![](/images/legacy-userimages/userimages/060627-jvb+goud.gif)
Half mei van dit jaar kwam de goudprijs op een glijbaan terecht en roetsjte in minder dan een maand naar het 550 dollarpeil, dat is de prijs van half maart. Deze 550 dollar is gebleken een solide steun te zijn en de prijs is nu begonnen aan herstel. Of dit herstel duurzaam, daarover stellen velen zich vragen.
![](/images/legacy-userimages/userimages/060627-126-anglogold-1j.jpg)
Goud (USD/ounce) sinds 1980
Hierboven ziet u, dat het van 1980 geleden is, dat 700+ dollar/ounce nog in de tabellen stond. In het jaar 1980 piekte het gele metaal 2x maar toen was het gedaan voor een hele tijd. Na de scherpe val tot ca 300 dollar heeft de goudprijs zich tot 1998 in het gebied 300 – 500 dollar thuis gevoeld. Daarna ging het nog lager en velen hielden hun hart vast toen in 1999 en 2001 de prijs aanbotste tegen de bodem van 250 dollar. Maar dan zien we dat vanaf 2001 de prijs een stijgend kanaal heeft opgezocht dat duurde tot half mei van dit jaar.
Meer dan een kwart eeuw heeft het geduurd vooraleer de goudprijs terug rond 730 dollar stond…
Zilverprijs (USD/ounce) sinds 1981
Het verloop van de zilverprijs over de laatste 25 jaar ziet u hierboven. Onze gegevens gaan maar terug tot 1981, maar dat is net ver genoeg om u te laten zien, dat in 1981 het zilver piekte rond 13,5 dollar om in 1983 dit niveau zelfs te doorbreken tot 15 dollar. Net als bij het goud volgden toen vele aarzelende jaren om vanaf 2003 terug de regionen van 1983 op te zoeken.
De prijzen van andere metalen zoals platina, palladium, koper enz. volgden analoge patronen.
Nu terug naar het goud. Waarom hebben de ‘goudkevers’ hun posities massaal gedumpt in mei? Waarom hebben ze het vertrouwen verloren in de ‘veilige haven’, waarvoor het glanzende edele metaal toch al eeuwenlang bekend is? Liggen de (volgens sommigen onheilspellende) berichten over inflatie aan de basis? Wij zijn zo vrij om hieraan te twijfelen. Het lijkt ons eerder, dat de goudprijs gewoonweg is meegesleept met de algemene hausse in de grondstoffen en de technologieaandelen.
Als u de chart hierboven bekijkt, dan merkt u dat half mei niet alleen het goud, maar ook de technologieaandelen bij bosjes het raam werden uitgesmeten.
Trouwens, als u de grafieken van de Dow Jones Industrial Average (DJIA) bekijkt, of die van de Nikkei of van andere beurzen, dan krijgt u steevast een patroon te zien dat doet denken aan de Wall street wijsheid ‘sell in May and run away’.
Maar nu zijn er overal tekens van herstel. Om te weten of dit herstel zich zal bestendigen, lijkt het ons nuttig te onderzoeken wat er aan de hand was rond het midden van mei ll.
Was het inflatievrees of was er een andere factor die invloed had op het beleggingsgedrag? Want we mogen niet vergeten, dat al sinds geruime tijd geld ontleend kon worden aan (zeer) lage rente. Het lag dus voor de hand, grote sommen te lenen bij banken of andere financiële instellingen en dit geld te besteden voor de aankoop van aandelen en grondstoffen. Omdat de beleggers wisten dat mooie liedjes niet lang duren, besloten ze te wedden op ‘paarden’ die kortetermijnwinsten beloofden, zoals technologie, groeilanden en ook goud, omdat het blijkbaar in de lift zat.
Dat deze redenering nog zo gek niet is, blijkt uit de vaststelling, dat begin mei van dit jaar de centrale banken besloten paal en perk te stellen aan het goedkope lenen van geld. Op 8 mei ll. liet de Europese Centrale Bank (ECB) bij monde van haar voorzitter J‑C Trichet weten dat maatregelen tegen inflatie dringend nodig waren. Vertaald in beleggerstaal komt dit neer op een aankondiging dat de rente zou gaan stijgen. Blijkbaar hadden heel veel banken ter wereld zitten wachten op Trichets statement, want als een lopend vuurtje kwamen van alle (internationale) kanten berichten die het standpunt van Trichet bevestigden. Het was uit met de pret, grondstoffen en goud werden massaal gedumpt.
