![](/images/legacy-images/images/wall_street(1).jpg)
De Straat:
Wall Street (voorheen “Waal Straat” of “Wal Straat”) is genoemd naar de wal die de Nederlanders bouwden om niet alleen de indianen, maar ook de Engelsen en de Fransen, buiten de Nederlandse vestingsplaats te houden. Dezelfde straat werd ten tijde van Peter Stuyvesant, die de wal aanmerkelijk liet verbeteren, “Het Cingle” genoemd. De wal werd al snel overbodig, wat des te meer duidelijk werd toen Peter Stuyvesant zelf als eerste dorpeling er buiten ging wonen. De dreiging werd ook minder omdat de Nederlanders slaven van de Portugezen kochten. Hierdoor werd het land snel opgebouwd, de Nederlanders hadden meer ruimte nodig en de indianen werden landinwaarts gedreven. Deze burgwal verloor daardoor uiteindelijk zijn defensieve functie; in 1699 werd de wal definitief afgebroken. De overdracht van Nieuw-Amsterdam aan de Engelsen zorgde ervoor dat de naam Walstraat — de plek waar er ooit een ‘wall’ was — nu als Wall Street verder leefde.
De Beurs:
Een kamer op Wall Street 40 was, in 1817, het eerste permanente hoofdkantoor van de beurs van New York, de New York Stock Exchange. Vandaag de dag is Wall Street ongeveer het centrum van New York’s financiële district. De term Wall Street wordt dan ook wel gebruikt voor de Amerikaanse financiële wereld als geheel.
In de ongeveer 800 m lange Wall Street en omliggende straten kan de zon door de hoge gebouwen nauwelijks doordringen, vandaar dat deze straten wel de “canyons van New York” worden genoemd.
De CRASHES
1929
Op donderdag 24 oktober 1929 begonnen de aandelenkoersen op de New York Stock Exchange extreem te dalen. In de paniek die hierdoor ontstond probeerden beleggers hun aandelen te verkopen, waardoor de koersen volledig inzakten. Aan het einde van de dag (die de geschiedenis zou ingaan als Zwarte Donderdag) waren de meeste aandelen sterk gedaald. Na een kleine opleving daalden de koersen later nog verder. Het dieptepunt van de markt zou uiteindelijk pas bereikt worden op 8 juli 1932 op een niveau van 41,22. Dat niveau was voor het laatst gezien in de negentiende eeuw. Het zou nog tot 1954 duren totdat de koersen weer op het niveau waren van het hoogtepunt in 1929 van 381,17 pnt.
Door de crisis konden veel leningen niet terugbetaald worden waardoor banken failliet gingen. Dit had een sneeuwbaleffect tot gevolg waardoor de verslechterende economie versneld in een depressie terecht kwam. Nog extra gevoed door de deflatie die daardoor ontstond en het instorten van de handel belandde vervolgens de hele wereld in een laagconjunctuur.
1987
Nadat in 1986 wereldwijd de kapitaalmarktrente samen met de aandelenkoersen stevige stijgingen lieten zien ontstond er halverwege oktober 1987 een sterke daling op de beurzen. Nadat in het weekend van zaterdag 17 en zondag 18 oktober de Amerikaanse minister James Baker zich kritisch over het economische beleid van de Duitsers uitlaat wordt de stop eruit getrokken. Op maandag 19 oktober opent de Dow Jones 200 punten lager op een niveau van 2040 en sluit de dag af met een record verlies van 508 punten op 1738,42 oftewel een daling van 22,6%. De FED verlaagt de korte rente, en ook de lange rente die de dagen voor de crash tot boven 10% was gestegen daalt weer onder dit niveau. De volgende dag daalt Tokio met 15% tot een niveau van 21911 punten.
Guy Boscart
US Markets