De perceptie van het zuinige Noord-Europa en het meer bon vivantachtige Zuid-Europa zakt in elkaar als een mislukte cake als u de recente cijfers over ons spaargedrag bekijkt.
Bij velen bestaat de perceptie van de zuinige Nederlanders die rationeel een appeltje voor de dorst voorzien en de eerder als gul beschouwde Belgen die vroeger hun frank en nu hun euro laten rollen. Zulke ideeën bestaan ook bij het vergelijken van bij voorbeeld Zweden en Spanjaarden of Duitsers en Fransmannen.
Een recente studie van OECD (Organisation for Economic Co-operation and development) werpt een ander licht op de zaak.
Bovenstaande tabel geeft aan, hoeveel een burger van de vermelde landen dit jaar gemiddeld spaart. Met andere woorden, hoeveel zet hij opzij per 100 verdiende euro’s, franken, zloty’s of kronen.
Wie het gemakkelijkste zijn euro’s uitgeeft, zijn de Slowaken. Van elke verdiende 100 euro zetten ze er nog geen 4 opzij. Bijna even kooplustig zijn de Noren, de Denen, de Finnen en de Britten. En dan te bedenken, dat de Schotten, die al dan niet terecht bekend staan voor hun gierigheid, ook in deze statistiek verwerkt zijn.
De Polen houden van elke 100 zloty er 7 achter de hand. We maken een sprong voorwaarts als we vaststellen, dat de Nederlanders toch al 8,8 euro sparen van elke 100.
In de categorie 9+ treffen we de Hongaren en de Ieren aan. Als we een spaarquotum van 10% als markant beschouwen, dan komen we terecht bij de Portugezen (10%), de Belgen en de Italianen met ieder 10,2%. De Belgen (en natuurlijk ook de Italianen) sparen dus gemiddeld 16% meer dan de Nederlanders, wie had dat kunnen denken?
We naderen stilaan de kop van het peloton. Zo stellen we vast, dat in Zwitserse banken niet alleen buitenlands geld wordt opgepot, want van elke verdiende 100 CHF wordt 11,7 CHF opzij gezet.
De Duitsers, die zichzelf graag bedenken met het predicaat van de zuinigsten te zijn, moeten zich tot hun verbazing tevreden stellen met een vijfde plaats met 12,5% gespaarde euro’s.
De Fransen en de Oostenrijkers zitten dicht in elkaars buurt. Wat hebben de Franse bon vivants en de gemütliche Oostenrijkers dan met elkaar gemeen? Een pasklaar antwoord hebben we niet voor die spaarquota van resp. 13,5 en 13,7%.
Als het brons gaat naar Oostenrijk, dan verdient Spanje zilver met zijn 14,10 gespaarde per 100 verdiende euro’s.
Met vlag en wimpel krijgen de Zweden hun gouden medaille, want ze sparen zo maar eventjes 15,6% van de Zweedse kronen die ze verdienen.
Als we de top‑3 van deze reeks beschouwen, dan kunnen we ons afvragen wat de Oostenrijkers, de Spanjaarden en de Zweden dan wel gemeen hebben, voortgaande op hun doorgedreven spaargedrag. Een antwoord op deze vraag is welkom.