Dat leek sterk op het bekende kuddegedrag, de stieren die in paniek op hol slaan nog voordat de beren brullen. Want op zichzelf was er midden mei geen enkele reden om te twijfelen aan de ‘fundamentals’ van commodities en technologie. De vraag naar olie en metalen bleef even groot, de technologie bleef zich herpakken.
Zal de verkoopgolf zich ombuigen in een aankoopgolf? Met andere woorden, is het goud rond de huidige koers aantrekkelijk genoeg om in te stappen? Om daarover iets te weten moeten we vijf factoren bekijken, nl. de wet van vraag en aanbod, de rente, de inflatie, de wereldpolitiek en de dollarkoers.
Met de wet van vraag en aanbod is volgens ons niets aan de hand. Arabieren, Chinezen, Japanners, Zuidoost-Aziaten en zeer zeker ook Indiërs blijven massaal juwelen kopen en dat belooft stijgende vraag naar goud (en ook platina en andere edele metalen).
Indien de aanbevelingen en het voorbeeld van de ECB wereldwijd navolging kennen, zal de rente overal stijgen. Op zichzelf maakt dat het lenen van geld duurder en is beleggen in edel metaal minder interessant. Immers, een hoge rente betekent een mooie coupon op een obligatie en een coupon kan goud niet bieden.
Op dit ogenblik is de inflatie nog niet overdreven en zeker niet van aard om als enige reden te gelden om met zijn geld te vluchten in het goud. Zodra de prijzen de pan uit swingen, zal het goud alom gekocht worden als veilig beleggingsinstrument. De inflatie is dus zeker in het oog te houden in dit verband.
De wereldpolitiek toont ons vele risicogebieden: Irak, Iran, Noord-Korea, Afghanistan, Tsjetsjenië, Somalië enz. Op korte termijn lijken geen oplossingen in zicht. In zulke situatie is goud de veilige haven.
Dan is er de dollarkoers, misschien wel dé bepalende factor in de goudhandel. Het is steeds gebleken, dat een dalende dollarkoers de beleggers op de vlucht jaagt voor het groene biljet. Er zijn verschillende redenen om aan te nemen dat in de nabije toekomst de dollar eerder zal dalen dan stijgen. Denk aan de scheefgetrokken handelsbalans van de VS en acties om dollarposities af te bouwen, zoals China nu doet ten voordele van o.a. de europosities.
De grafiek hierboven toont de USD-Index van 1983 tot op heden. Bij het opmaken van deze index wordt de waarde van de dollar berekend t.o.v. belangrijke munten, zoals de yen, de Zwitserse frank, het Britse pond, de Canadese dollar en (sinds enkel jaren) de euro. U ziet dat de index de steun van 80 $ vorig jaar heeft getest en zich op dit ogenblik een vijftal dollar erboven bevindt. Als u leest wat analisten en valuta-specialisten schrijven over de greenback, dan komt u tot het besluit dat algemeen wordt verwacht dat de dollar eerder zin heeft de steun bij 80 $ (zie USD Index) nogmaals te gaan opzoeken en dus zal verzwakken tegenover de wereldmunten. Als dit gebeurt, wordt goud zeker aantrekkelijk als financiële vluchtheuvel.
Met dit alles in het achterhoofd komen we tot het besluit, dat er redenen zijn om aan te nemen, dat de terugval van de goudprijs van half mei tot half juni het gevolg was van een paniekreactie, die een verkoopgolf op gang bracht van niet alleen goud, maar ook aandelen van grondstoffen en technologie. Fundamenteel (vraag, aanbod) is er op het gebied van goud niets veranderd de laatste maanden. Wegens de dominante invloed van de dollarkoers op het koopgedrag van de ‘goudkevers’ lijkt ons een nieuwe klim van de prijs van het gele metaal richting 700 dollar niet onrealistisch.
Jan Van Besauw
Columnist voor US Markets
29 juni 2006.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets columns en financiële berichten. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven, indices of andere beleggingsinstrumenten .
Reacties kunt u sturen naar: jan@usmarkets.nl