Een jaar of wat geleden zag het nog goed uit voor de producenten van ethanol als brandstof. Intussen zijn de kaarten heel anders komen te liggen en kunnen we spreken van een crash van deze markt. Wat is er gebeurd?
Ethanol koerst richting crash
In januari dit jaar hadden we het over Kansen met ethanolaandelen? Het zag ernaar uit, dat ethanol een belangrijke plaats aan het veroveren was als additief bij of zelfs als vervanger van benzine. Verschillende miljardairs in de VS, zoals Virginbaas Charles Branson, oprichter van Sun Microsystems Vinod Khosla en Mister Microsoft Bill Gates hadden bekendgemaakt dat ze meerdere miljoenen dollars veil hadden voor de ethanolindustrie.
Ethanol zou het worden, ethanol moést het worden. En dus werden duizenden hectaren maïs aangeplant, dikwijls ten koste van natuurgebied. Vooral in de Amerikaanse Midwest sloeg de ethanolgekte toe. Om te voldoen aan de te verwachten vraag naar ethanol verhoogden de boeren hun maïsareaal met zo maar eventjes 15%.
Vanaf 2004 bouwden reuzen van de agro-industrie zoals Archer Daniels Midland of VeraSun Energy Corporation tientallen ethanolfabrieken. In hun kielzog volgden meerdere coöperatieven van boeren met steun van de lokale overheden. De 72 productie-eenheden in 2004 waren begin 2007 aangegroeid tot ca 125.
In het begin van dit jaar werd de pers enthousiast onthaald door de ethanolproducenten en de journalisten konden huiswaarts keren met triomfantelijke toekomstvisies.
Vandaag is het gans anders. Interviews worden haast niet meer toegestaan en vragen krijgen een ontwijkend of geen antwoord.
Wat is er aan de hand? In de Amerikaanse Midwest regio kan men vaststellen, dat het ene na het andere maïsverwerkende bedrijf stop wordt gezet. Gloednieuwe installaties zijn in stand-by. Reden? Falende rentabiliteit. De uitleg ziet u in onderstaande grafieken.
Sinds 2005 zijn de maïsprijzen beginnen te stijgen en tussen januari 2007 en nu kwam er meer dan 20% bij. In dezelfde periode is de ethanolprijs met hetzelfde percentage gedaald. De ethanolproducenten moeten steeds maar meer betalen voor hun grondstof, terwijl ze voor hun eindproduct steeds maar minder dollars in het laatje krijgen.
Er wordt nl. veel te veel ethanol geproduceerd, terwijl de vraag niet voldoende stijgt of zelfs terugloopt. Het aanbod overstijgt dus de vraag en voor de nabije toekomst ziet het er niet beter uit. Want in de nasleep van de verwachte ethanolboom een jaar of wat geleden zijn er niet alleen bovenvermelde 125 fabrieken gestart, maar zijn er nu nog altijd ca 85 in opbouw of bijna klaar. Het surplus aan ethanol zal dus alleen maar stijgen.
Want tegen het eerste kwartaal van 2008 zal de capaciteit in de VS meer dan 45 miljard liter zijn, met een te verwachten afname van minder dan 27 miljard liter. Dat betekent een overcapaciteit van 18 miljard liter ofwel 40%. 18 miljard liter ethanol, dat zijn meer dan
110 miljoen vaten: genoeg om heel wat steaks te flamberen.
Het is duidelijk: de ethanolmarkt koerst richting crash.
Hoe is het zover kunnen komen? Om dat te begrijpen moeten we gaan kijken in de eerder geciteerde Midwest van de VS. We nemen als voorbeeld Canton (Illinois), een stadje van 15.000 inwoners, gelegen ca 300 km zuidwest van Chicago. Tot in de 1980’er jaren ging het er voor de wind wat werkgelegenheid betrof. Er waren kolenmijnen en er was International Harvester, producent van vooral landbouwwerktuigen, maar ook lichte en middelzware trucks, schoolbussen en machines. Maar toen ging het mis. In 1985, na een periode van 4 jaar sociale onrust en afkalvende resultaten, verkocht International Harvester haar landbouwdivisie en trok haar andere activiteiten weg uit Illinois. In dezelfde periode werden de kolenmijnen gesloten wegens onvoldoende rentabiliteit. Er kwam een moeillijke periode voor Canton en omgeving.
