![](/images/legacy-images/images/070206-jvb-+-suez.gif)
Mogen we u voorstellen: Albert Frère
Eergisteren 4 februari blies Albert Frère 81 kaarsjes uit en hij liet bij die gelegenheid weten, dat hij er nog niet aan denkt het zakendoen te laten voor wat het is. Hij is geboren in het Waalse dorp Fontaine‑L’Évêque (ca 30 km van Charleroi in het zuiden van België). Zijn vader was fabrikant van en handelaar in spijkers, een product van de toenmalige florissante Waalse ijzerindustrie.
Hij volgde onderwijs in een school, gesubsidieerd door de Waalse steenkoolindustrie, die dit zich in die tijd kon permitteren. Een echte gedreven leerling was hij niet en het is niet duidelijk of hij wel over een diploma beschikt. Toen zijn vader jong stierf, nam hij het bedrijfje over. Hij was toen rond de dertig jaar en in die tijd (de jaren 1950 – 1960) kende de staalindustrie een grote bloei en Frère kon daar mee van profiteren en bouwde de spijkerhandel uit tot een groep van fabrieken. In de jaren 1970 kwam de oliecrisis, maar Frère kon net op tijd zijn onderneming voor een leuk bedrag verkopen aan de Belgische staat, die dan de kastanjes uit het vuur kon halen, want de staalindustrie in België begin te slabakken en heeft zich sindsdien nooit echt hersteld. Frère was zo slim geweest, het monopolie te hebben op de staalverkoop, zodat hij zonder risico’s zijn spaarpot zag aangroeien. Op zijn 55ste verkocht hij dit monopolie aan de Belgische staat en dan besloot hij zijn energie te steken in dat wat hij altijd al had willen doen: kopen en verkopen van bedrijven.
Hierbij ging zijn aandacht uitsluitend uit naar twee polen: basisvoorzieningen zoals elektriciteit, olie, staal en media aan één kant en aan de andere kant luxeproducten zoals parfum en wijn. Hij is als de dood voor nieuwe technologie als het op beleggen aankomt en hij heeft daardoor nooit geleden onder barstende zeepbellen.
Een van zijn hoofdinstrumenten was de Groep Brussel Lambert (GBL), die hij gebruikte om belangen te verwerven in diverse ondernemingen. Hierbij waren zowel banken (Bank Brussel Lambert), oliebedrijven (Petrofina), verzekeringen (Royale Belge) als uitgeverijen (Dupuis).
Ook verwierf hij een mooie stek in een Frans bedrijf dat Europees markleider is in emmenthalkaas en was hij de motor achter fusies zoals deze tussen BBL en ING en Petrofina en Total.
Dat kopen en verkopen van aandelenpakketten blijft Frère tot vandaag doen en dat het het hem geen windeieren opbrengt, is bewezen uit zijn status van 224ste rijkste mens van de wereld. Zo werd hij ongeveer een jaar geleden (23 februari 2006) op één dag 155 miljoen euro rijker toen bekend werd, dat de topman van de Italiaanse energiereus Enel bekend maakte een bod op Suez te overwegen. Albert Frère, de grootste aandeelhouder van Suez, zag zijn pakketje op slag met 155 miljoen euro in waarde stijgen, zonder er ook maar iets voor te hebben moeten doen.
Het kon dan ook niet uitblijven dat Frère zou bedacht worden met de ene of andere titel en zo werd hij in 2002 in de adelstand verheven en moeten we hem aanspreken als baron.
Zijn recentste wapenfeiten dateren van ongeveer een week geleden (27 januari ll.). Op dezelfde dag nam hij via zijn groep GBL een participatie had genomen van 16,1% in de Franse fabrikant en leverancier van bouwmaterialen Lafarge en van 5% in drankproducent Pernod Ricard.
Zoals we in de inleiding al zegden, zijn in de Belgische zakenwereld de meningen over baron Frère op zijn zwakst gezegd verdeeld. Hij zou rijk zijn geworden door de teloorgang van de Waalse staalindustrie en heeft hij vele belangrijke Belgische ondernemingen laten overgaan in meestal Franse handen.
Sant in eigen land is hij niet, maar in het buitenland hebben vele een hoge pet op van baron Frère. Hij wordt geregeld uitgenodigd door de Franse president Chirac en hij telde de Franse ex-president Valéry Giscard d’Estaing tot zijn persoonlijke vrienden.
Hij houdt niet van dure hobby’s en zelfs het feit dat hij reist met een privéjet legt hij uit als bittere noodzaak om geen tijd te verliezen in vertrekhallen en files.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
6 februari 2007.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en financiële berichten. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.