Twee goeroe’s deden opmerkelijke voorspellingen over de evolutie van de Dow Jones en kwamen tot op zijn zwakst gezegd sterk uiteenlopende conclusies. Wat hebben ze voorspeld, waarop baseerden ze zich? We lichten even toe en wagen ons aan een evaluatie, getoetst aan de realiteit.
Dow Jones naar 400 of 100.000 punten?
In december vorig jaar publiceerden we een artikel getiteld Dow Jones 40.000? over de heer Harry Dent die voorspelde dat in 2009 de Dow Jones Industrial Average (DJIA) de 40.000 punten zou bereiken. We dachten dat we hiermee een sterk staaltje van overdrijving hadden aangetoond. Maar zoals we allen weten, records zijn er om te worden doorbroken en dat is nu ook alweer gebeurd.
Twee beursgoeroes, die zich nota bene baseren op twee varianten van eenzelfde theorie, kwamen in juni van dit jaar tot toch wel enorm uiteenlopende voorspellingen voor het verloop van de goeie ouwe DJIA. Volgens de ene, de heer Prechter, zou tegen 2015 de DJIA rond de 400 (u leest dit goed, geen problemen met het typen van nullen) punten kan staan. De andere goeroe, de heer Neely, gaat ervan uit dat tegen het midden van deze eeuw de DJIA zal klimmen tot het duizelingwekkende niveau van 100.000 (u leest dit goed, enz.) punten.
Leuk, toch? Natuurlijk kunnen we niet wachten tot 2015 of 2050 om te checken wie van hen gelijk heeft. Wel kunnen we hen evalueren aan de hand van wat ze in juni ll. voorspelden voor de rest van dit jaar.
Maar eerst tonen we u de grafieken van de DJIA en de S&P500 vanaf 1 maart 2005 (het moment dat ze als referentie beschouwen bij hun voorspelling) tot op heden.
Dow Jones Industrial Average, 1 maart tot 24 oktober 2005
Standard & Poor’s, 1 maart tot 24 oktober 2005
Eerst laten we de pessimist aan het woord, dat is Robert ‘Bob’ Prechter. Hij is Technical Market Analyst bij Merrill Lynch, tevens erkend beursspecialist en uitgever van het maandblad The Elliott Wave Theorist. Tot op heden heeft hij 13 boeken geschreven over technische analyse en aanverwante onderwerpen.
Robert Prechter
Voortgaande op de ‘klassieke’ Elliott-wave theorie verwittigde Prechter in juni ll., dat de pieken van maart de toppen zijn van een ‘primaire golf’ en dat daardoor de aprilrally tegend e trend ingaat. Hij gaat zo nog een tijdje door en concludeert dan, dat half juni 2005 dé kans is van je leven om short te gaan. Begin juli zou je hebben gedacht ‘hij heeft gelijk’, maar u merkt dan sindsdien de DJIA wat op en neer zwalpt tussen 10.200 en 10.800 en dat de S&P 500 eerder aan stijgen denkt.
Trouwens, we mogen het PPT niet uit het oog verliezen…
Prechters tegenspeler heet Glenn Neely en hij is de voorzitter van het Elliott Wave Institute. Blijkbaar heeft hij zo zijn eigen ideeën over de Elliott-theorie en daarom heeft hij die wat naar zin hand gezet en er een variante van gemaakt, genaamd NeoWave Theory.
Glenn Neely
Volgens Neely’s Neowave-theorie is het dieptepunt begin mei bij beide indices een psychologische ‘second low’, die de start aankondigt van een 5‑golven impuls, gevolgd door een uitbraak, die alle short-traders in de kou laat staan, enz., enz. Het komt erop neer, dat de rest van het jaar de stieren lustig hadden moeten staan dansen. Ook dat is niet waar geworden, al deed het PPT nog zo zijn best…
Over 10 jaar de DJIA 25x lager, over 45 jaar de DJIA 10x hoger, wie kan dat voorspellen? Het is zoals met het weer: enkele dagen vooruitblikken kan nog net, maar welke meteoroloog kan/durft zeggen of het over een week zal vriezen of dooien, laat staan welke zomer het in 2006 zal zijn?
Jan Van Besauw
Columnist voor US Markets
Ondergetekende is gepensioneerd marketing manager beeldvormingssystemen.
Hij heeft in geen enkel van de eventueel geciteerde aandelen of gelijk welk andere vorm van beleggingsinstrumenten een eigen positie.
25 oktober 2005