Volgens velen ziet het ernaar uit, dat de financiële crisis achter de rug is en dat beleggen opnieuw interessant is. Nochtans is het plaatje niet zo mooi als men ons in Wall Street wil doen geloven…
Als we de evolutie van de Dow Jones Industrial Average (DJIA) de drie afgelopen jaren bekijken, dan merken we dat deze index het dieptepunt van begin februari 2010 op gedecideerde wijze achter zich heeft gelaten. Andere indices zoals de Nasdaq Composite en de SP 500 tonen een analoog patroon.
Daarop voortgaande zou men geneigd kunnen zijn te denken dat het leed geleden is en dat de belegger vrolijk fluitend posities kan (her)nemen of uitbreiden. Naar onze mening is de situatie niet zo rooskleurig.
Wat er gebeurd is tijdens de crisisperiode 2008 – 2009 blijkt meestal in het collectieve geheugen naar de achtergrond te zijn verdrongen. Toch mogen we niet vergeten, dat in deze relatief korte periode Wall Street miljarden dollars heeft zien verdampen, meer dan 11% van het geld van de beleggers. Dat dit kon gebeuren, toont aan dat het merendeel van wie zijn geld belegt, zich nog altijd laat leiden door emoties, gecombineerd met gulzigheid en de invloed van manipulaties. En wat deze laatste betreft, moeten we niet in de eerste plaats denken aan niet altijd bonafide financiële instellingen, maar wel aan Wall Street zelf. Want het was dit financiële monument dat de afgelopen jaren nooit toegaf dat het echt bergaf ging. U weet wel, licht aan het einde van de tunnel enzovoort. Nu het nog altijd heel prille herstel er is, horen we juichkreten en optimistisch gefluister in de wandelgangen. ‘Er liggen betere tijden voor ons’ of ‘in 2010 stijgt de Dow Jones minstens 20%’ zijn enkele hardnekkige geruchten.
Wall Street is te vergelijken met een casino. Als algemeen gezien de spelers niet zouden verliezen, gingen casino’s failliet. Dat is ine miene mutte logica, maar weinigen zijn hiervan doordrongen. In een casino kan de speler toch winst maken, als hij of zij tijdig stopt nadat een bescheiden bonus werd behaald. Hetzelfde geldt voor Wall Street, bij uitbreiding voor gelijk welke beurs.
En Wall Street is klaar voor een nieuw offensief richting beleggers. Er komen nieuwe, gesofisticeerde beleggingsproducten op ons af, te klasseren als ‘financiële massavernietigingswapens’ om Warren Buffett te citeren, toen deze het had over de derivatenmarkt, die in de VS een waarde van ongeveer 670 miljard dollar vertegenwoordigt.
Het is juist, van begin maart 2009 tot begin maart 2010 is de DJIA 60% gestegen. Wie een jaar geleden in deze index stapte, heeft nu een mooie winst, die echter virtueel blijft totdat de posities gesloten zijn. En daar wringt het schoentje. In een, wellicht kunstmatig, opgeklopt sfeertje van ‘the sky is the limit’ zal elk voorstel om uit de beurs te stappen worden weggelachen door zogenaamd welwillende adviseurs. Toch is opletten de boodschap.
Studies bewijzen dat niemand, noch Wall Street professionals, noch de beleggers-met-de-pet, een betrouwbare langetermijnvoorspelling kan doen. Dat gaan ook wij niet doen, maar wel willen we meegeven wat volgens ons de redenen kunnen zijn, dat Wall Street tegen eind 2020 tot 20% naar beneden kan gaan. We vonden 7 punten om niet in de wind te slaan. Hier gaan we.
1. Casino Wall Street
Tussen 2000 en 2009 heeft de DJIA enkele zware uitschuivers gemaakt. Tussen januari 2000 en juli 2002 verloor de index bijna 31%. Daarna volgde een herstel met 87%, dat duurde van juli 2002 tot oktober 2007. Om 53% te dalen, volstond een periode van oktober 2007 tot maart 2009. Daarna herwon de index ca 60%. Maar in maart 2010 staat de index nog altijd 25% onder de all time high van oktober 2007. De kans op een nieuwe duik en dat de belegger ‘Casino Wall Street’ met lege zakken zal moeten verlaten lijkt ons groter dan het omgekeerde, wat zal blijken uit de volgende paragrafen.
