Amerikaan laat zijn auto staan
De reden van deze ommekeer laat zich gemakkelijk raden. In tijden dat men moet leren eraan gewend te geraken dat een vat kleverig goud meer dan 125 dollar kost en in tijden dat men ervan uitgaat, dat 150, 175 of zelfs 200 dollar in het verschiet liggen, wordt brandstof voor de wagen een zware post in elk budget, ook en zeker voor de gezinnen.
En daarom wordt de VS, net als bij ons, steen en been geklaagd over de stijging van de benzineprijs. Hierboven ziet u een officiële grafiek vanaf het jaar 1978 tot nu en daarbij een voorspelling tot het jaar 2010. Hieruit blijkt, dat men in de nabije toekomst verwacht
ca 7 USD te moeten neertellen voor een gallon benzine, dat is ongeveer 1,177 euro per liter, omgerekend aan de huidige dollarkoers.
Nu, met die in de VS gevreesde 1,177 euro per liter zouden wij hier nog heel blij zijn. ‘Regular’ benzine kost tegenwoordig in de VS ca 4,1 USD/gallon, dat is 0,69 euro per liter. In Nederland en België betalen we er resp. 2,4 en 2,3 maal meer voor. Maar alles is relatief en voor een Amerikaan die in september 2007 nog ca 2,8 dollar/gallon betaalde, komt die 4,1 dollar (+46%) hard aan.
Dat mist zijn impact niet op het aanschaffen van en rijden met de auto. Bovenstaande grafiek toont, dat na echte pieken van autoverkoop in 2000, 2002 en 2005 het bergaf gaat. Daar waar in 2005 nog ca 18,6 miljoen voertuigen de toonzaal verlieten, zijn dat er in maart nog maar 14,4 miljoen, een minus van bijna 23%. En de trend blijft neerwaarts. De officiële instantie Autodata meldt dat de oorzaak van deze teruggang in de eerste plaats te zoeken is bij de hoge brandstofprijzen en in toch wel mindere mate aan de economische vertraging.
Hierboven ziet u hoe een drietal jaren gelden het autogebruik was in de VS, vergeleken met Groot-Brittannië (GB). In de VS gebruikte bij voorbeeld bijna iedereen de wagen om naar zijn werk te gaan, terwijl dit in GB iets meer dan 6 personen op de 10 waren. Nog een voorbeeld: in GB hadden in 2005 meer dan 3 gezinnen op 10 geen auto tegenover slechts 0,8 op 10 in de VS. En tenslotte waren in meer dan 6 op de 10 Amerikaanse gezinnen 2 of meer auto’s tegenover amper 2,5 op de 10 Britse gezinnen.
De grafiek hierboven geeft aan, dat het aantal miles dat per voertuig jaarlijks wordt afgelegd aan het teruglopen is en dat in het jaar 2012 het peil van ca 1988 wordt verwacht. En dat de grafiek vanaf 2012 horizontaal zal lopen, daarvoor durven wij onze hand niet in het vuur steken…
De Amerikanen doen niet alleen minder kilometers, ze gebruiken er andere voertuigen voor. Zo zien we nu al een fikse terugloop van de verkoop van zg. SUV’s, de populaire wagens die een kruising zijn tussen een terrein- en een stadsvoertuig. Tegelijkertijd zijn kleinere en vooral minder brandstofverslindende auto’s in opmars. Maar het voornaamste fenomeen is, dat er minder auto’s gekocht worden. Gangbare verwachtingen zijn, dat over een viertal jaren er zeker 10 miljoen auto’s minder op de Amerikaanse wegen zullen zijn. Dat is een vermindering met maar liefst 18% tegenover het aantal auto’s nu. Tegelijkertijd stelt men vast, dat het openbare vervoer een ware revival kant.
De Amerikaan laat dus zijn auto meer en meer staan. Slecht nieuws voor de automobielindustrie en de perifere bedrijven. Goed nieuws voor de milieuadepten.
Tevens wordt hiermee een trend gezet die wij ook nier zullen volgen. Hopelijk zullen onze overheden tijdig inspelen op deze trend en zorgen voor meer en efficiënter openbaar vervoer. Want vandaag de dag is het helaas maar al te dikwijls zo, dat u trein, tram of bus moet nemen op een plek en op een uur die u niet helemaal (of helemaal niet) passen om u te brengen naar de plek die u niet geheel (of geheel niet) past en dit aan een prijs die niet altijd in verhouding staat tot de prestatie.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.