Wall Street sloot gisteren in mineur, desondanks goed nieuws vanwege ‘March Personal Income & Spending’ en de resultaten voor april van ‘Michigan Consumer Sentiment number’ en van ‘Chicago PMI Index’. Als reden voor de terugval gaan we ervan uit, dat vele beleggers vinden dat de ‘big caps’ hun cyclische pieken hebben bereikt en dat de vrees bestaat voor een renteverhoging.
De markten begonnen de 30 aprilsessie vol goede intenties, maar lang duurde de beurspret niet. Uiteindelijk eindigden de Dow Jones, de Nasdaq en de S&P 500 merkelijk lager.
De redenen hiertoe waren dezelfde als gedurende de hele maand april, nl. de vrees dat vele grote namen uit de industrie op de piek van hun cyclus staan en het dus enkel maar zuidwaarts kan. Daarbij komt ook de verwachting dat spoedig de Federal Reserve (nationale bank van de VS) bij monde van voorzitter Alan Greenspan zal meededelen dat de rente verhoogd zal worden, wat het investeren duurder zal maken.
Nochtans was er goed nieuws te rapen. Zeker vanwege ‘big caps’ zoals Avon (AVP, slot 84.08 $, +4.03) en Procter & Gamble (PG, slot 106.53 $, +0.56). Maar technologie en biotech vielen op door hun terugval en waren samen met andere firma’s uit deze soort sectoren verantwoordelijk voor de terugval met 2% van de Nasdaq.
Goede economische cijfers werden onder het vloerkleed geveegd. Denk maar aan de data die gisteren bekend werden gemaakt, met name ‘March Personal Income & Spending’ met een stijging van 0.4%, het ‘April Michigan Consumer Sentiment’ getal, verhoogd tot 94,2 en de ‘April Chicago PMI Index’ die het hoogste peil sinds januari 2004 bereikte. Maar het kon niet baten.