De top-10 van de duurste seriewagens is grondig overhoop gehaald, maar Bugatti wil van geen wijken weten. Hier is wat nieuws uit het wereldje van glimmende koetswerken, brullende motoren en gierende banden. Fasten your seatbelts, daar gaan we.
Over iets meer dan een maand, namelijk van dinsdag 17 tot en met zaterdag 21 april 2012 staat de Amsterdamse RAI weer helemaal in het teken van gemotoriseerde voertuigen. We geven alvast een overzicht van de 10 duurste seriewagens ter wereld om u toe te laten een verlanglijstje op te maken…
In ons artikel Autonieuws: De duurste auto ter wereld! van 19 april 2011 kondigden we de terugkeer aan van de Franse Bugatti als absolute topper qua prijs, na 1 jaar deze positie te hebben overgelaten aan de Zweedse Koenigsegg.
Heeft Bugatti ook dit jaar zijn plaats behouden? Feit is, dat de helft van de top-10 van 2011 de duimen heeft moeten leggen voor nieuwkomers.
We beginnen met het vijftal dat er dit jaar niet meer bij is. Vorig jaar bekleedden ze nog de 10de tot en met de 6de plaatsen met prijzen variërend tussen ongeveer 1/3de tot meer dan ½ miljoen euro, omgerekend aan de toenmalige koers (zie tabel). Trouwens, als we zouden omrekenen aan de huidige euro/dollarkoers zijn deze prijzen weliswaar 10% hoger, maar dat verandert niets aan de situatie. We nemen dus (voorlopig?) afscheid van dit vijftal.
En hier is ie dan, de tabel voor 2012. Om het spannend te houden werken we in omgekeerde volgorde en vangen we dus aan met de goedkoopste (’t is maar hoe je’t bekijkt) van de top-10. Zoals we al aanhaalden is er flink wat gerommeld in het klassement.
Aan het einde van dit artikel vindt u een tabel met basiskarakteristieken van dit tiental.
Met een prijskaartje van iets meer dan 644.000 euro mag de tweezitter Porsche 918 Spyder de 10de plaats innemen. Hiermee komt een hybride wagen de top-10 vervoegen. Inderdaad, want buiten een benzinemotor van 500 pK beschikt hij over liefst 3 pittige elektromotoren, samen goed voor 218 pK extra. Dankzij dit totaal van 718 pK versnelt hij van 0 naar 100 km/h in 3,1 seconden en snelt hij voort aan maximum 320 km/h.
Op plaats 9 ontmoeten we een tweede nieuwkomer, de Amerikaanse SSC Tuatara die met zijn ca 740.000 euro de Porsche een behoorlijke 96.000 euro achter zich laat. Door koolstofvezel en aluminium te gebruiken is er is veel gedaan om deze wagen tegelijkertijd sterk en licht (1,25 ton) te maken. Hij heeft de krachtigste motor van alle 10 en bereikt dan ook met een verschroeiende 444 km/h de grootste topsnelheid van alle 10. Qua acceleratie moet hij wegens 0,1 seconde trager (!) de duimen leggen voor de Bugatti, waarover zo dadelijk meer.
Nummer 8 is alweer een Amerikaan, de Hennessey Venom GT. Hoewel hij de kaap van de magische 1 miljoen dollar rondt is hij sinds vorig jaar gezakt is van de 5de naar de 9de plaats. Hij wil zich meten aan de SSC Tuatara en slaagt daarin qua acceleratie (eveneens van 0 naar 100 km/h in 2,5 seconde) maar niet wat betreft de topsnelheid, nl. 440 km/h. Dat scheelt dan 4 kilometer per uur, maar het is toch dat.
Pagani stuurt zijn type Huayra in de ring om de Zonda te vervangen, maar zakt toch van de 4de naar de 7de plaats. Zijn 700 pk motor power is te vergelijken met deze van de Porsche, maar toch is de Huayra sneller (370 i.p.v. 320 km/h maar de acceleratie van 0 to 100 km/h duurt 0,4 seconden langer.
De prijs is anders niet mis: bijna 1 miljoen euro.
