Manipulatie zilverprijs: een terugblik
We zijn in het jaar 1980. Er zijn nog geen pc’s, geen gsm’s, geen scanners en geen digitale fototoestellen. Het was in dit jaar, dat de zilverprijs een all time high zou bereiken op volkomen kunstmatige, zeg maar gemanipuleerde wijze.
Van de eerst gekende noteringen in 1792 tot 1973 gebeurde er eigenlijk niet veel met de zilverprijs. Vanaf 1973 begon deze aan een steile klim om 6 jaar later in begin 1979 te zijn gestegen van 1,95 naar 5 dollar/ounce (+156%). Eind 1979-begin 1980 was de prijs als een raket de hoogte in gegaan en bevond zich op het 50 dollar/ounce niveau, dat is bijna 26 maal duurder dan in 1973! Op 13 februari bereikte de zilverprijs een all time high van 54 dollar/ounce. Toen was het gedaan, maar daarover straks meer.
Het meest getroffen door de buitensporig hoge zilverprijs was de fotografische industrie, die in de 1980’er jaren bestond uit vooral Kodak, Fuji en Agfa-Gevaert. Het jaarlijkse zilververbruik van deze industrie was 5.000 ton, dat was 38% van het toenmalige jaarlijkse wereldwijde zilververbruik van 13.000 ton.
Om een idee te krijgen van de impact van de manipulatie van de zilverprijs in de 1970’er jaren, richten we ons spotlight op de Europese onderneming Agfa-Gevaert, waarvan in die periode het jaarlijkse zilververbruik ongeveer 700 ton was, dit is 14% van de 5.000 ton die naar de fotografische industrie gingen. In de jaren 1976 – 1978 betekende de kostprijs van het zilver ongeveer 8% van de omzet, dat was maar nog accepteerbaar. In 1979 begon de prijsstijging van zilver zich echt te doen gevoelen. Uitgedrukt als % van de omzet woog het zilver in augustus al 18,5% door en in november al 22%.
Daardoor moest de firma het jaar 1979 met gevoeilig verlies afsluiten. En het nieuwe jaar kondigde zich dramatisch aan, want op 4 januari 1980 kostte zilver 48.000 Belgische frank (ca 2.600 gulden) per kilogram, dat is 8,7 maal duurder dan eind 1978. Tegenover de omzet was dat 70%! In deze context was het duidelijk, dat het bedrijf niet meer kon overleven zonder kapitaalinjectie. Die is er uiteindelijk gekomen vanwege het Duitse Bayer, dat op deze manier het bedrijf heeft gered en in ruil gedurende vele jaren het moederhuis van het nu terug onafhankelijke Agfa-Gevaert NV is geworden.
Tot daar onze schets van een bedrijf, dat zijn lot verbonden zag met de manipulatie van de zilverprijs in de 1970’er-1980’er jaren.
Het begon allemaal bij de gebroeders Hunt, waarvan u hierboven de foto ziet van Nelson Bunker. Van broer William Herbert konden we geen bruikbare foto vinden.
In het begin van de 1970’er jaren was de Texaanse familie Hunt misschien wel de rijkste van de VS en de twee broers hadden een naar hun mening leuk ideetje om wat poen te pakken. Ze moeten tegen elkaar zoiets gezegd hebben in de aard van ‘laten we de aloude wet van vraag en aanbod toepassen op de edele metalen.’ Eerst wilden ze goud beginnen aan te kopen, maar de toenmalige wetten verboden particulieren om goudstaven op te slaan. Daarom richtten de Hunts hun pijlen, of beter gezegd hun dollars, op het zilver. Ze hadden in hun vriendenkring ook nog enkele steenrijke (of zeggen we beter ‘olierijke’) Arabieren die het spelletje wel leuk en lucratief vonden.
