Na eind 2000, begin 2001 over de top het ijs op gegleden te zijn kwamen de markten al snel in het eerste wak terecht … In maart 2003 voelt men een beetje bodem onder de voeten en men tracht wanhopig uit het wak te klimmen. Het lijkt te lukken volgens velen…maar het ijs is broos, want de winter is nog maar net begonnen … De onderkoeling wordt onderschat en Siberische toestanden spoelen langzaam als een vloedgolf van verwatering over ons heen … Er is zwaar weer op komst volgens de cyclus van Kondratieff … Hij laat u kennis maken met de seizoenen van een bekende econoom Nikolai Dimitrievitch Kondratieff … Dit is zeker de moeite waard om te lezen …
Een vloedgolf van verwatering .…
Na eind 2000, begin 2001 over de top het ijs op gegleden te zijn kwamen de markten al snel in het eerste wak terecht. In maart 2003 voelt men een beetje bodem onder de voeten en men tracht sedert dien wanhopig uit het wak te klimmen. Het lijkt te lukken volgens velen…maar het ijs is broos, want de winter is nog maar net begonnen. De onderkoeling wordt onderschat en Siberische toestanden spoelen langzaam als een vloedgolf van verwatering over ons heen. Er is zwaar weer op komst: (Economische) Storm en terwijl de massa na-zomert blijkt de winter al lang begonnen…
We willen we u graag voorstellen aan de Russische Econoom: Nikolai Dimitrievitch Kondratieff (1892−1938).
Het levenswerk van een realistisch denkend mens: Golven, Cycli en Seizoenen…
Begin jaren 20 van de vorige eeuw deed deze Russische Economische Wetenschapsman onderzoek naar de relatie van golven in goederenprijzen en investeringsgedrag. Hij onderzocht zowel hoogtepunten als dieptepunten in de economie en door vergelijkingen te maken met behulp van Europeese statistieken, kreeg hij meer en meer inzicht op de ontwikkelingen over diverse perioden vanaf 1789 tot en met 1922. Kondratieff kwam tot het inzicht dat er zich al anderhalve eeuw bepaalde constante golfbewegingen voordeden en dat vormde de basis voor wat heden ten dage bekend staat als de “Long Wave Cycles”. Deze lange golven kenmerkten zich met een gemiddelde duur van tussen de 50 en 60 jaar en daarbinnen werden vier subcycli waargenomen. Deze cycli werden door Kondratieff onderverdeeld in vier perioden welke hij aanduidde met de seizoensnamen lente, zomer, herfst en winter. De lente werd betiteld als opbouwfase (10 tot 15 jaar), de zomer als consolidatiefase (eveneens zo‘n 15 jaar), de herfst als Plateau- of stabilisatiefase (10 jaar) en tot slot de winter als Liquidatie of afbraakfase (20 jaar). De publicatie van deze inzichten werden door het Stalinistische bewind als staatsvijandelijk beschouwd en in 1938 werd Kondratief op last van Jozef Stalin gearresteerd en geëxecuteerd.
1. Lente
De eerste fase binnen de Long Wave is de Lente of opbouwfase en duurt ongeveer 10 tot 15 jaar. Deze Fase kenmerkt zich door inflatie veroorzakende groei, vooral in productie- en consumentenprijzen. Bedrijven hebben minder concurrentie te duchten (vanwege de liquidatie in de voorafgaande periode) en kunnen daardoor de prijzen naar boven toe aanpassen. De bedrijven hebben geen schulden (meer) en hebben een lage koers/winstverhouding, dus is dit een zeer winstgevende periode voor investeerders, zowel in deze bedrijven, als in starters, die dankzij de hogere prijzen de markt kunnen betreden. Al met al een lucratieve tijd om te beleggen in effecten en onroerend goed, maar slecht voor edelmetalen en andere grondstoffen.
Prijzen stijgen langzaam mee met de economische vooruitgang. De rente en inflatie blijven laag, de aandelen en onroerend goed zijn zeer laag gewaardeerd. De infrastructuur wordt verder uitgebouwd of opnieuw opgebouwd (na de ‘trogoorlog’). Verder blijft de inflatieverwachting laag. Oudere ondernemers hebben nog geen vertrouwen in de economie, want de schrik van de crisis (winter) zit er nog goed in. Niemand breidt de productiecapaciteit uit zonder orders van buitenaf. De jongere ondernemers breiden daarentegen wel uit en winnen aan marktaandeel. De maatschappij heeft over de afgelopen 15 – 20 jaar deflatie bevochten en heeft daardoor te veel productiecapaciteit afgestoten en gesaneerd.
