Boeing en Airbus: de strijd gaat verder

In de lucht­vaart­sec­tor houden aart­sri­valen Boe­ing en Air­bus de degens nog alti­jd gekruist en de kansen zijn wisselend.

In de 1960’er jaren dacht­en Frankrijk en Groot-Brit­tan­nië het ei van colum­bus te hebben uit­gevon­den door een super­son­isch pas­sagiersvlieg­tu­ig te ontwikke­len en na een eerste testvlucht in 1969 begonnen in 1976 de Con­corde de lijn­vlucht­en. Dit toes­tel kon 128 per­so­n­en in iets meer dan 3 uren van Par­i­js naar New York bren­gen en vloog hier­bij twee keer sneller dan het gelu­id. Duur was zo’n reis­je wel, nl. ca 11.000 euro heen en terug. Maar de exploitan­ten British Air­ways en Air France rede­neer­den dat met een sti­j­gend aan­tal toestellen de tick­ets automa­tisch democ­ra­tis­ch­er zouden wor­den. Helaas, er wer­den maar 20 Con­cordes gebouwd want con­cur­rent Boe­ing antwo­ordde in het­zelfde jaar 1969 met zijn type 747, dat 400 tot 500 per­so­n­en meenam voor een aan­vaard­bare pri­js. Het suc­ces van de 747 bli­jft duren en daarom wilde Air­bus een tegen­zet doen met de A380, die sinds 2007 in gebruik is. Het is met zijn lengte van 73 meter het groot­ste pas­sagiersvlieg­tu­ig op dit ogen­blik en het kan 555 of 853 per­so­n­en vervoeren.

Heeft de ontwik­kel­ing van de A380 en van de andere toestellen uit de Air­bus­groep voor­sprong gegeven t.o.v. Boe­ing? Als we verkoop­ci­jfers van de eerste 9 maan­den van 2012 bek­ijken dan moeten we deze vraag negatief beantwoorden.

Want in de eerste 3 kwartal­en 2012 heeft Boe­ing ruim dubbel zoveel bestellin­gen voor nieuwe toestellen kun­nen noteren dan Air­bus. Prob­le­men met de vleugels van vlaggen­schip A380 heeft stokken in Air­bus’ wie­len gesto­ken, want de pro­duc­tie is op ​‘hold’ gezet en nieuwe bestellin­gen bli­jven (begri­jpelijk­er­wi­jze) uit.

Zodoende heeft Air­bus tot op heden slechts 17 van de 30 voor 2012 gep­lande A380’s kun­nen aflev­eren. En van de verwachte bestellin­gen van een nieuwe serie van 30 stuks kwam tot nog toe niet veel in huis: sinds jan­u­ari 2012 kwam slechts één bestelling binnen.

Ook met haar overige vlieg­tu­ig­types heeft de fir­ma Air­bus het kwaad. Van de gep­lande 580 een­heden kon­den er 405 (70%) uit­geleverd wor­den. Wat ook beduidend is: van de voor 2012 verwachte 600 tot 650 bestellin­gen heeft Air­bus er tot op heden (8 okto­ber 2012) maar 437 ont­van­gen.

Con­cur­rent Boe­ing heeft in de eerste 9 maan­den van 2012 436 ver­keersvlieg­tu­igen uit­geleverd, dat is 73 tot 75 tot % van de gep­lande 600 à 585 stuks. Een beter resul­taat dan Air­bus, maar ook niet echt schit­terend.
Maar het aan­tal bestellin­gen na 9 maan­den 2012 is bij Boe­ing indruk­wekkend: 962 een­heden, dat is een behoor­lijk stuk meer dan de hogerver­melde 437 stuks bij Airbus.

Bij Air­bus al men met lede ogen kijken naar het afgelopen jaar 2011, toen het bedri­jf uit Toulouse de Amerikaanse con­cur­rent ver achter zich liet met bestellin­gen voor 1419 toestellen ver­sus de 805 stuks bij Boeing.

Bij Air­bus verwacht men veel van de zuinigere ver­sie van de A320, de A320neo voor de mid­del­lange afs­tand, waar­voor het bedri­jf sinds de aan­vang van 2011 al ca 1500 orders heeft ont­van­gen. Als tegen­zet lanceert Boe­ing een zuinige ver­sie van de bek­ende 737, nl. de 737-MAX. Het komt er nu op aan wie het eerst een onberispelijk vlieg­tu­ig kan aan­bieden aan het cliënteel. 

U merkt het: de stri­jd gaat onver­min­derd verder, de twee rivalen willen van geen wijken weten. En wij, pas­sagiers in spe staan erbij en kijken ernaar.

Jan Van Besauw
Colum­nist voor USMar​kets​.nl