![](/images/legacy-images/images/081103--jvb-+-geld.gif)
Wat nu, heren Bernanke en Greenspan?
De nu 82-jarige ex-Fedvoorzitter Alan Greenspan heeft altijd uitgemunt in een vage manier van zich uitdrukken. De petite histoire wil, dat hij zijn echtgenote Andrea Mitchell drie keer heeft moeten ten huwelijk vragen, omdat ze de twee eerste keren niet begreep waarover hij het had.
Sinds zijn aftreden op 31 januari 2006 als voorzitter van de Federal Reserve heeft hij niet
met zijn pantoffels aan bij de haard zitten mijmeren. Hij schreef een boek over de 18 jaar dat hij de invloedrijkste economist ter wereld was en hij was een hooggewaardeerde (en dik betaalde) spreker in allerlei financieel geïnteresseerde gezelschappen. Altijd behield hij zijn unieke manier van spreken, die zijn toehoorders dwong het tipje van hun stoel op te zoeken. Maar nu we geconfronteerd zijn met eerst de krediet- en dan de bankencrisis en nu een recessie ons boven het hoofd hangt, spreekt Greenspan klare taal. Dat deed hij bij voorbeeld op donderdag 23 oktober 2008, toen hij door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden (maakt samen met de Senaat het Congres uit) geconvoceerd was om zich te verantwoorden voor zijn beleid als Fedvoorzitter. Hij vergeleek de kredietcrisis met een tsunami, die slechts eenmaal per eeuw voorkomt. Hij deed er nog een schepje bovenop door te zeggen, dat het consumptiegedrag zeer snel bergafwaarts zal gaan, dat er hoge werkloosheid staat aan te komen en dat het minstens maanden zal duren voordat het tij zal keren.
De stemming bij zijn toehoorders werd waarschijnlijk nog beter, toen hij toegaf dat hij de bui drie jaar geleden, dus nog ruim een jaar voor hij zijn voorzittershamer overdroeg aan Ben Bernanke, al had zien hangen. ‘Ik deed er niets aan, want ik heb altijd geloofd in de zelfregelende capaciteit van het bank- en financiewezen’, voegde hij eraan toe. Nu, drie jaar later, is Greenspan 180 graden gedraaid en is hij voorstander van overheidsbemoeiing in de vorm van overnames (denk aan Fannie Mae en Freddie Mac), strengere reglementen en kapitaalsinjecties (reddingsplan van 700 miljard dollar). Bovenvermeld Huis van Afgevaardigden heeft trouwens gestemd tegen dit plan. De initiatiefnemers ervan (president Bush, minister van Financiën Paulson en Fedvoorzitter Bernanke) hebben dit besluit naast zich neergelegd. Ze doen rustig verder met hun plan en willen het zelfs nog uitbreiden naar verzekeraars. Dit even tussendoor.
Over aartsvijand inflatie heeft Greenspan het ditmaal niet of nauwelijks gehad. Opvolger Ben Bernanke (wordt 55 in de loop van december 2008) heeft blijkbaar tot op heden nog geen inflatievrees. En hoogtevrees ook niet, want was hij het niet die zegde desnoods ‘bankbiljetten vanuit een helikopter over de mensen uit te strooien’ als dat de situatie kon redden. Hij bedoelt hiermee, dat zo nodig de overheid bedrijven in nood kan overnemen om de werkgelegenheid in stand te houden. Met welk geld deze overnames kunnen gebeuren? Als je je hand op de startknop van de drukpers hebt, is er geen probleem.
Een voorzitter van de Fed die zulke uitspraken doet, het is o.i. hallucinant. Wat hij wil doen, is geld laten bijdrukken omdat banken, bedrijven en consumenten hun centen oppotten. Daarmee pak je de oorzaak van dat oppotten niet aan. Daarmee stuur je aan op hyperinflatie.
Dat is o.a. gebeurd in het Duitsland van vlak na WO I, voornamelijk in de jaren 1922 en 1923. Er werd toen niet meer geïnvesteerd in binnenlandse bedrijven het geld dat er nog was werd uit de banken weggetrokken en vloeide naar het buitenland. Tegenover de geldwaarde stond geen tegenwaarde meer in de vorm van goud of economische activiteiten (binnenlands product). In het jaar 1923, op het toppunt van deze crisis in Duitsland, stegen de prijzen dag na dag met een factor 10. Postzegels waren te klein voor al die nullen. Nieuwe bankbiljetten drukken was te duur, men drukte gewoonweg op de bestaand nullen bij. De brandstof die je kon kopen gaf minder warmte dan het papier van die karrenvrachten biljetten, dus werden die in de kachel gegooid.
Zo’n vaart al het zo goed als zeker nu niet meer lopen. Trouwens, de redenen voor die hyperinflatie in Duitsland waren te vinden in de herstelbetalingen, opgeëist door Frankrijk en Groot-Brittannië na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Dat is heel anders dan de redenen voor de huidige krediet- en bankcrisis. Maar toch. In 1923 waren versoepelingen van de herstelbetalingen olie op de golven. Er kwam terug wat vertrouwen in het binnenlandse bankwezen en de economische activiteit trok aan. Meer en meer Duitsers konden het leger van werklozen verlaten en vonden banen in de industrie. Ze bouwden motoren, vliegtuigen, fabriceerden textiel en legden autostrades aan. Spijtig genoeg waren dat nogal veel tankmotoren, jachtbommenwerpers, uniformen en autostrades voor troepentransport, maar dat is een andere geschiedenis.
Hoe het de VS en in de schaduw daarvan de rest van de wereld zal vergaan de komende maanden, dat is nog een onbeschreven bladzijde.
In alle geval heeft Ben Bernanke vorige week woensdag 29 oktober 2008 een verlaging van de basisrente tot 1% toegestaan. De marktreactie was lauw. Want het systematisch naar beneden afstellen van de basisrente maakt een ander spook wakker, dat van de deflatie. Als een deflatoire spiraal op gang komt, krijgen we verlaging van prijzen én lonen en worden aangegane schulden zwaarder. Juist, je zal (tijdelijk) minder moeten betalen voor voeding maar tegelijkertijd zal je merken, dat je koopkracht een dreun krijgt, omdat de aflossing voor je woning, je wagen of wat dan ook niet zakt. Als dan de heer Bernanke vanuit zijn helikopter geld begint te laten neerdwarrelen, is het hek van de dam. Dan slaat deflatie om in inflatie en daarover hebben we het al gehad.
Sommige waarnemers geven het advies, in deze tijden te investeren in harde (olie), zachte (voeding) grondstoffen en in edele metalen. Die zouden het altijd goed doen zodra een recessie op haar einde loopt. Of dit een juist advies is, daar durven we ons nog niet uitspreken.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.