2. Onverschilligheid troef in Wall Street
Wall Street lijkt zich niets aan te trekken van het wel en wee van wie zijn geld belegt, per slot van rekening zijn klanten. Wall Street heeft twee grote obsessies: het uitkeren aan eigen staf van bijna onbehoorlijke bonussen en het lanceren van allerlei financiële instrumenten met grote hefboomwerking. Deze laatste spelen in op de al eerder vermelde gulzigheid van de beleggers en brengen Wall Street geen windeieren op. Winsten van 100 miljoen dollar op een dag zijn geen uitzonderingen. Maar een hefboom werkt in twee richtingen en als het zuidwaarts gaat, dan weten we hoe erg dat kan worden, denk maar aan de Lehman Brothers en de Citibanks van deze wereld.
3. Overheidsschuld VS: zwaard van Damocles
De overheidsschuld van de VS is nu al voorbij 23,7 miljard dollar en geen mens die weet hoe dat gat gedicht kan worden. Het ziet ernaar uit, dat noch economisten, noch politiekers, noch bankiers, noch bedrijfsleiders lessen uit het verleden hebben geleerd of hebben willen leren.
Toch al ook hier de rekening vroeg of laat gepresenteerd worden, met nefaste gevolgen voor de VS-economie.
4. De monetaire politiek van de Federal Reserve.
Eerst was het Alan Greenspan, dan zijn opvolger Ben Bernanke die hebben gezorgd voor een schier eindeloze toestroom van goedkoop geld naar de banksector. Onlangs nog verlengde president Obama het mandaat van Bernanke en als klap op de vuurpijl kreeg deze laatste de steun toegezegd van zijn regionale directeurs om zijn ‘helikopterpolitiek’ voort te zetten. Dit lijkt ons een recept voor een bubbel.
5. Socio-politieke spanningen in de VS
Het gebakkelei in het Congres, het uiteenvallen van zowel Democraten als Republikeinen in groepen pro en contra Obama, het breder worden van de kloof tussen rijk en arm, de spanningen tussen het Amerika van de bedrijfswereld en het Amerika van de man in de straat zijn alle indicatoren dat de eens zo geroemde stabiliteit van de VS veel van zijn pluimen heeft verloren.
De eerstvolgende verkiezingen (tussentijdse in 2010, presidentiele in 2012) zouden onaangename verrassingen kunnen opleveren, met als gevolg dat het landschap van Wall Street er allesbehalve beleggingsvriendelijk zou kunnen gaan uitzien.
6. Buitenlandse politiek VS
De oorlog in Irak is nu een doorn in het oog van een meerderheid van de Amerikaanse bevolking. De algemene overtuiging leeft, dat deze oorlog begon onder valse voorwendsels en als gevolg heeft, dat de vijanden van de VS nog sterker zijn geworden wegens de martelaarsrol van de bewegingen gericht tegen de VS.
Met nog de oorlog in Afghanistan erbovenop heeft de Amerikaanse economie te maken met een kostenpost van vele miljarden dollars, die de put in de schatkist alleen maar groter maakt.
7. Volgende bankcrisis: een brug te ver
De snelheid waarmee de banken – met overheidssteun — er in 2009 terug bovenop kwamen en het feit dat ze de hen toegestoken gelden niet voldoende besteedden zoals bedoeld baart sommigen zorgen. Sommigen, want in en rond Wall Street doet men of zijn neus bloedt. Het ergste is, dat onder de toplui van het bankwezen de overtuiging leeft, dat bij een eventuele tweede bankcrisis de overheid (lees: de belastingsbetaler) opnieuw over de brug zal komen met de nodige miljarden. Maar als de banksector nogmaals een buiklanding zou maken, dan zal blijken dat het geld er niet meer zal zijn. Een tekeningetje erbij is niet nodig: het gevolg zou niet een recessie zijn, maar veel erger, een tweede Grote Depressie.
U merkt het: een zevental exact te meten of te evalueren punten wijzen op een hoog risico voor beleggers, die zich laten leiden door de klassieke drijfveren zoals daar zijn kuddementaliteit en hebzucht. Alleen wie met een grote dosis koelbloedigheid en dus zonder emotie belegt, zonder te azen op megawinsten belegt maakt kans op winst. Daarbij moet hij/zij rekening houden, dat de posities van nabij opgevolgd moeten worden en dat uitstappen bij het minste vermoeden van onraad een must is.
Kwestie van erbij te staan en ernaar te kijken als Wall Street langs de glijbaan naar beneden dondert.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.