INFLATIE EN DEFLATIE
Inflatie
Inflatie is een stijging van het gemiddeld prijsniveau. Door inflatie neemt de reële waarde van het geld af, met dezelfde hoeveelheid geld kan dan minder worden gekocht.
We onderscheiden bestedingsinflatie (vraagkant) en kosteninflatie (aanbodkant).
Bestedingsinflatie ontstaat bij overbesteding als de effectieve vraag groter is dan de productiecapaciteit. Eventuele oplossingen zijn belastingverhoging (overheid) en renteverhoging (centrale bank).
Kosteninflatie ontstaat als bedrijven hogere productiekosten (o.a. loonkosten, overheidstarieven en invoerprijzen) doorberekenen in de prijs. Als de lonen meer stijgen dan de arbeidsproductiviteit, stijgen de loonkosten per product. Loonmatiging ligt dan voor de hand.
Inflatie heeft veel nadelige gevolgen voor de economie:
- Een gevolg van inflatie is geldontwaarding.
- De internationale concurrentiepositie zal verslechteren omdat exportproducten duurder worden en importproducten in verhouding goedkoper worden. Door minder export en meer import kan de betalingsbalans verslechteren. Omdat er door minder export minder vraag is naar eigen valuta en door meer import meer aanbod is van eigen valuta kan de koers van de eigen valuta dalen.
- Als consumenten prijsstijgingen verwachten, zullen ze geneigd zijn snel extra goederen te gaan kopen. De inflatie die ze verwachten komt zo ook werkelijk tot stand.
- De spaarzin wordt aangetast. Door de inflatie gaat een belangrijk deel van de rentevergoeding verloren (de reële rente is laag).
- Door onzekerheid (o.a. over het inflatiepercentage) is er bij bedrijven minder bereidheid om te investeren.
- Het uitlenen van geld wordt minder aantrekkelijk omdat het geld dat kredietgevers terugbetaald krijgen minder waard is geworden.
Deflatie
Deflatie is een daling van het algemeen prijsniveau. Door deflatie neemt de reële waarde van het geld toe, met dezelfde hoeveelheid geld kan dan meer worden gekocht.
We onderscheiden bestedingsdeflatie (vraagkant) en kostendeflatie (aanbodkant).
Als de effectieve vraag in een situatie van onderbesteding afneemt, kan het gemiddeld prijspeil dalen. Er is dan sprake van bestedingsdeflatie.
Als bedrijven lagere productiekosten doorberekenen in hun verkoopprijzen is er sprake van kostendeflatie.
Ook deflatie heeft nadelige gevolgen voor de economie:
- Voorgenomen bestedingen worden uitgesteld, omdat men verwacht producten op (korte) termijn goedkoper te kunnen aanschaffen.
- Het lenen van geld wordt minder aantrekkelijk omdat het geld dat kredietnemers moeten terugbetalen meer waard is geworden.
Guy Boscart
US Markets