In het kader van de politieke spanningen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten vragen we ons af, hoe het staat met de bevoorrading met de onontbeerlijke olie.
Toen we werkten aan het Dossier aardolie – update maart 2011 stelden we ons een reeks vragen, waarop we nu gaan proberen antwoorden te formuleren.
Hierbij zullen we het niet alleen hebben over de voorraad ruwe olie, maar ook over de brandstofprijzen, geopolitiek, strategische reserves, alternatieven voor conventionele olie enzovoort.
1. Hoe evolueert de prijs van het vat ruwe olie en welk is de impact op bij voorbeeld de benzineprijs?
De prijs van een vat ruwe olie (zie bovenstaande grafiek) bereikte op 14 juli 2008 een all time high van 145,78 dollar, kalfde dan snel af, bleef van de zomer 2009 tot de herfst 2010 hangen in het prijskanaal 70 – 90 dollar en begon dan vanaf medio februari 2011 pijlsnel te klimmen.
De recente gebeurtenissen in Libië zijn hier natuurlijk niet vreemd aan, alhoewel dit land (cijfers Oil & Gas Journal, jaar 2010) met een productie van 1,652 miljoen vaten per dag goed was voor slechts 2% van het wereldtotaal (79,948 miljoen vaten per dag).
De prijs van Eurosuper 95 (en dat geldt evenzeer voor Superplus 98 en diesel) vertoont een ‘overreactie’. Want toen de ruwe olie zoals eerder gezegd op 14 juli 2008 een all time high van 145,78 dollar/vat liet optekenen, piekte Eurosuper in Nederland en in België mee op resp. 1,591 en 1,531 euro/liter. Deze prijzen zijn nog altijd
6,4 en 3,8% lager dan deze van 9 maart 2011, daar waar het vat ruwe olie op 9 maart 2011 met zijn 105,33 dollar nog altijd 28% lager was dan de all time high.
Weliswaar bestaat meer dan de helft van de prijs van een liter benzine uit taksen en BTW, maar dat was altijd zo. We houden ons hart vast als we bedenken wat er kan gebeuren met de benzineprijs wanneer het vat ruwe olie het record van 2008 zou gaan breken.
2. De politieke onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten jagen de olieprijzen de hoogte in. Hoe erg is de situatie werkelijk?
Nog voor de gebeurtenissen in Tunesië en Egypte kostte het vat ruwe olie al 95 dollar of iets meer. De opstand in Libië joeg de prijs de hoogte in en als de vlam doorslaat naar andere olie- en gasproducerende landen zal dat de druk op de prijs enkel maar verhogen.
3. De meeste, zoniet alle landen hebben grotere of kleinere strategische oliereserves. Is het nu tijd om deze aan te spreken?
De huidige strategische oliereserves worden geschat op 1,6 miljard vaten. Aan het globale consumptietempo van 84,077 miljoen vaten per dag (gegevens Oil & Gas Journal, jaar 2010) volstaat dit voor 19 dagen. Dat in het ondenkbare geval, dat opeens geen enkele olieproducent ook maar iets levert.
Als we de strategische reserves zouden moeten gebruiken om een tijdelijk tekort op te vangen en ervan alle dagen 2 miljoen vaten vrijgeven, dan reikt de voorraad 800 dagen.
Op dit ogenblik (maart 2011) is er nog geen sprake om deze voorraden aan te wenden.
4. Als we de strategische reserves nog niet nodig hebben, is er dan olie te kort en zo ja, hoeveel?
Naar schatting leidde de onrust in Libië tot een productieverlies van tussen 850.000 en 1 miljoen vaten per dag. Dat is om en rond 1% van het dagelijks verbruik wereldwijd. Dit verklaart de fel gestegen olieprijs niet en wat deze laatste betreft, kunnen we stellen dat psychologie (paniek) de drijfveer is om het vat de hoogte in te jagen.
5. Saoedi-Arabië is na Rusland de grootste olieproducent ter wereld. Zal deze Arabische oliestaat zoals in het verleden willen optreden als redder in de nood?
Tussen het streng islamitische Saoedi-Arabië en de westerse wereld bestond altijd al een ambigue relatie. Toch heeft het land in de huidige context laten weten, zijn productie te verhogen met ca 9 miljoen vaten per dag, wat voorlopig ruim voldoende lijkt.
Deze factor zou de olieprijs automatisch moeten drukken, als de eerder vermelde psychologische drijfveer er niet zou zijn.
6. Hebben we het al zo dikwijls aangekondigde piekmoment in de wereldwijde olieproductie bereikt, zoniet overschreden?
Op vele plaatsen is de voorraad conventionele aardolie over zijn toppunt. Dat geldt zeker voor de niet-OPEC landen. De OPEC is niet zo kwistig met informatie over reserves, dus we hebben daar het raden naar de reële olievoorraden. In Noord-Afrika en in het Verre Oosten (China…) zijn mogelijk nog onbekende reserves conventionele olie.
Daarenboven is er oliezand, vooral te vinden in Canada, waarvan de omvang van de reserves nog niet helemaal gekend is. Hoewel we moeten rekening houden met hele grote druk vanuit groene hoek, omdat exploitatie van oliezand een enorme impact heeft op het milieu.
En dan is er nog schalieolie, die amper geëxploiteerd is. Ook hier spelen milieueisen een belangrijke rol.
Samengevat: er is wellicht nog meer olie voorradig dan we op dit moment weten, maar het winnen ervan zal al langer hoe gecompliceerder en dus duurder worden.
7. Welke rol kunnen olievervangers zoals biodiesel of bioethanol spelen?
Het produceren van zg. biobrandstoffen van plantaardige oorsprong eist grote arealen landbouwgrond, die dan verloren gaat om voedsel te verbouwen.
Verder moet ermee rekening gehouden worden, dat het bewerken van de grond evenals het oogsten en verwerken van de planten vraagt energie vraagt en het is de vraag, of de balans in het voordeel van de biobrandstoffen uitdraait.
Hoe dan ook, als er sprake zou/zal zijn van olieschaarste, dan zullen biobrandstoffen in de lift komen te zitten al was het maar om een onderbreking van de bevoorrading olie op te vangen.
Dit waren de vragen die we ons stelden en die we probeerden te beantwoorden. Wordt hoogstwaarschijnlijk vervolgd…
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.