De ene Brit vervangt de andere en zo komt het, dat we op plaats 6 de Aston Martin One-77 aantreffen. Wie zegt ‘Aston Martin’ denkt ‘James Bond’ en wie weet snort dit legendarische personage in de volgende film rond in een One-77. Met een motor die 50 pK meer vermogen levert dan de Pagani Huayra (we blijven moeite hebben om deze naam uit te spreken, u niet?) zijn de prestaties zeer vergelijkbaar.
Op plaats 5 ontmoeten we een vaste waarde in de top-10: Maybach Landaulet. Even duur als de Aston Martin, dat wel, maar vergeleken met de rest van de top-10 doet deze auto het op zijn sloffen: met 620 pK het laagste vermogen en de minste prestaties wat topsnelheid (250 km/h) en acceleratie (5,2 seconden van 0 tot 100 km/h, geef nu toe…). Maar je zult wel opvallen met zo’n hagelwitte cabrio. Het is van alle hier besproken auto’s diegene die geen sportallures heeft. Misschien uw volgende bedrijfswagen?
Ook een ouwe getrouwe voor de lezers van USMarkets is de Zweedse Koenigsegg Agera. Ondanks de toch wel forse prijs van iets meer dan 1,3 miljoen euro heeft is deze sportwagen 2 plaatsen moeten prijsgeven, van 2 naar 4. Met zijn 1115 pK-motor zet hij ferme cijfers op het bord: 443 km/h en van 0 naar 100 in 2,9 seconden.
De vijfde nieuwkomer in onze top-10 komt van een ander Scandinavisch land. Met de Zenvo ST1 lanceert Denemarken een bolide waarvan gezegd wordt, dat ze qua looks Bugatti naar de kroon wil steken. Qua prestaties is het ook niet mis, maar een top van 375 km/h en van 0 tot 100 in 2,9 seconden is niet voldoende om Bugatti te onttronen op het gebied van de topprestaties. Qua prijs ook niet, hoewel 1,37 miljoen euro toch wel een bedrag is waarvoor we enkele jaren moeten sparen.
En daar is, vinnig rood zoals het deze Italiaan past, de Ferrari 599XX die meteen een serieuze klim van 8 naar 2 doet. Nochtans zijn de prestaties, vergeleken met de overige van de top-10, niet echt denderend: motor 700 pK, topsnelheid 315 km/h en van 0 naar 100 km/h in 2,9 seconden; van de 10 zijn er 3 die het beter doen.
En dit alles voor toch nog 2 miljoen dollar ofwel 1,525 miljoen euro. Hoe dan ook, het is niet de bedoeling dat uw met uw 599XX boodschappen gaat doen, want hij is enkel toegelaten op circuits.
Bugatti Veyron Super Sport
Bron: autofans.be
And the winner is: Bugatti Veyron Super Sport. Kost 2,6 miljoen dollar ofwel 1,983 miljoen euro. Toegegeven, redelijk duur. Maar voor die prijs heb je de snelst accelererende auto ter wereld. Kan van pas komen om uit de file te geraken. Rijdt ook tamelijk snel: 431 km/h. Alleen SSC Tuatara, Hennessey Venom GT en Koenigsegg Agera doen het beter, maar die trekken dan ook langzamer op, nl. 0,4 tot 0,5 seconden langer van 0 tot 100. Een slakkengangetje, dus.
Alle gekheid op een stokje: de prijzen die gevraagd (en betaald, niet te vergeten) worden voor deze superauto’s zijn indrukwekkend. Nog indrukwekkender is het, als je ze even bekijkt in niet meer bestaande Belgische franken of Nederlandse guldens. Zo kost de goedkoopste van onze 10, de Porsche 918 Spyder, 26 miljoen frank of
1,4 miljoen gulden. En voor de topper Bugatti Veyron Super Sport moet je 80 miljoen frank ofwel 4,3 miljoen gulden uit je portemonnee opdiepen.
Voor we beginnen te filosoferen over het al dan niet waanzinnig zijn van dergelijke prijzen kunnen we ons troosten met het idee, dat al die hoge prijzen veroorzaakt worden door enorme researchbudgetten, nodig om ervoor te zorgen dat er met deze monsters van de weg veilig te rijden valt. En de technische vondsten (denk aan besturing, remmen, ophanging, efficiëntie) en verbeteringen zullen waarschijnlijk ook bijdragen tot het optimaler maken van standaard seriewagens. Hopen we.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.