Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt deze week dat Nederland € 3,5 biljoen waard is. Dit bedrag is volgens het CBS de waarde van onze gebouwen, wegen en huizen. Dit komt overeen met € 210.000 per inwoner en is een verdubbeling ten opzichte van 1996. Maar zijn we in deze periode ook echt dubbel zo rijk geworden?
Op het eerste gezicht lijkt dit zeker het geval. Maar een nadere blik werpt een ander licht op de zaak. De geldhoeveelheid stijgt al vele jaren fors waardoor de waarde van ons geld steeds verder afneemt. Omdat het aantal huizen min of meer gelijk blijft, maar er tweemaal zoveel geld in omloop is, verdubbelen de prijzen van huizen. Het goede nieuws is dat deze oplopende inflatie moeiteloos wordt bijgehouden door de stijgende aandelenkoersen. Dit zien we ook weer terug op de Europese beurzen. Het enthousiasme waarmee de indices zich vanaf het dieptepunt in maart herstelden, lijkt weer wat terug te komen. De DAX en de CAC40 vormden in de afgelopen maanden lagere toppen. De recent gevormde bodems liggen echter nog altijd beduidend hoger dan die van maart en juli. De DAX bleek woensdag in staat om een nieuw jaarrecord op de koersenschermen te toveren zodat de stijgende trend een nieuwe impuls heeft gekregen. De Eurostoxx50 onderwerpt de stijgende steunlijn vanaf maart aan een test. Als deze index zich niet in het stijgende trendkanaal kan handhaven, wordt het beeld neutraal. Voor Europese beleggers is het te hopen dat december haar reputatie als positieve beursmaand eer aan doet. De Duitsers en de Nederlanders hebben alvast het goede voorbeeld gegeven. Wordt dit nu veroorzaakt door inflatie of een aantrekkende economie?
Euro op zoek naar de bodem
Vorig jaar viel de euro uit een stijgend wigpatroon, na een top rond $ 1,60 te hebben bereikt. Doordat de Fed de basisrente in december 2008 fors verlaagde tot een bandbreedte van 0% tot 0,25%, kreeg de euro echter opnieuw een positieve impuls. Na deze herstelbeweging daalde de Europese munteenheid opnieuw richting de steungrens rond $ 1,25. Rond dit niveau bevindt zich het eerste Fibonacci retracement level, gerekend vanaf de bodem in 2001 tot aan de top in 2008. De euro zette onlangs opnieuw de aanval in op de $ 1,50-grens, maar strandde op dit weerstandsniveau. ECB-voorzitter Jean-Claude Trichet merkte op dat een zwakke dollar slecht is voor de economische ontwikkeling. De adviseur van de Franse president Sarkozy noemde het zelfs een “ramp voor de Europese economie” als de euro/dollar het niveau van $ 1,50 bereikt. Bovendien spelen de problemen in Griekenland en Spanje een negatieve rol. Inmiddels is de euro afgeketst op de $ 1,50-grens en is nu op zoek naar de bodem.
Brent consolideert in stijgende trend
Brent-olie bereikte in juli 2008 een recordniveau rond $ 147 per vat, maar implodeerde vervolgens tot $ 35 per vat. De olieprijs wist vanaf het 50% Fibonacci retracement level, gemeten vanaf de bodem in 1999 tot aan de top van 2008, sterk te herstellen. Daarbij valt de sterke correlatie met de euro/dollar op. Brent steeg sinds maart hand in hand met de euro. Sinds de zomermaanden zette de olieprijs weliswaar de stijgende lijn voort, maar het gaspedaal wordt steeds verder losgelaten, wat op afnemend momentum duidt. Brent scherpte onlangs wel het record voor 2009 aan boven $ 80. De stijgende trend sinds maart is intact, maar Brent blijft worstelen met het recordniveau van dit jaar. De aantrekkende dollar heeft momenteel een drukkend effect op de olieprijs, die even gas terug neemt.
Dow worstelt met top 2009
De Dow steeg vanaf het dieptepunt in maart rond 6470 punten zeer sterk. In mei kreeg de Dow bovendien steun in de rug middels het koopsignaal van de Coppock-indicator. Vanwege de doorbraak van de neklijn voltooide de Dow een omgekeerde hoofd-schouderformatie, wat een betrouwbaar koopsignaal opleverde. De bredere graadmeter van Wall Street, de Wilshire 5000 Index, brak eveneens uit, waaruit bleek dat de stijging breed werd gedragen. De Dow houdt, ondanks de problemen in bijvoorbeeld Dubai, Spanje en Griekenland, goed stand en deze index scherpte begin deze maand zelfs nog het record voor dit jaar verder aan. Sindsdien consolideert de Dow rond het recordniveau van 2009. Ook in de grafiek van de brede S&P500 is een patroon van hogere toppen en hogere bodems is zichtbaar. Met andere woorden: een stijgende trend. Ook deze index houdt zich sterk, maar de S&P heeft het 50% Fibonacci retracement level, gemeten vanaf de top van 2007 tot aan de bodem in maart 2009 ook nog niet gebroken. Deze grens zorgt voorlopig nog voor de nodige weerstand. De Nasdaq liet in de afgelopen maanden een minder consistente ontwikkeling zien, maar kon desalniettemin eind vorige week ook de recordstand voor dit jaar aanscherpen. Leve de geldpers!