Ze begonnen met hun operatie in 1973 en eind 1979 waren de Hunts in het bezit gekomen van 6.000 ton zilver, dat was 46% van de beschikbare wereldvoorraad. Het resultaat van deze manipulatietechniek was, dat de zilverprijs gestegen was van 1,95 $/ounce in 1973 tot 50 $/ounce begin 1980 zoals we hoger al aanhaalden. Er woedde een heuse wereldwijde zilvercrisis en niet alleen de winstmarges van de fotografische industrie, maar ook die van vele andere industrietakken hadden het hard te verduren. Kleinere bedrijven moesten sluiten en bij andere sneuvelden jobs.
De gebroeders Hunt kregen ondertussen navolging van outsiders, die ook hun voorraadkamers begonnen te vullen met het blinkende metaal. De prijs van het zilver bleef maar stijgen en piekte op 13 februari 1980 bij
54 $/ounce. De media verwachtten dat de prijs nog zou blijven omhoog gaan tot 100 $/ounce.
Maar het liep heel anders af. Het aanbod van zilver begon fors te stijgen. Aan de ene zijde draaiden de zilvermijnen op volle toeren in de hoop meer dan een behoorlijk graantje mee te kunnen pikken uit de verkoop van hun zo duur geworden product. Aan de andere kant was er ook Indië, waar honderden tonnen zilver voorradig zijn als armbanden en andere sieraden, die opeens veel en veel meer waard waren en dus enthousiast op de markt werden gesmeten. Daarbij kwam in de VS een nieuwe regelgeving op de handel in edele metalen vanwege de COMEX, gesteund door de Federal Reserve.
Al deze factoren misten hun negatief effect op de prijs niet, die van 13 februari tot 26 maart 1980 op een glijbaan belandde en zakte van 54 naar 21,6 $/ounce. Op 27 maart kwam de grootste klap en de prijs donderde in één dag van 21,6 naar 10,8 $/ounce (-50%).
De gebroeders Hunt waren eraan voor hun moeite en hun centen en gingen bankroet. In 1987 werd bekend, dat ze 2,5 miljard dollar schulden hadden tegenover 1,5 miljard dollar activa. In 1988 werden ze veroordeeld voor samenzwering met als doel de markt te manipuleren.
De evenementen rond de zilverprijs waren niet voorbijgegaan aan de beurzen. Zo zien we dat van begin november 1979 tot 13 februari 1980 de Dow Jones Industrial Average (DJIA) klom van ca 800 naar 903,84 punten (+12,5%). Maar zodra begon door te dringen, dat het rijk van de Hunts uit was, ging de DJIA bergaf om op 27 maart 1980, de dag van de ‑50% van de zilverprijs, te sluiten op 759,98 punten (-16%). Van een crash kon men nog niet spreken, maar beangstigend was het wel.
Sinds de zilvercrisis heeft de zilverprijs zich lange tijd op het niveau van de 1975’er jaren bewogen, maar is vanaf 2004 sterk gaan stijgen onder druk van de stijgende vraag van groeilanden zoals China om nu te zweven tussen 12 à 14 $/ounce, ongeveer een kwart van de all time high van 1980.
Hoe het de gebroeders Hunt vergaan is? Nelson Bunker (1926) is de voorzitter van Hunt Exploration and Mining Company (HEMCO), actief in olieprospectie. Hij heeft o.m. een belangrijke rol gespeeld in het ontdekken van nieuwe olievelden in Libië. Zijn hobby is het kweken van renpaarden.
William Herbert Hunt is een leidende figuur in de Council for National Policy, een uiterst rechtse, besloten organisatie die op haar beurt een onderafdeling is van het pro-Nazi German American National Congress. Ook broer Nelson Bunker is lid en financierde mee de oprichting van de Council, die onder zijn leden conservatieve politici telt, financiers en religieuze activistische leiders. Van een hobby van William Herbert weten we niets, maar misschien verzamelt hij wel zilveren munten…
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
24 augustus 2007.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.
Reacties kunt u sturen naar: jan@usmarkets.nl