...

De vaders van het WWW

14 september 2007, 23:30 | US Markets Redactie | leestijd: 8 minuten | moeilijkheid: 8 / 12 | (0)

Eenieder die beschikt over een inter­ne­taansluit­ing maakt gebruik van het wereld­wi­jde netwerk WWW, om blik­sem­snel infor­matie op te vra­gen en uit te wis­se­len met om het even welke andre pc met inter­ne­taansluit­ing op aarde. Wij kijken daar niet meer van op. Nochtans was er een kleine 20 jaar gele­den nog geen sprake van het WWW. Maar bij­na 80 jaar gele­den dacht men er al aan.

De vaders van het WWW

De geschiede­nis van het World Wide Web begint in 1990, alweer 17 jaar gele­den, in Genève. Op een mooie dag zat­en twee man­nen, de toen 43-jarige Belg Robert Cail­li­au en de 35-jarige Brit Tim Bern­ers-Lee, op een ter­ras­je met uitzicht op het beroemde meer. 


Bei­den werk­ten ze bij het CERN (Con­seil Européen pour la Recher­ché Nucléaire, Europese Raad voor Kernonderzoek). 

Bij het CERN wordt de meest gea­vanceerde fys­i­ca ter wereld bedreven met tot doel de geheimen van materie en energie te door­gron­den. Er werken meer dan 3.000 mensen, maar een veelvoud (6 à 7.000) fysi­ci van over de ganse wereld voeren er hun exper­i­menten uit. 

Bij deze exper­i­menten spe­len deelt­jesver­snellers een essen­tiële rol, zoals diegene, die opgesteld staat in een tun­nel met 27 kilo­me­ter omtrek, op boven­staande foto aangegeven door een witte cirkel. In een deeltjsver­sneller wor­den ele­men­taire deelt­jes zoals pro­to­nen voort­ges­tuwd tot fabelachtige snel­he­den om ze dan te lat­en bot­sen. Bij deze botsin­gen komen weer andere deelt­jes vrij, wat inzicht­en ver­schaft over het wezen van de materie waaruit alles is opgebouwd. 

Het gesprek­s­the­ma van Cail­li­au en Bern­ers-Lee was een uni­verse­le taal die moest dienen om vanu­it elk onder­zoeks­cen­trum ter wereld con­tact te nemen met het CERN om infor­matie uit te wis­se­len. Want de mas­sa data die het CERN pro­duceerde en het over­leg dat con­stant nodig was met andere onder­zoeks­cen­tra eis­ten meer en meer cor­recte en snelle com­mu­ni­catie over grote afs­tanden. Hoe ze dat moesten mogelijk mak­en, beschouwde ons twee­t­al op het ter­ras­je bij het meer als hun hoofdopdracht. 

In het begin van hun car­rière bij het CERN waren ze wel betrokken in het weten­schap­pelijke opzoek­ingswerk, maar nadi­en bracht­en ze hun dagen niet meer door in lab­o­ra­to­ria of in de tun­nel, maar voor com­put­ert­er­mi­nals, maar ook hun IBM Per­son­al Com­put­er met als stu­ur­pro­gram­ma Microsoft Win­dows 3.0 of hun Mac­in­tosh Clas­sic met 8 MHz Motoro­la 68000 microprocessor. 

Het­geen bei­de heren beoog­den was een manier om infor­matie te ver­sprei­den via com­put­ers en pc’s, zodanig dat een gebruik­er van op gelijke welke plek een link kon leggen met een netwerk, in verbind­ing met andere gebruik­ers en cen­trale data­banken. Van­daag is dit voor ons allen evi­dent, in 1990 klonk het eerder als sci­ence fiction.

De behoefte aan een cen­trale data­bank waar alle menselijke ken­nis opges­la­gen zou moeten zijn en voor iedereen toe­ganke­lijk is al ontstaan in 1934. De bedenker van zo’n con­cept was (alweer) een Belg, de bib­li­ograaf, theosoof, paci­fist en onderne­mer Paul Otlet (18681944). Hij heeft zijn droom niet gere­aliseerd, wel een deel ervan dat tot op heden de basis is van clas­si­fi­catiesys­te­men in alle bib­lio­theken ter wereld.



Het werk van Paul Otlet werd voort­gezet aan de andere zijde van de Grote Plas. Daar werk­te Van­nevar Bush (18901974), trouwens niet ver­want met George Bush Sr of Jr. Hij was een Amerikaanse inge­nieur en weten­schap­pelijk onder­zoek­er, vooral bek­end door zijn werk omtrent analoge com­put­ers (op de foto zien we hem met zo’n com­put­er uit de 1930’er jaren) en de poli­tieke rol die hij speelde in de ontwik­kel­ing van de atoom­bom. Dit wapen kon enkel tot stand komen door het toepassen van de rekenkracht, hoe beschei­den die in de 1940’er jaren iik was, van een com­put­er. Bush’ bij­drage aan het ontstaan van het WWW was de Mem­o­ry Exten­der’ (Memex), die hij beschri­jft in een artikel uit 1945 getiteld As we May Think’. De Memex zou een netwerk wor­den van leeseen­heden, gebaseerd op micro­film, die volledig nieuwe soorten ency­clo­pe­dieën zullen doen ontstaan.’ Voor het com­mu­niceren zou de Memex beschikken over een uni­verse­le taal.’ 

