De meeste analisten hebben hoge verwachtingen voor 2011. Toch denk ik dat de markt op dit moment iets te optimistisch is, getuige daarvan de vele indicatoren die op zwaar overbought staan. De wereldwijde problemen zijn nog niet opgelost; de hoge overheidsschulden zullen door besparingen en nieuwe belastingen blijven wegen op de economische groei en de euro staat voor een zware taak om te overleven. In plaats van de traditionele grafieken van indices te plaatsen, zal ik het in deze column vooral hebben over handige indicatoren.
Als eerste toon ik de Put/Call ratio, dit is de verhouding van het trading volume in put-opties tot het volume in call-opties. Om de volatiliteit in de indicator te elimineren en dus naar de grotere trends te kijken heb ik het MA5 van de indicator geplaatst. Een lage ratio wijst er op dat te veel kopers in de markt zitten, vaak is dat het signaal dat er een trendverandering zit aan te komen. Zo bijvoorbeeld was de P/C zeer laag in januari en april 2010 waarna telkens een gevoelige daling het gevolg was. De ruimte voor de indices om nog verder te stijgen is dus veeleer beperkt.
De Bullish Percent Index is het percentage van alle NYSE-aandelen die in de ‘point & figure’ grafieken in een uptrend zitten. Een waarde boven de 70 wordt gezien als overbought. Met een huidige waarde van ruim 80 is een noemenswaardige correctie haast onvermijdelijk geworden.
De onderstaande indicator maakt gebruik van het Exponential Moving Average 5 en opnieuw de Bullish Percent Index. Als deze laatste het EMA5 snijdt en er zo boven komt te liggen, hebben we te maken met een koopsignaal. In het omgekeerde geval is het een verkoopsignaal. De indicator weet de trends relatief vroeg op te merken en de kans op een ‘whipsaw’ of een verkeerd signaal valt goed mee. Op onderstaande grafiek bleek enkel het signaal in november fout te zitten. In zijwaartse markten is de indicator minder nuttig, dan kan het aantal whipsaws groter zijn.
Het 61,8% Fiboniveau heeft weerstand kunnen bieden en zo blijft het patroon van dalende toppen en bodems intact. De volgende steunzones zijn 1,23−1,24 en de zone rond de 1,18. De problemen in Spanje en Portugal kunnen voor een versnelling richting die punten zorgen. Als Vlaming heb ik vorige week ook met lede ogen toegekeken hoe de markten het Belgische papier onder vuur namen. De CDS-premie staat nu op een recordniveau, de hefboomfondsen en andere zien dus ook België als mogelijk doelwit. Hopelijk zet dit de politici aan om een versnelling hoger te schakelen inzake de regeringsvorming.
Goud lijkt een toppatroon te vormen. De negatieve divergentie met de RSI en MACD is overduidelijk en het edelmetaal slaagt er niet in om de 1.425 te doorbreken. Telkens volgt er een reusachtige daling. Het lijkt me dan ook een mooi moment om te gissen op een verdere correctie. Een eerste steun ligt rond de 1320$ waar het 38,2 fiboniveau ligt en een oude bodem.
In mijn vorige column toonde ik de weekgrafiek van zilver. Door de oversoldstatus in de RSI, de hoge MACD en de bovenkant van het trendkanaal die als weerstand kan dienen, verwachtte ik een daling. Deze week verloor het edelmetaal zo’n 7% en werd er een Bearish Engulfing pattern gevormd. De kans is dan ook zeer groot dat de correctie nog een stuk verder zet, bv naar de zone 20 – 22.
Kort samengevat geven de indicatoren aan dat er niet veel ruimte meer is voor nog veel stijging op korte termijn. Een daling of op zijn minst een periode met consolidatie lijkt dus aanstaande.
Bert Dewitte
Publicist US Markets