Daarom was de voorspelde ethanolboom zo welkom. Er wordt daar nu volop maïs gekweekt, de boeren krijgen er (voorlopig nog) betere prijzen voor en er komen nog altijd ethanolfabrieken bij. Tegen beter weten in staat het geloof in ethanol als brandstof nog overeind. Tot de ontnuchtering komt.
Dat bij de beleggers al een tijdje is doorgedrongen, dat de ethanolhype voorbij is, kunt u afleiden uit de grafieken van enkele producenten. We beginnen met de 4 firma’s die we in het geciteerde januari-artikel kort bespraken.
ADM heeft het in 2006 niet gemakkelijk gehad, maar is nu de uitzondering van alle andere bedrijven die we zullen aanhalen. Na dit jaar een reeks ups-and-downs te hebben beleefd, staat het aandeel thans bijna 30% hoger dan in januari ll. Dit is te verklaren, omdat ethanol voor ADM een nevenactiviteit was, die in de loop van het jaar is afgebouwd en vervangen door andere producten zoals sojabonen, maïs, tarwe en cacao.
De onderneming Diversa (DVSA) heeft sinds januari ll. het toneel verlaten na de samensmelting met Celunol, waaruit Verenium (VRNM) is ontstaan. De bedoeling was om de know-how van Diversa op het gebied van ethanolfabricage uit stro of gras met behulp van enzymes maximaal in te zetten. De fusie van DVSA met Celunol heeft de zaak niet gered, spijtig genoeg.
Hoewel MGP Ingredients (MGPI) uit Kansas mikt op de productie van ethanol voor de consumptie én als brandstof, heeft het aandeel een slecht jaar achter de rug. Blijkbaar kwamen er niet genoeg drinkers van alcohol bij om de voorraden weg te werken…
Dan is er nog Pacific Ethanol (PEIX) uit Californië. Als hij zijn belofte heeft waargemaakt, heeft Bill Gates in dit bedrijf 84 miljoen dollar gepompt, omdat hij er rotsvast van overtuigd was dat PEIX het zou maken. Bekijkt u de chart maar hierboven en dan zult u begrijpen dat die 84 miljoen van de heer Gates er nu nog maar amper 17 waard zijn. Niet dat dit voor hem een probleem kan zijn, behalve een minuscuul vlekje op zijn ego.
Om aan te tonen dat bovenstaande gevallen geen uitzonderingen zijn, willen we het nog even hebben over een bedrijf dat we in ons januari-artikel niet hebben bekeken, nl.VeraSun Energy Group (VSE).
VSE opereert vanuit South Dakota en stelt een kleine 200 mensen tewerk. De hoofdactiviteit is de productie van ethanol uit maïs en daarnaast ook biodiesel evenals gebruiksklare ethanolhoudende brandstoffen. Die diversificatie ten spijt heeft ook dit aandeel geleden onder de ethanolzwakte.
En of er in de naaste toekomst nog hoop is voor ethanol als brandstof, durven we te betwijfelen. Want vanuit milieuhoek klinkt meer en meer protest tegen het omzetten van voedsel in ethanol. Of, in een bredere context, het opofferen van natuurgebieden ten gunste van de productie van biobrandstoffen, waartoe ethanol behoort naast biodiesel. Als treffende voorbeelden hebben we Brazilië waar het regenwoud ook moet wijken voor deze industrie of Indonesië waar onvervangbare turfgebieden gewoon worden afgebrand om er dan palmplantages aan te leggen voor de fabricage van biodiesel uit palmolie. Tegen deze en talloze analoge initiatieven klinkt meer en meer internationaal protest en niet alleen van de zijde van milieuactivisten. Ook in academische kringen wordt gewaarschuwd voor de catastrofale gevolgen van deze activiteiten.
Daarom zien we de toekomst van ethanol als brandstof somber in. Of we gelijk hebben of dat we overdrijven, weten we allicht over enkele maanden, want veel meer tijd om te herstellen hebben de ineengestorte aandelenkoersen van bovenstaande en ook van vele andere bedrijven niet, denken we.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.