U merkt het: het www kwam voet­je voor voet­je dichter­bij. Toch duurde het nog 45 jaar tot het in 1990 aan de oev­er van het meer van Genève zijn vleugels zou uitslaan. 


Niet dat in die peri­ode van 45 jaar niets gebeurde op dit gebied. Zo was er Ted Nel­son (geb. 1937) , de man die in 1965 voor het eerst het woord hyper­text’ gebruik­te. Nel­son is een Amerikaanse soci­oloog, filosoof en pio­nier van infor­mat­i­cat­e­ch­nolo­gie. In 1960 richtte hij Project Xanadu op, dat als doel had een com­put­er­netwerk op te bouwen met een­voudi­ge toe­gang voor wie het maar wilde.



Blijk­baar was in de 1960’er jaren de behoefte voor vlotte infor­matiev­er­sprei­d­ing groot, want Nel­son kreeg al vlug navol­ging. Zo was er Dou­glas Engel­bart (geb. 1925). Tussen haak­jes: iedere pc-gebruik­er zou zijn naam moeten ken­nen en hem dankbaar zijn, want hij is de uitvin­der van de com­put­er­muis. Op boven­staande foto poseert hij met zijn orig­inele mod­el uit 1970 met daar­naast de ver­sie van 1984, die wij nu ook als pre­his­torisch beschouwen. Engel­bart was ook actief op het vlak van wat we nu hyper­text, netwerk­soft­ware, tele­con­fer­enc­ing; en grafis­che gebruik­ersin­ter­face noe­men. In 1968 demon­streerde hij NLS (afgeleid van On Line Sys­tem), een hyper­textsys­teem voor netwerken.

In dit ver­haal mogen we Apple niet ver­geten, die in 1987 Hyper­card lanceerde. Dit sys­teem is te beschouwen als een virtueel kaarten­klasse­ment, waar­van de kaarten aan elka­ar waren gelinkt door een code. WWW was dicht­bij, maar net niet dicht­bij genoeg om door te breken.

Eure­ka!’ of We’ve got it!’ moet ons twee­t­al bij het Zwit­serse meer hebben geroepen, toen ze begrepen wat al die jaren schortte aan de pogin­gen om com­put­erge­bruik­ers met elka­ar te doen com­mu­niceren. Ze kwa­men tot het con­cept van Hyper­text Trans­fer Pro­to­col, dat we tot op van­daag nog gebruiken, zie maar naar de afko­rt­ing http:// waarmee elke URL (Uni­form Resource Loca­tor) begint. Om doc­u­menten over te kun­nen bren­gen via http moesten ze wor­den omgezet in een code, die ze Hyper­text Markup Lan­guage (html) noemden. 

Via tele­foon­li­j­nen, datak­a­bels of satel­li­eten kon­den html-doc­u­menten ver­zon­den wor­den en gede­codeerd door iedereen die het adres’, dus de naam van de URL, kende. 

Het enige wat de twee bij het meer nog nodig had­den, was een benam­ing voor hun systeem. 

Voor zover we weten, was het de Robert Cail­li­au die de naam World Wide Web bedacht, eerder als grap wegens al die w’s, in het Engels uit te spreken als dou­ble you, dou­ble you, dou­ble you. Geen mens begint daaraan, lachte Cail­li­au, maar hij ver­giste zich. Het begrip WWW burg­erde onmid­del­lijk in en hij voelde zich ver­plicht een logo ervoor te ontwer­pen, dat nu zo goed als in de ver­getel­heid verd­we­nen is. 

Bei­de heren zijn wel naar waarde geschat voor hun bij­drage aan de infor­mat­i­ca. Tim Bern­ers-Lee werd in 2004 tot rid­der ges­la­gen door Koningin Elis­a­beth II en mag zich voor­taan Knight Com­man­der noe­men, de tweede hoog­ste rang in de Orde van het Britse Rijk. Robert Cail­li­au ontv­ing een reeks pri­jzen en werd, eve­neens in 2004, benoemd tot Com­man­deur in de Leopold­sor­de. In 2006 kreeg hij het ere­burg­er­schap van zijn geboortes­tad Tongeren.

Het WWW heeft wellicht defin­i­tief zijn plaats veroverd in het Inter­net, waar het func­tion­eert naast sys­te­men om data, nieuws, doc­u­menten e.d. door te zen­den, zoals e‑mails, het File Trans­fer Pro­to­col (FTP), het Usenet enz. Hier­boven ziet u hoe het Japanse mar­ket­ing­bu­reau Infor­ma­tion Archi­tects het Engel­stal­ige ver­keer’ via het WWW voorstelt als een metroplan. 

Tot daar ons overzicht van wie de vaders waren van een wereld­wi­jd com­mu­ni­catiesys­teem, van­daag niet meer weg te denken en met wor­tels ergens in het begin van vorige eeuw.

En dan nog dit: het twee­t­al dat in 1990 het con­cept van het World Wide Web gestalte gaf, heeft vanzelf­sprek­end een eigen web­site, resp. http://​robert​.cail​li​au​.free​.fr en http://​www​.w3​.org/​P​e​o​p​l​e​/​B​e​r​n​e​r​s​-Lee/. Onze Brit zag blijk­baar meer in Cail­li­au’s www dan deze laat­ste zelf…

Jan Van Besauw 
Pub­li­cist voor US Markets
14 sep­tem­ber 2007.
Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en artikels over uiteen­lopende onderwerpen.

Reac­ties kunt u sturen naar: jan@​usmarkets.​nl


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.