Hoewel polonium (gelukkig) absoluut niet te beschouwen is als een van de gebruikelijke grondstoffen zoals koper, tarwe of aardolie willen we het op deze plaats toch even hebben over dit uiterst gevaarlijke chemische element.U zult merken dat het woord ‘sluipmoordenaar’ in de titel niet overdreven is.
Polonium, een sluipmoordenaar
Polonium is dit jaar in de actualiteit opgedoken in de affaire rond Aleksandr Litvinenko, de voormalige KGB-agent die zo goed als zeker gedood werd door het toedienen van een dosis polonium. Litvinenko stierf op
24 november ll. in een Brits hospitaal.
Deze zaak is nog niet ten einde, want bij een Italiaanse vriend van Litvinenko is tevens vastgesteld dat hij besmet is met polonium en er zijn vermoedens dat dit het geval is met nog meer bekenden uit Litvinenko’s entourage.
Wat is polonium en wat maakt het zo speciaal? Het is Maria Salomee Sklodowska, beter bekend als Marie Curie, die dit chemische element, samen met radium, ontdekte in 1898. Ze had hiervoor een berg van meer dan 2 ton van het uraniumerts pekblende bewerkt om er na maanden mengen en roeren enkele honderden milligrammen van het gevaarlijke duo uit te isoleren. De naam van het ene element, radium, verwijst naar het Latijnse radiare, maar voor het tweede mocht Marie Curie kiezen het werd polonium, naar haar geboorteland Polen.
Dat was in de tijd dat men weet begon te krijgen van radioactiviteit en enthousiast was over de ongekende mogelijkheden die deze natuurkracht bood. Dokters wisten dat je gezwellen kon doen verdwijnen door wat radium in een zalfje aan te brengen, maar hun voorraadje ervan vouwden ze in een papiertje dat ze nonchalant in hun broekzak opbergden, met alle gevolgen van dien. Instrumentenbouwers wisten dat je met wat radium de wijzers van hun toestellen fantastisch kon laten oplichten, maar diegenen die deze speciale verf moesten aanbrengen maakten keer op keer hun penseel puntig door er even aan te likken — moeten we er een tekeningetje bij maken?
Zonder te vervallen in een les kernfysica willen we in een paar woorden zeggen waar het om draait met die radioactiviteit. Van alle chemische elementen bestaan zg. isotopen, dat zijn varianten met dezelfde chemische eigenschappen maar met een anders samengestelde atoomkern. Sommige isotopen zijn niet stabiel, op hun kernen zit wat je kunt noemen spanning. Ze vallen geleidelijk uiteen en veranderen in andere elementen. Hierbij komt energie vrij onder de vorm van onzichtbare straling. Geen warmtestraling, wel iets anders: zg. alfa- of betadeeltjes en/of gammastralen, verwant aan X‑stralen.
Voilà, zo eenvoudig is dat. Als je 138 dagen zit te kijken naar een klompje polonium 210 (de isotoop met als kennummer 210) dan merk je, dat het voor minstens de helft veranderd is in lood. Daarbij komt alfastraling vrij, die botsen met de omringende lucht en deze opwarmen. En dat kan tellen bij polonium. Een klompje van
½ gram hiervan bereikt het al gauw een temperatuur van meer dan 470°C. Zomaar. En zolang je je klompje polonium netjes in een flesje opbergt, kan je niets gebeuren. Want de straling die uit polonium komt, is alfastraling. Kan je tegenhouden met 3 cm lucht of ook een vel papier, dus zeker met je flesje. Ook door je huid kan ze niet geraken, maar wel het oppervlak beschadigen, waarover later meer.
Er noemden nog twee andere soorten radioactiviteit, nl. beta- en gammastraling. Beta bestaat (net als alfa) uit deeltjes, maar deze zijn gevaarlijker dan alfa, ze kunnen enkele centimeters in de huid doordringen en je hebt aluminiumfolie nodig om ze tegen te houden. En gamma is echt gevaarlijk, want die gaat dwars door je hen, een spoor van ionisatie achterlatend met het risico van celbeschadiging, met als gevolg mutaties die fataal kunnen worden, denk aan kanker.
Maar polonium is een alfastraler en daarom laten we beta en gamma voor wat ze zijn. Wat kan er dan zo gevaarlijk zijn aan dat polonium, hoor ik u denken, want als je er wat van op je huid morst, volstaat het er snel bij tye zijn en goed te schrobben met water en zeep om het goedje te verwijderen.
Wel, dat klopt. Op voorwaarde dat het polonium niet in je lichaam terechtkomt. Want dan gebeuren er heel nare dingen. Het is enorm radioactief en we menen wat we zeggen. Uit zegge en schrijve 1 milligram polonium komt evenveel alfastraling vrij als uit 5 gram (dat is 5.000 maal meer) radium. En radium is ook al niet van de poes, dus reken maar. Om te vergelijken met conventioneel vergif kan je stellen, dat polonium enkele miljoenen keren gevaarlijker is dan blauwzuur (waarover we niet meer zeggen dan het woord Auschwitz).
Men beschouwt 50 nanogram als de hoogst toelaatbare dosis polonium die je via de mond mag opnemen. Ga je daarboven, dan loopt het mis. O ja, wat is 1 nanogram? Wel, dat is 1 miljardste van een gram. Ook geen berg. Als je iets meer dan die 50 nanogram polonium, opgelost in water, onder een sushi of wat dan ook mengt, dan merkt het slachtoffer absoluut niets. Althans de eerste uren tot dagen, afhankelijk van de dosis. Maar de sluipmoordenaar is dan zijn werk aan het doen. Onverbiddelijk komt de alfastraling vrij aan eeen snelheid van 16.000 kilometer per seconde (ca 1⁄10 van de lichtsnelheid!). Deze projectieltjes botsen frontaal met de cellen van het organisme, vernietigt hun eigenschappen en spoort hen aan om te veranderen in kankercellen. En eens dit proces op gang is, is er geen houden meer aan. Het polonium is amper op te sporen, laat staan te verwijderen. Als je meer dan die luttele 50 nanogram binnen hebt, is het gedaan.
Dat is meer dan waarschijnlijk wat de onfortuinlijke Litvinenko is overkomen en het lot dat (we hopen van niet) nog anderen te wachten staat.
Hoe raak je nu aan polonium? Van dit element wordt op industriële (nou ja) schaal per jaar ongeveer 100 gram bereid door in een kernreactor bismut te bestralen met neutronen. Waarom wordt dit gevaarlijke spul aangemaakt? Onder andere voor legeringen van polonium en beryllium, die gebruikt worden als neutronenbron in nucleaire wapens en voor experimenten i.v.m. toekomstige energiebronnen.
Polonium maak je dus in een kernreactor. Maar er zijn nog geen kernreactoren voor de doe-het-zelver en daardom kan het polonium van de affaire-Litvinenko enkel en alleen geleverd zijn daar waar kerncentrales zijn, en dan nog niet de eerste de beste waarmee je elektriciteit opwekt. We willen geen namen noemen, maar het lijstje van kandidaat-leveranciers lijkt ons niet heel lang te kunnen zijn.
Nog iets: in sigarettenrook komt ook polonium voor. Heel, heel weinig. Maar die 50 nanogram, is dat dan niet heel, heel weinig?
Jan Van Besauw
Publicist bij US Markets
Reacties kunt u sturen naar: jan@usmarkets.nl