De oorsprong van de koffieplant is Oost-Afrika, meer bepaald Ethiopië maar het zijn de Arabieren die het drinken van een aftreksel gemaakt van geroosterde koffiebonen in de wereld hebben gebracht.
De naam koffie verwijst naar de Ethiopische provincie Kaffa, hoewel deze drank daar bunn of bunchum heet.
Koffie bevat het alkaloïde cafeïne, een stimulerend product dat de basis vormt van het succes van deze bijna zwarte drank. Omwille van de soms ongewenste neveneffecten, zoals slapeloosheid, hartkloppingen of hoofdpijn, is er nu ook cafeïnevrije koffie met vrijwel dezelfde smaak.
Het gros van alle koffie bestaat uit twee variëteiten: arabica en robusta. Eerstgenoemde is mild van smaak en bevat ongeveer 70% minder cafeïne dan de tweede, die pittiger in de mond is. In elk van beide variëteiten heeft men diverse rassen met elk een individuele smaak en geur. Het mengen van arabica en robusta is de kunst en het geheim van de koffiefabrikant.
Gemalen koffie is beperkt houdbaar, d.w.z. een geopend pakje dat (zelfs in een voorraadbus) aan de lucht is blootgesteld behoudt zijn kwaliteit slechts enkele dagen. Gezette koffie moet binnen het halfuur opgedronken zijn, want daarna is er te veel aroma verloren en verslechtert de smaak door verzuring.
Er bestaan talloze manieren om koffie te bereiden, gaande van roeren in kokend water tot extractie onder verhoogde druk met speciale machines.
Dergelijke machines zijn het voorwerp van uitgekiende marketingcampagnes, waarbij zelfs ronkende namen uit de film- of showbusiness gelinkt worden met het drinken van koffie. Denk bij voorbeeld aan de reclamecampagnes met acteur-regisseur George Cluny als blikvanger.
Koffie heeft de wereld veroverd, waardoor het een belangrijk industrieel product geworden is. In 2009 (zie tabel hierboven) was de wereldproductie meer dan
8 miljoen ton, waarvan het leeuwendeel (38,2%) voor rekening is van Brazilië, dat samen met Vietnam (14,6%) en Colombia (7,8%) goed is voor meer dan 60% van het wereldtotaal. Hiervan is 62% arabica en 38% robusta. De voornaamste producent van arabica is Brazilië, voor robusta is dit Vietnam.
De hoeveelheid geproduceerde koffie varieert van jaar tot jaar. Zie bij voorbeeld de terugval van 7% in 2010 versus 2009. Het (relatief geringe) verschil van totaal voor 2009 is toe te schrijven aan het verschil van bron.
Op het einde van 2009 bedroeg de wereldstock koffie 2,4 miljoen ton ofwel ca 30% van de productie. Voor 2010 verwacht men een stock van 2,1 miljoen ton ofwel ca 28% van het geproduceerde totaal.
Sinds 200 is de gemiddelde koffieprijs met een klim bezig en stond in Q1/2010 op ca 125 dollarcent per pound, ofwel een stijging tegenover begin 2004 met meer
dan 105%.
Arabica is globaal genomen 50 tot 75% duurder dan robusta, maar de prijzen schommelen volgens een grillig patroon en op bepaalde ogenblikken komen ze zelfs in elkaars buurt.
Informatie over koffie futures is o.m. te vinden op de volgende site of deze van Mongabay