Cacao is afkomstig van de tropische cacaoboom, die het best gedijt in een strook ruwweg 1000 kilometer boven en onder de evenaar. In elk van de vruchten, die lijken op langwerpige meloenen, bevinden zich meerdere cacaobonen. Deze zijn op zichzelf nauwelijks eetbaar vanwege de bitterheid. De verwerking tot voedsel vergt een langdurig proces, dat begint bij het verwijderen van de bonen uit de vrucht, gevolgd door fermenteren, drogen, zuiveren, roosteren enzovoort.
Er bestaan diverse variëteiten van cacaobomen met als voornaamste:
- forastero (80 tot 90% van de wereldproductie. Origineel enkel te vinden in het Amazonegbied, maar nu ook in Afrika, Brazilië en Ecuador. Staat in voor de basissmaak van chocolade, cacaopoeder en afgeleide producten;
- criollo (1 tot 5% van de wereldproductie). Vroeger enkel te vinden in Venezuela, nu ook in de Antillen, de Caraïben, Colombia, Mexico en Venezuela. Vergeleken met forastero veel aromatischer, fijner, zachter en iets bitterder. Wordt toegevoegd om chocolade, pralines e.d. een speciaal karakter te geven;
- trinitario (10 tot 20% van de wereldproductie is het resultaat van de kruising tussen forastero en criollo. Gecultiveerd in Azië, Kameroen en Latijns-Amerika, vooral Trinidad. Lijkt op criollo maar met minder intense aroma’s;
- nacional (enkele % van de wereldproductie). Gekweekt in Ecuador. Meer verfijnde aroma’s dan forastero.
In West-Afrika, de voornaamste cacaoproducent met ca 70% van het totaal wereldwijd, zijn zeker 7,5 miljoen personen tewerkgesteld in deze sector.
Kinderarbeid werpt een schaduw over de cacaoproductie. Zo werken er in Ivoorkust, een land dat goed is voor ruim een derde van alle cacao ter wereld, tienduizenden kinderen onder de 15 jaar in de plantages. Ze zijn te beschouwen als rechtenloze slaven. O.m. vanuit het Europese parlement is al verschillende keren opgeroepen tot regularisatie van deze toestand, die mee in leven gehouden wordt door de prijsdruk op cacao.
Het hoofdproduct van de cacaoteelt is misschien wel wat voor velen geldt als dé lekkernij der lekkernijen, nl. chocolade en al wat hiermee verwant is, zoals choco, hagelslag, vlokken en noem maar op. Bovendien is cacao, na vanille, de populairste smaakstof voor ijscrème.
Uit de gebrande cacaobonen wordt naast cacaopoeder ook een vetsoort bereid, nl. cacaoboter die samen met cacaopoeder, suiker en andere ingrediënten gebruikt wordt voor de fabricage van chocolade.
Cacaoboter vindt ook toepassingen in de cosmetica, als lippenzalf bijvoorbeeld.
Het afval van deze industrie wordt verwerkt tot veevoeder.
De voornaamste cacaoproducenten bevinden zich in Afrika waar zoals eerder gezegd ca 70% van de wereldproductie vandaan komt. Ruim 35% van alle cacao komt van Ivoorkust.
Zodra cacaobonen zijn geoogst, gefermenteerd, gedroogd en getransporteerd komt de volgende stap in de productie aan de beurt, nl. het vermalen tot poeder. Dit poeder vindt dan zijn weg naar alle mogelijke cacaoproducten. De hoeveelheid vermalen cacaobonen geeft logischerwijze aan hoeveel het verbruik is.
In 2012 werd iets minder dan de jaarproductie vermalen, nl. 3,973 miljoen ton van de 3,99 miljoen ton geproduceerde bonen. Hierbij was Europa de grootste afnemer met 38% van het wereldtotaal.
Prijsinfo kan gevonden worden o.m. op de site van International Cocoa Organization of de site van New York Board of Trade (NYBOT).
Futures van cacao zijn te vinden om o.a. de site van Investment Tools.
Jan Van Besauw