![](/images/legacy-userimages/userimages/060702-jvb+freddie.gif)
Op geregelde tijdstippen geven we verslag over het wel en wee van hypotheekgigant Fannie Mae en sectorgenoot-concurrent Freddie Mac. Waarvan velen zich in de VS (en ook daarbuiten) zich niet bewust van zijn, is het gevaar dat dreigt als deze financiële kolossen van hun voetstuk zouden tuimelen. En dat voetstuk wordt er niet steviger op, nu ook de Amerikaanse overheid zenuwachtig wordt…
Hoelang nog, Fannie en Freddie?
De laatste keer dat we het hadden over Fannie Mae en Freddie Mac was in januari ll. in het artikel Hoe begint 2006 voor Fannie en Freddie? Toen zag het ernaar uit, dat de kaarten iets beter lagen voor Freddie Mac en we verwachtten zelfs dat deze firma zou kunnen profiteren van de problemen van sectorgenoot en concurrent Fannie Mae. Maar toch wezen we erop dat het bij Freddie ook niet allemaal rozengeur en maneschijn was.
De twee firma’s zijn geen KMO’tjs. Fannie Mae en Freddie Mac hebben resp. 5055 en 5064 medewerkers en een ‘enterprise value’ van 988,5 en 753,6 miljard dollar.
Ze hebben enorme kapitalen uitgeleend aan hypotheekmaatschappijen, makelaars en banken. Dit geld hebben zij op hun beurt geleend bij investeerders. Omdat Fannie en Freddie de steun genieten van het Amerikaanse Congress worden ze beschouwd als semi-overheidsbedrijven. Daarom is het tot nog toe voor de investeerders geen probleem geweest om hun kapitaal ter beschikking te stellen van het tweetal.
Het geheel is uitgegroeid tot een delicate constructie, zoals we in vorige artikels al schreven. Een vertraging in de Amerikaanse woningsector zal leiden tot een minder vlot aflossen van de hypotheken, waardoor de maatschappijen die hebben geleend bij Fannie en Freddie in moeilijkheden komen.
Op hun beurt krijgen in dit geval Fannie en Freddie het heel warm, want ook zij zullen op termijn hun (gigantische) schulden niet meer kunnen aflossen. Als de overheid haar handen terugtrekt van boven de hoofden van het tweetal, dan dreigt een bankroet dat in zijn val een groot deel van de economie in
de VS en ook daarbuiten (want het kapitaal komt ook van het buitenland) zal meeslepen.
wit
Hierboven ziet u de grafiek van Fannie Mae over het afgelopen jaar. Na een inzinking in de herfst van 2005 begon het aandeel aan een herstel, dat soms explosieve vormen aannam, zoals in januari dit jaar. Er was wat euforie bij de beleggers omdat ze dachten dat op korte termijn een mentaliteitsverandering zou komen bij Fannie en een gezonder beleid. Uiteindelijk maakte FNM een dubbele top maar ging dan weer bergaf tot de dag van vandaag. De beleggers verliezen de moed en als je onze mening vraagt: je zou voor minder.
wit
wit
Freddie Mac beleefde eveneens een dieptepunt vorige herfst maar is dan een meer regelmatig herstel begonnen dan Fannie. Maar sinds maart van dit jaar lijkt de algemene tendens dalend te zijn.
We moeten ons goed realiseren wat het betekent, wanneer de beurskoersen van deze bedrijven dalen. Wie aandelen van Fannie en Freddie koopt, gaat ervan uit, dat de hypotheekmarkt in de VS er fleurig voorstaat. Wie zijn stukken dumpt, gaat ervan uit dat de woningmarkt vertraagt en/of dat het vertrouwen in de hypotheekverleners Fannie en Freddie tanend is.
wit
wit
Om een idee te hebben, hoe de woningmarkt in de VS ervoor staat, loont het de moeite enkele indices te bekijken. Ten eerste is er de belangrijke Philapdelphia Housing Index, waarvan u hierboven de chart over het laatste jaar ziet. Deze index groepeert de beurskoersen van 20 Amerikaanse firma’s, bedrijvig in de woningbouw en –inrichting.
De figuur spreekt voor zichzelf: sinds mei hebben beleggers massaal winst genomen op hun effecten, zodat de index ca 60 punten naar beneden is getuimeld.
Een tegengesteld patroon volgt de grafiek van de 10 Year Treasury Note Index. De stijgende lijn toont aan, dat obligaties weer in trek zijn. In tijden van onzekerheid vluchten velen weg van de aandelen naar de obligaties. Dat zouden voor een groot deel beleggers in woninggerelateerde aandelen kunnen zijn…
Een paar dagen geleden werd het nieuws bekend, dat het ministerie van Financiën in de VS aandringt op een veel strengere wetgeving voor het toezicht op firma’s zoals Fannie en Freddie.
Een zegsman van genoemd ministerie, de heer E. Henry, vergelijkt het risico van een ineenstorting van Fannie en/of Freddie met wat gebeurd is toen in 1998 het ‘hedge fund’ LTCM (Long-Term Capital Management) overkop ging en erin geslaagd was, om in amper 4 maanden tijd meer dan 4,6 miljard dollar te verliezen. Een niet mis te verstane waarschuwing van deze bezadigde zegsman.
Het geduld van de overheid (en de beleggers) in de VS raakt blijkbaar op. Vandaar de titel van dit artikel.
Jan Van Besauw
Columnist voor US Markets
2 juli 2006.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets columns en financiële berichten. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten .
Reacties kunt u sturen naar: jan@usmarkets.nl
it