Ondanks enkele stevige prikken naar omlaag de laatste periode blijft de beurs er toch nog onverwacht sterk bijliggen. Terwijl de negatieve divergenties alomtegenwoordig blijven, de Put/call-ratio en de Bullish Percent Index het overdreven optimisime blijven aangeven en Chinese index opnieuw een serieuze stap achteruit zette deze week lijken de Westerse beurzen (voorlopig) nog even te wachten met een noemenswaardige correctie.
Als we naar de daggrafiek van de S&P kijken zien we dat de kracht van de stijging er al geruime tijd uit is. Het is nu afwachten wanneer de index zijn zijn move naar beneden kan maken en het trendkanaal het begeeft. Lang kan het in ieder geval niet meer duren volgens mij.
Waarom verwacht ik nu precies die tik naar beneden op korte termijn? Twee weken geleden toonde ik in mijn column het Moving Average 5 van de C/P‑ratio die abnormaal laag stond. Nu wil ik het hebben over een indicator die het percentueel verschil meet tussen het exponential moving average (EMA 10) en het EMA200 van de Call/Put-ratio, de PPO. Er wordt aangenomen dat een waarde boven 10 wordt aanzien als overpessimisme en een waarde beneden ‑10 als overpessimisme. Op de grafiek is duidelijk te zien dat wanneer de indicator de zone van de ‑10 bereikt, de S&P500 reageert met een scherpe daling. Sinds midden december staat de indicator al in de zone van het overoptimisme, de kans dat we een correctie op korte termijn zullen krijgen is dus zeer groot.
Een andere indicator die het overoptimisme aangeeft is de Bullish percent index. Deze staat op dit moment ruim 10 punten boven het niveau dat wordt aanzien als ‘overbought’.
Op de volgende daggrafiek van de Duitse DAX30 is te zien hoe sterk de negatieve divergentie is tussen de koers en de RSI en de MACD. Ook is de bovenkant van het trendkanaal bereikt (en al licht overschreden) waardoor ik in eerste instantie een correctie verwacht tot rond het MA200 dat samenvalt met een belangrijke steunzone.
Als we naar de Britse FTSE kijken zien we ook hier een gelijkaardige sterke negatieve divergentie. Ook is er sprake van een negatieve MACD-cross en is de index aanbeland op belangrijke steun. Ik betwijfel dan ook sterk of deze het nog lang zal houden.
De VIX is een graad voor de volatiliteit die er heerst op de markt. Een lage VIX betekent dat de markten vrij rustig zijn (bullish), een hoge wijst op paniek (bearish). Hieronder zien we de weekgrafiek van de VIX die op zware steun is aangkomen. Al twee keer was dit niveau de start van een nieuwe stijging op de VIX en een daling op de markten. Veel kans dat dit ook nu opnieuw gebeurt.
De Chinese index liet ook deze week een rode candle zien, de index stond in vergelijking met het begin van de week 2,72% lager. De restrictieve monetaire beleid (intrestverhogingen, kasreserve verhogen, …) lijkt de groei van China te doen vertragen en dit schrikt de beleggers af.
Op onderstaande daggrafiek van de intrest op de Amerikaanse 10-jaar overheidsobligaties is te zien dat er een bullish flag aan het ontstaan is. Dit zou betekenen dat bij een opwaartse uitbraak uit de vlag, de intrest nog makkelijk kan doorstijgen tot rond zijn niveau van april 2010. Concreet wil dit zeggen dat de overheid een half procent meer interest zal moeten betalen wil het 10Y T‑bills uitgeven.
Als laatste grafiek toon ik u nog de Baltic Dry Index. Deze gaf in het verleden vaak goede voorspellingen omtrent de richting van de economie in de toekomst. We zien dat de index aan zeer snel tempo blijft dalen! De markten zijn bij deze dus gewaarschuwd!
Bert Dewitte
voor US Markets