Het lijstje van de 10 meest solide, lees veiligste, banken heeft sinds 2008 een viertal toppers verloren en de nieuwkomers hebben gezorgd voor een grondige herschikking. Tijd dus voor een update.
Het blijft rommelen in de bankwereld. We denken hier niet alleen aan JPMorgan Chase dat in de schandaalsfeer is beland. Ook de wereldwijde malaise in de bankenwereld, hand in hand met de ontsporende overheidsschulden, vooral in Zuid-Europa is verontrustend en zou de indruk kunnen wekken, dat er geen solide banken meer zijn.
Maar uit een evaluatie van het magazine Global Finance blijkt, dat er nog vele banken zijn, die hun cliënteel het meeste zekerheid kunnen bieden. Het magazine deed een analyse van 500 banken en destilleerde hieruit de 50 meest betrouwbare volgens een reeks criteria en ook gebaseerd op het oordeel van rating firma’s, met name Fitch, Moody’s en Standard & Poor’s.
Wij verzamelden de top-10 in onverstaande tabel.
De koppositie komt toe aan de Duitse KfW Bankengruppe, in 1948 opgericht als Kreditanstalt für Wiederaufbau in het kader van het Marshall Plan. Het is een overheidsbank en is o.a. actief in het financieren van kleine en middelgrote ondernemingen. KfW telt meer dan 4.000 medewerkers.
Van goud naar zilver de Caisse des Dépôts et Consignations. Deze bijna twee eeuwen oude Franse deposito- en consignatiekas functioneert onder staatstoezicht en werd een jaar na Waterloo opgericht (en we citeren) ‘om na de wanorde van het Eerste Keizerrijk het vertrouwen te herstellen’. Anders gezegd: na het rommeltje dat Napoleon achterliet was het nodig de spaarders terug aan te trekken. Deze overheidsinstelling stelt ca 69.000 mensen tewerk.
Van 2 naar 3 zakte de Bank Nederlandse Gemeenten. Ze is bijna één eeuw geleden opgericht en is qua omzet de vierde bank van Nederland. Zoals de naam het laat vermoeden, is ze gespecialiseerd op het vlak van gemeentefinanciën. Het personeelsbestand is met nog geen 350 eenheden eerder bescheiden.
Op de 4de plaats ontmoeten de eerste nieuwkomer in ons overzicht, nl. de Zürcher Kantonalbank. Ze opereert al sinds 1870 en is de vierde grootste Zwitserse bank. De aandelen zijn voor 100% in handen van het kanton Zürich. Tot haar cliënteel behoren even goed privépersonen als ondernemingen, waarvoor ze investeringen begeleidt. Er werken ca 4.825 mensen.
Van 3 naar 5 zakt de Duitse Landwirtschaftliche Rentenbank. Oorspronkelijk ging het om de Deutsche Rentenbank die in 1923 werd opgericht om de toenmalige hyperinflatie te lijf te gaan. In 1949 veranderde de naam in Landwirtschaftliche Rentenbank en was de focus het herfinancieren van de landbouwbedrijven, die veel hadden geleden onder de Tweede Wereldoorlog. Deze bank verleent rechtstreeks kredieten voor het ontwikkelen van landbouwactiviteiten maar steunt tevens andere banken, actief op dit gebied.
Eveneens met twee plaatsen, van 4 naar 6, daalt de Nederlandse Rabobank, die ontstaan is uit een Duitse boerenleenbank in de trant van bovenvermelde Landwirtschaftliche Rentenbank. In 1864 kwam een zekere Friedrich Raiffeisen op het idee, iets concreet te doen aan de armoede die heerste op het platteland. In 1898 werd in Nederland de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank op gericht, waaruit later Rabobank zou ontstaan, die vandaag in 43 landen meer dan 60.000 medewerkers telt en actief is in alle klassieke bankoperaties evenals in vermogensbeheer, leasing en het financieren van vastgoed.
Van 5 naar 7 zakt de relatief jonge L‑Bank, waarvan u de (lange) complete naam vindt onderaan de tabel. Ze heeft als hoofddoel het verstrekken van leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen, voor de woningbouw, studentenbeurzen e.d. Deze bank telt ca 1.100 medewerkers.
Ex aequo met de L‑Bank vinden we op plaats 7 de tweede nieuwkomer, de Nederlandse Waterschapsbank (NWB). Ze bestaat bijna 60 jaar en heeft als hoofddoel financiële dienstverlening aan de overheid. Op deze manier is de bank betrokken in het financieren van Nederlandse gemeentes, provincies en waterschappen, die als overheidsorgaan verantwoordelijk zijn voor de waterhuishouding.
Nummer 8 is alweer een instelling met een respectabele ouderdom, nl. de 156 – jarige Luxemburgse Banque et Caisse d’Épargne de l’État (BCEE of S‑Bank). De Luxemburgse overheid is voor 100% eigenaar en aan de oorspronkelijke functie als spaarkas zijn thans alle andere bancaire activiteiten toegevoegd aan het dienstenpakket. Er werken ongeveer 1.800 mensen.
Door te stijgen van 10 naar 9 is de NRW Bank de enige klimmer in de top-10. NRW staat voor Nordrhein-Westfalen wat betekent, dat deze bank zich aanvankelijk concentreerde op deze Duitse deelstaat. Ze verleent klassieke kredieten aan ondernemers, maar houdt zich ook bezig met het ontwikkelen en steunen van initiatieven m.b.t. woon- en leefomgeving, milieu en klimaat, onderwijs en cultuur en zo meer. Ze heeft een neutrale positie en is dus niet concurrentieel met andere banken of andere financiële instellingen. Er zijn 1.255 medewerkers.
En op plaats 10 sluit een reus de rij: de Spaanse Banco Santander, voluit Banco Santander Central Hispano (BCH), in 1999 ontstaan uit de fusie van de Banco Santander (opgericht in 1857) en de Banco Central Hispano (1991). De bank is een wereldwijde speler en stelt bijna 171.000 personen tewerk.
Waar er winnaars zijn, zijn ook verliezers. Het volgende viertal moest de top-10 verlaten:
- van 6 naar niet meer bij de top-50: Lloyds TSB
- van 7 naar 15: het Franse BNP Paribas
- van 8 naar niet meer bij de top-50: Dexia Bank, inmiddels gedeeltelijk omgedoopt tot Belfius
- van 9 naar 36: Wells Fargo
En hiermee besluiten we onze update van de top-10 meeste solide banken op dit ogenblik.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten