In de 17de eeuw deed zich een fenomeen voor, dat we vandaag zouden bestempelen als hype. De handel in tulpenbollen werd door heel velen als bijzonder winstgevend aanzien, (bijna) iedereen wilde snel rijk worden op deze manier en de prijzen swingden de pan uit. Tot de onvermijdelijke crash volgde…
Waanzinnige tulpenhype in de 17de eeuw
De 17de eeuw staat in de geschiedenisboeken als de Gouden Eeuw, de periode van grote economische bloei in de Nederlanden of beter gezegd Noord-Nederland. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) zorgde voor een constant vrachtverkeer naar en van exotische oorden.
In die tijd leefde Charles de l’Ecluse, een plantkundige die naar toenmalige gewoonte zijn naam gelatiniseerd had tot Carolus Clusius. Hij was hoogleraar te Leiden en als hij geen les gaf, bracht hij zijn dagen door in zijn ‘hortus’, nu zouden we zeggen zijn kruidentuin.

Carolus Clusius, 1526 – 1609
Clusius was gefascineerd door botanica. Hij bracht onbekende planten naar Nederland, zoals de jasmijn, de paardekastanje, de schorseneer en de snijboon. Maar zijn voorliefde ging uit naar bolgewassen, iets dat in de Hollandse 17de eeuw volkomen nieuw was. Van zijn reizen naar Zuid-Europa bracht hij narcissen en hyacinten mee, maar die verzonken volgens hem in het niet bij de tulpen. Dat ging zo: op een keer was hij in Turkije te gast bij de Oostenrijkse ambassadeur. Deze brave man vond Clusius wel een leuke kerel en hij gaf hem een zakje met enkele tulpenbollen cadeau. En daarmee is alle ellende begonnen.
Toen Clusius in zijn hortus stond te kijken naar zijn narcissen, hyacinten en pas ontloken tulpen, vond hij dat de tulbandvormige bloemen de mooiste op aarde waren. Hij begon driftig te experimenteren met vormen en kleuren. Al gauw raakte bekend dat in Leiden een heel speciale soort bloemen gekweekt werd.
Rijke kooplieden wilden hun tuinen ook wel versieren met die ‘tulipa’s’, maar Clusius was niet te vermurwen. ‘Mijn studiemateriaal is niet te koop, wat denk je wel!’, moet hij in Oud-Hollands gezegd hebben. Onbekenden dachten: ‘Wat je niet kunt kopen, kan je wel stelen’, en op een nacht verdwenen Clusius’ kostbare bollen, niet een stak er nog in de grond.
Die diefstal was als het ware het startschot voor de hype. Wie de dieven waren is nooit bekend geraakt. Wel is het een feit, dat allerlei lieden begonnen tulpen te kweken en die voor veel geld verkochten aan de nieuwe rijken van die tijd, die er hun buitenverblijven mee versierden.

Hierboven zien we een afbeelding van Huys Sandvliet, een optrekje dat later zou uitgroeien tot Keukenhof. Het werd mode om bij voorbeeld oprijlanen op te smukken met rijen tulpen van alle mogelijke kleuren en vormen.
En deze kleuren en vormen brengen ons nog even terug bij de brave mijnheer Clusius, die zelf geen bollen meer had en met lede ogen aanzag wat er in zijn land gebeurde. Clusius had in zijn kweekwoede verschillende tulpenvariëteiten gecreëerd en ze voorzien van originele of romantische namen, zoals Ducken,Violetten, Schoone Helena, Bruyd van Enchuysen en Admirael de France.
Het meest gegeerde waren de ‘gevlamde’ bloemen. Niet zozeer wegens hun mooie kleur of vorm, maar wel omdat je nooit kon voorspellen of er uit de bol die je had geplant, een gewone of een gevlamde tulp zou te voorschijn komen. Wat men in die tijd nog niet wist en niet kon weten was dat de gevlamde tulpen eigenlijk zieke exemplaren waren, aangetast door een virus. Het hierboven afgebeelde exemplaar is een voorbeeld van zo’n ten onder gaande bloem, waarvan de bollen enorm duur werden verkocht.
De jaren na Clusius’ dood in 1609 vormden een aanloop naar een hype, die haar toppunt zou bereiken eind 1634 om te duren tot begin 1637.
Als u in de rest van dit verhaal de begrippen ‘tulp’ en ‘bloembol’ vervangt door ‘aandeel’ en ‘future’ dan zult u merken, dat de gebeurtenissen in de 17de eeuw een herhaling hebben gevonden in de 20ste eeuw wanneer in 1929 Wall Street crashte en eind 1990’er jaren, toen de technologiegekte leidde tot wat Alan Greenspan ‘irrational exhuberance’ noemde.
Voor een bol/future waarvan men hoopte dat hij een gevlamde bloem zou opleveren, werden bedragen neergeteld waarvoor wij nu nog zouden terugdeinzen. Of vindt u 2.200 euro niet nogal duur voor één enkele knol?
En als de bol/future een belofte inhield voor een rood-witte ‘gescheurde’ dan gingen de prijzen nog hoger, kijk maar wat men hiervoor durfde bieden:
Het is niet moeilijk je voor te stellen, dat tulpenbollenhandel als een lucratieve bezigheid beschouwd werd. Net zoals in de 1920’er en de 1990’er jaren, interesseerde iedereen zich voor tulpen/aandelen en gingen de wildste verhalen rond over hoe snel je steenrijk kon worden door deze bloemen te kweken.
Tijdens de technologiehype zag bijna iedereen die een dotcom-bedrijfje uit de grond stampte het geld toestromen omdat het publiek niet genoeg aandelen kon kopen, in de overtuiging dat hun koers in de kortste keren zou vertienvoudigen. Zo ook ging het in de 17de eeuw. Bollen gingen van hand tot hand en in sommige gevallen werden bollen verkocht die nog niet bestonden.
Niets leek de tulpenbollengekte nog te kunnen stoppen. Iedereen was dol op dit statussymbool, iedereen dacht de vraag nooit zou stoppen en dat de prijzen altijd zouden blijven stijgen. Dat is de brandstof voor een echte hype.

Bovenstaande spotprent uit die tijd toont een bollenhandelaar waarvan het dekzeil van zijn marktkraam bestaat uit een zotskap. Daaruit blijkt, dat er nog mensen waren die het hoofd koel hielden, maar ze werden overstemd door het geroep van de narren.
Eindelijk, begin 1637, zakte de pudding in elkaar. Men zag in dat er een einde kwam aan de stijgende vraag, de vraagprijzen werden weggelachen, de kweker/handelaars bleven zitten staren naar bergen onverkochte beloftes voor rode gevlamden, Duckes en noem maar op.
Er kwam een regelrechte beurscrash. Wie al zijn spaargeld had geïnvesteerd in een voorraadje bollen, was opeens straatarm.
Daarna keerde de kalmte terug en daarmee de oer-Hollandse koopmansgeest. De ervaringen bij het kweken van tulpen werden omgezet in het tot stand brengen van een handel die tot de dag van vandaag nog voortduurt. Tulpen zijn voor altijd verbonden met Nederland in het algemeen en met Amsterdam in het bijzonder.
Op hun beurt hebben de beurscrash van 1929 en het uiteenspatten van de technologiezeepbel in 2000 geleid tot wat nuchterheid op de markten.
Maar veel geleerd hebben de beleggers niet, vrezen we.
Jan Van Besauw
US Markets