De vraag was kunstmatig laag gehouden, dus is men nu meer geneigd om huizen te kopen en duurzame producten aan te schaffen. De jongere ondernemers spelen hier veel beter op in, dus winnen keer op keer meer marktaandeel, vooral vanwege hun goede inschatting m.b.t. inflatie en economische groei. Vandaar dat zij vanzelf de topondernemers worden.
De werkloosheid daalt verder, de lonen en prijzen stijgen, vanwege de lichte inflatie. Er vindt een verfijning van de bestaande technologie plaats i.p.v. innovatie (uitvinding). De schulden zijn laag, omdat in de crisis alle schulden zijn gesaneerd. Langzaam maar zeker beginnen de schulden weer te groeien, waardoor zich dit aan het einde van de lenteperiode naar een maximaal niveau begeeft, wat dus de groei beperkt. De meest recente ‘lenteperiode’ was van 1949 – 1966.
2. Zomer
In de zomer of consolidatiefase zien we een versteviging ontstaan in de economie, gevolgd door een uitdunning van een groot aantal investeringen welke niet (langer) nodig zijn. Dit betekent een eerste liquidatiegolf in de cyclus. In deze periode neemt de groei dus gestaag af en langzaam maar zeker stagneert de economie en zien we de inflatie verder oplopen. Voor investeerders in aandelen betekent dit een afbouw en uiteindelijke deflatie (afname) van vermogen. Het kenmerkt ook een hausse-markt in edelmetalen, onroerend goed en andere goederen.
De inflatie wordt steeds hoger en de groei neemt af. De stagflatie is structureel van aard. Er volgen ernstige recessies, maar men speculeert steeds op een hogere inflatie, d.m.v. aandelen en onroerend goed op te bieden. De wat ouder geworden jongere ondernemers blijven een hogere inflatie verwachten en stemmen hun productiecapaciteit daar steeds op af. Daaropvolgend wordt de economie door de ernstigste recessie getroffen in decennia en tast de ‘oude economiebedrijven’ ernstig aan, waardoor gemengde signalen worden afgegeven over de staat van de economie. De productiviteit daalt en de werkloosheid stijgt. De inflatie stijgt tot ongekende hoogte. Deze periode luidt het einde in van de zomer. De uitwerking van deze periode zorgt ervoor, dat mensen zich gaan aanpassen aan de volgende periode oftewel de consolidatie- of plateaufase. De laatste ‘zomerperiode’ deed zich voor van 1966 – 1981.
3. Herfst
De herfst of plateaufase voorziet in groei terwijl inflatie langzaam afneemt doordat er veel bedrijven concurreren op de internationale markt en er een prijsdrukkend effect optreedt m.b.t. zowel grondstoffen, halffabrikaten als eindproducten. Na de zomerperiode stabiliseren zich deze prijzen en de economie begint de 2e groeifase, maar is niet meer zo dynamisch als de lentefase. Deze fase betreft een hausse-markt in onroerend goed en effecten en kenmerkt zich door een prijsafname in goederen en edelmetalen (baisse-markt). De ‘herfst-periode’ is de meest expansionele periode in de cyclus. Hierdoor ontstaat er een massagedrag vanwege irrationele toekomstverwachtingen, vaak vergezeld van een excessief kredietbeleid.
Dit is het stadium, waar veel lucht wordt geblazen in de economie, daarbij geholpen door enorme liquide injecties van centrale banken en/of bancaire sector. De consumenten- en producentenprijzen vertonen desinflatie en we zien afnemende prijsstijgingen. Oudere ondernemers geloven niet dat de inflatie aan het afnemen is, dus gaan deze door met het verder uitbouwen van de productiecapaciteit. Deze ondernemers hebben hun hele leven gegokt op inflatie, dus in hun ogen is desinflatie of deflatie onmogelijk. De goederenprijzen en rentestanden zakken gestaag. De lagere prijzen kunnen geen nieuwe productiecapaciteit dekken, zodat een nieuwe generatie van jonge ondernemers zorgt voor fusies en overnames. Het is nu goedkoper geworden om bezit aan te kopen dan het te laten bouwen.
