006 precies 16,5 dezelfde eenheden goud. Wat zegt dit nu? Kennelijk is goud waardevoller geworden of zijn de bedrijven gewoon waardelozer geworden of het aantal bedrijven dat nu genoteerd staat aan de beurs is minder? Bekijk het onderstaande lijstje.
1929 Dow Components vs. 2007 Dow Components
|
|
1929 Dow
Allied Chemical American Can American Smelting American Sugar American Tobacco B Atlantic Refining Bethlehem Steel Chrysler General Electric Company General Motors Corporation General Railway Signal Goodrich International Harvester International Nickel Mack Truck Nash Motors North American Paramount Publix Postum Incorporated Radio Corporation Sears Roebuck & Company Standard Oil (N.J.) Texas Company Texas Gulf Sulphur Union Carbide U.S. Steel National Cash Register Westinghouse Electric Woolworth Wright Aeronautical |
2007 Dow
3M Company Alcoa Altria Group American Express American International Group AT&T Boeing Caterpillar Citigroup Coca-Cola DuPont Exxon Mobil General Electric General Motors Hewlett-Packard Home Depot Honeywell International Inc. Intel International Business Machines Johnson & Johnson J.P. Morgan Chase & Company McDonald’s Merck Microsoft Pfizer Procter & Gamble United Technologies Verizon Wal-Mart Stores Walt Disney |
Toen meer industrie en nu meer dienstverlenend. Het lijkt me een signaal dat er fundamenteel iets mis is in de Westerse landen omdat producten maken nodig is om te overleven en niet de handel drijven in producten. Misschien ligt de economische macht al sinds halverwege de vorige eeuw niet meer in de U.S.A en de E.U. maar elders wat gemaskeerd wordt door de dienstverlenende sector op de een of andere manier in stand te houden ten nadele van producenten.
Van het Ludwig von Mises instituut geplukt. ‘Nightmares of a Central Banker, door Antony Mueller’. Ingekorte versie.
In Europe, werd in 1999 de euro geïntroduceerd onder het motto “prijs stabiliteit” wat als richtsnoer voor monetaire politiek moet dienen. Wat zal er gebeuren wanneer ernstige problemen ontstaan in het eurosysteem. In plaats van het risico dat een lidstaat uit de EU stapt zal men hoogst waarschijnlijk teruggrijpen op ‘na mij de zondvloed’. Op dit moment is de ECB in overweging welke indicatoren te gebruiken om inflatie te beteugelen en onder 2% te houden wat in tegenstelling is tot e houding van Bernankee die niet weet welke inflatiegrens als consumentenprijsindex grens, te handhaven.
Het inflatie-idee ontsprong in de gedachten van Irving Fisher’s monetaire theorie in 1920. Er bestaat geen ding zoals een representatieve mandje van goederen en diensten. Hé, terwijl minister Zalm en de president van de Nederlandse Bank dat wel hanteerde om duidelijk te maken dat de euro het leven niet duurder had gemaakt in tegendeel zelfs. Dit lijkt op Haagse massage van de onwetenden om de macht te blijven houden. Wat niet erg is maar zeg het dan ook. In het artikel staat ‘Actually, each individual person has his specific basket of goods and services, and its composition will change for the same individual over time.’. En dat is nu juist wat de man in de straat betoogde en werd afgewezen door politici als minister Zalm. Ik heb het echt niet over die onnzoele misnister van economische zaken die nu in het nieuws is vanwege ongeoorloofde praktijken in grondboringen. Mijn dochter werd eens door een economie-docent aangemerkt als onnozel omdat zij iets gelijkwaardigs opmerkte met een onvoldoende als gevolg.
Ik citeer nu weer ‘Moderne economieën zijn te complex om centraal bestuurd te worden omdat data samengeperst moeten worden om overzichtelijk te blijven. Want monetaire politiek, die acteert als een centraal-planning bemiddelingsbureau als het aankomt op bijvoorbeeld als ‘money supply’ en rente . Gemiddelden en verhoudingen zoals Gross Domestic Product, inflatie, productivieitsgroei of andere indicatoren verbergen meer dan zij duidelijk maken.
Het zij gezegd. Dit lezend kan men zich afvragen waarom beurshandelaren dit type indicatoren gebruiken om de waarde van aandelen te bepalen. Het is in ieder geval een reden om beurscorrecties op basis van dit soort indicatoren te wantrouwen. Het is meer natte vingerwerk dan beredeneerd of het is een strategie van grote banken om geld binnen te halen wat afgezet tegen ‘de waarde van het goud’ op lange termijn bekeken ook onzinnig is.