Aandelen, onroerend goed en bedrijfsobligaties stijgen enorm in en er ontstaat een zeepbel, welke onder andere wordt aangewakkerd door bancair of centrale bankbeleid via fiat- of fractioneel geld. Bovendien ontstaat een algemeen beeld, dat er een nieuw tijdperk is aangebroken, aangeduid als bijv. New Era (20er jaren vorige eeuw) of New Economy (90er jaren vorige eeuw) om de zeepbel en opgeblazen lucht te verklaren. De massa denkt in deze fase, dat dit nieuwe aangebroken tijdperk recessies of marktcorrecties tot het verleden maken. Dit betreft een ontkenningsfase van de meerderheid van de bevolking. Het is op dit punt, dat consumenten en bedrijven bereid zijn om lange termijn-schulden aan te gaan, vanwege het valse vertrouwen, dat men heeft in de economie. De private schuld bereikt daardoor in deze periode een maximale hoogte, waardoor het mogelijk is dat d.m.v. een kleine terugval in werkgelegenheid, rentestijging of goederenprijsstijging een situatie wordt gecreërd, zodat de rente op de schuld moeilijk tot niet kan worden terugbetaald. Deze periode deed zich voor van 1921 – 1929 en van 1982 – 2000.
- Begin — bezorgdheid (na 1e financiële klap) 1 – 2 jaar
- Midden — angst (na meerdere (mini)krachs) 3 – 4 jaar
- Midden — paniek (na finale ineenstorting), 5 – 9 jaar
- Eind — gelatenheid (stabilisatie markten) 10 – 15 jaar
Conclusie :
De Kondratieff cyclus is een proces, dat zich afspeelt gedurende diverse perioden over een lange termijn, de cyclus is belangrijk genoeg om aan te geven in welke periode men op het moment bevindt. Periodekenmerken zijn lente (inflatie), zomer (stagflatie), herfst (desinflatie) en winter (deflatie). De centrale bank en bancaire sector spelen hierbij een grote rol, omdat sinds 1914 alleen fiat- en fractioneel geld wordt geproduceerd, wat leidt tot verheviging van economische excessen, de zeepbeleconomie kan dan tot ongekende hoogte stijgen en langdurig van aard zijn, waardoor het dal extra diep zal zijn na het zeepbelstadium. Dit is helaas gebeurd in de jaren 30 van de vorige eeuw en staat ons jammer genoeg weer te wachten in het begin van deze eeuw en is op dit moment al aan de gang. De oorspronkelijke Kondratieff cyclus is verlengd van de oorspronkelijke 54 jaar in het begin van de 20e eeuw naar ca. 60 jaar nu, wat vermoedelijk als oorzaak heeft, dat de leeftijdsverwachting hoger is geworden in vergelijking met de afgelopen 50 jaar.
Ook wordt de mogelijkheid geopperd, dat het kapitaal via diverse methoden tijdens de inflatonistische perioden van de 3 seizoenen (lente, zomer en herfst), vloeit van het welvarendste deel (ca. 20%) van de bevolking naar de rest van de bevolking (ca. 80%). Dit geschiedt d.m.v. lonen, investeringen en het opzetten van nieuwe bedrijven. Tijdens de deflatoire periode (winter) daarentegen, vloeit dit kapitaal weer terug naar de rijkste 20% van de bevolking. Dit gaat d.m.v. afnemend vermogen, verlaging of stabilisatie van lonen en de liquidatie van bedrijven. Er vindt een vorm van Pareto-formule plaats (80% van al het bezit wordt door 20% van de bevolking beheerd).
Omdat het wereldvalutasysteem voornamelijk gebaseerd is op papierwaarde is de verwachting ook, dat tijdens deze crisis dit valutasysteem wellicht in elkaar zal storten, met andere woorden:. de US$-economie verdwijnt !! Hetzelfde is ook in de 30er jaren van de vorige eeuw voorgekomen, waardoor de nep-goudstandaard (fractionele goudstandaard), ingevoerd in 1914 en gebaseerd op het Britse pond sterling, uiteindelijk in elkaar zakte. Deze inzakking heeft geleid in 1944 tot de oprichting van het Bretton Woods valutasysteem, hieruit zijn een aantal organisaties voortgekomen ter controle van dit zelfde wereld-valutasysteem, zoals IMF, Wereldbank, GATT (nu WTO) en OESO. In 1971 werd de dollar volledig losgekoppeld van de goudprijs, waardoor de dollar effectief een fiatmunt werd en Bretton Woods daarmee ten grave werd gedragen. Als reactie wilden de Europese landen een eigen valutasyteem in het leven roepen als gemeenschappelijk ijkpunt. Dit werd de ‘Slang’ en deze duurde tot 1979, waarop dit overging in het EMS (Europees Monetair Stelsel). In 1992 stortte dit systeem ineen en werd de roep om een algemene munt in te voeren steeds luider. Deze roep leidde toen tot de invoering van de euro in 1999, een collectieve munt bestaande uit 12 verschillende valuta en maar voor zo’n 15% goudgedekt, wat betekent, dat de euro voor 85% uit ongedekte middelen en louter vertrouwen bestaat. De verwachting is daarom ook, dat deze munt het einde van de crisis niet zal halen.
Wat in feite zal geschieden over het aankomende decennium is een complete sanering van de schuldenlast, zowel bij de overheid als bij consumenten en bedrijven. Deze bedraagt wereldwijd zo’n 43.000 miljard dollar.
De private en publieke schuldenlast is zo hoog opgelopen, dat deze onmogelijk in de aankomende deflatoire periode kan worden terugbetaald en vele landen zullen moeite hebben om zelfs de rente daarop te voldoen. Voeg daar de enorme derivatentijdbom bij van internationale financiële instituten (met hefboomeffect ca. 200.000 miljard dollar), dan vormt deze periode daarmee ook een algemeen correctieproces t.a.v. de opgebouwde overheids‑, consumenten- en bedrijfsexcessen van de afgelopen seizoensperioden. De (westerse) verzorgingstaat zal moeten worden afgebouwd, omdat deze eenvoudigweg onbetaalbaar is geworden en diegenen die hiervan afhankelijk zijn zullen dus een lange pijnlijke aanpassing te wachten staan (uitkeringen en subsidies). Verder vind deze correctie plaats tijdens het begin van de pensionering van de Babyboomers, en zullen veel hooggespannen verwachtingen niet uitkomen m.b.t. de oudedag- en pensioenvoorziening. (Verzekeringsmaatschappijen (bijv. Aegon) maken hier al handig misbruik van, maar daarover later nog wel eens een verdieping)
Alles in ogenschouw genomen is een algemene inkrimping (crisis) niet meer te vermijden. De sociale en maatschappelijke orde loopt grote kans om volledig ontregeld te geraken tijdens de winterfase en kan zorgdragen voor een zogenaamde groot gewapend conflict te weten een ‘trog- of dieptepuntoorlog’.
De laatste trogoorlog, die heeft plaatsgevonden, was dus de 2e wereldoorlog en zoals men weet heeft deze oorlog ertoe bijgedragen, dat er een versnelde en gewelddadige liquidatie van nagenoeg alle uitstaande schulden heeft plaatsgevonden. Vooral de ontwikkelingen in de US baren ernstige zorgen nu het einde van het tijdperk “Greenspan” er is en zijn opvolger Bernanke zich nog meer in die richting laat sturen.
De US ziet wel degelijk het gevaar van down gaan…en Bernanke belicht eindelijk voorzichtig de dwaasheden in de huizenmarkt, de derivatenconstructies, het immense tekort (9000 miljard US$ al!!), de uiterst wankele posities van Fannie Mae en Freddie Mac (hypotheek verstrekkers) en natuurlijk General Motors en Ford welke inmiddels een Junk Status hebben en ga zo maar door. Daarbij komt nog dat de ontkoppeling van de US $ en de Chinese Yuan gepaard ging zonder limiet afspraken.…Dat is toch uiterst vreemd en doet geheime politiek(e sturing) vermoeden.
De VS zet namelijk zonder limietafspraken ten aanzien van de Yuan de positie van de US$ op de tocht met de bedoeling de te verkrijgen handelsbetrekkingen met China uit te nutten ten behoeve van de broodnodige stimulans van de economie en niet in de laatste plaats het ego van ene heer George W. Bush die toch het liefste de geschiedenis in wil gaan als de man die Al-Qaida incasseerde, Sadam Hussein versloeg en de Dow Jones bracht naar 14.000 punten.
Dat op de tocht zetten van de US$ moet een iets diepere oorzaak hebben, dat doen die Amerikanen niet zomaar…want wat als China doorstoot?
Nu was er in 1929 slechts 1 monetaire grootmacht en tegenwoordig kennen we er al 3. Vermoedelijk worden de Japanse Yen (denk aan het geweldig toegenomen afdekken in goud na alle ellende daar) en Chinese Yuan (limietloos ontkoppelt aan US$, inwoneraantal en explosieve economische groei) daar nog aan toegevoegd.
Maar geschiedenis herhaalt zich en cycli zijn constant. De negatieve balans in de US welke nooit meer ongedaan gemaakt kan worden, de aanwakkerende excessen in de wereld (terrorisme, oorlog, natuurrampen etc.) doen toch iets anders vermoeden dan de lente die men wil voorspiegelen.
US Markets