...

Dow theorie: Gevaar niet geweken

21 februari 2006, 09:28 | US Markets Redactie | leestijd: 5 minuten | moeilijkheid: 9 / 12 | (0)

Aan­hang­ers van de Dow the­o­rie lijken zich schrap te zetten voor een vol­gende dal­ings­golf… Alhoewel het dieptepunt inmid­dels een hele tijd achter ons ligt, betekent dit nog niet dat de bear markt defin­i­tief voor­bij is… Dus pas op voor de beer want hij loopt nog steeds rond…

Dow the­o­rie: Gevaar niet geweken

De Dow the­o­rie is afkom­stig van zijn naamgev­er Charles H. Dow. Hij is het ook die met het idee kwam om aan­de­len uit een bepaalde sec­tor via een index bij te houden. Zo ontston­den er in 1896 twee toon­aangevende indices: trans­ports en indus­tri­als. Die laat­ste ken­nen we in de volksmond beter als gewoon­weg de Dow Jones, waar Gen­er­al Elec­tric overi­gens sinds dag één deel van uitmaakt. 

Vol­gens de bedenker van deze the­o­rie kun­nen we mark­t­be­weg­in­gen onder­bren­gen in 3 ver­schil­lende tijd­zones. De eerste ofwel pri­maire trend is daar­van de belan­grijk­ste, en geeft de lange ter­mi­jn beweg­ing weer over een peri­ode van min­i­maal een jaar. Bin­nen deze hoofdtrend zijn weer kleinere vari­anten zicht­baar. Zo is er de secundaire trend die tot enkele weken/​maanden kan duren, ter­wi­jl de kleine trend beperkt bli­jft tot max­i­maal een paar weken. De aan­dacht gaat hier straks vooral uit naar de belan­grijk­ste van deze drie: de pri­maire trend.


Charles H. Dow

De Dow the­o­rie en haar toepassin­gen richt­en zich enkel tot de twee eerder genoemde indices: Indus­tri­als en Trans­ports. Daar­bij tra­cht men te bepalen of we te mak­en hebben met een bull- of bear­markt. De the­o­rie stelt dat de beweg­in­gen in bei­de indices elka­ar moeten beves­ti­gen. Eigen­lijk ligt hier een sim­pele maar wel logis­che redener­ing achter. In een economie waar goed­eren wor­den gepro­duceerd zullen deze ook ver­vo­erd moeten wor­den. Wan­neer de industriële pro­duc­tie sti­jgt is het in een gezonde economie aan­nemelijk dat ook het trans­port ervan toe­neemt, en vice versa. 

Echter, zien we een sti­j­gende pro­duc­tie (sterke Indus­tri­als) maar tegelijk­er­ti­jd een dal­ing in trans­port (zwakke Trans­ports), dan kan dit op een prob­leem in de economie duiden. Wellicht dat er teveel gepro­duceerd is en de verkopen daar­bij achter bli­jven. De twee indices moeten elka­ar dus con­tin­ue beves­ti­gen, en er zal rede tot zorg zijn wan­neer dit niet gebeurd. 

Deze filosofie toepassend zal er alleen dan een veran­der­ing van trend plaatsvin­den indi­en de 2 indices elka­ars beweg­ing beves­ti­gen. In het geval de pri­maire trend neer­waarts gericht is, zal deze pas draaien wan­neer zow­el de Indus­tri­als als Trans­ports nieuwe hogere top­pen neerzetten. Indi­en we slechts één ervan nieuwe hoogtes zien opzoeken moet dit als ver­dacht wor­den beschouwd en is oplet­tend­heid gebo­den. Het tegen­overgestelde gaat ook op wan­neer de trend opwaarts gericht is, en enkel één van de indices een lagere bodem neerzet. Ook hier bli­jft een beves­tig­ing dus uit waar­door de opwaartse trend intact blijft.

De meest recente veran­der­ing van de pri­maire trend vond plaats in 1999, het­geen toen een verkoopsig­naal opleverde. Deze is, ondanks de ral­ly sinds 2003, nog steeds geldig waarmee we vol­gens de the­o­rie nog steeds met een bear­markt van doen hebben. Kijken we naar de chart hieron­der dan wis­ten zow­el de Indus­tri­als als de Trans­ports in mei 1999 een nieuw record neer te zetten. In augus­tus van datzelfde jaar wist de Indus­tri­als wederom een nieuwe hoog­ste stand neer te zetten, maar deze keer zon­der de beves­tig­ing van haar collega-index. 

Het pri­maire verkoopsig­naal trad op toen bei­de indices elka­ar beves­tig­den door nieuwe bodems neer te zetten (zie start blauwe lijn). De Indus­tri­als heeft begin 2000 nog wel met 11.722 pun­ten een nieuw record kun­nen neerzetten, maar wederom bleef beves­tig­ing uit. 

We zien nu dat de Trans­ports nieuwe records heeft bereikt, maar dat deze nog niet door de grotere broer zijn behaald die daar nog grofweg 600 pun­ten van ver­wi­jderd is. Pas als die laat­ste door de 11.722 gaat treedt er een pri­mair koopsig­naal op. Hou tot die tijd het wel­bek­ende spreek­wo­ord in het achter­hoofd: “verkoop de huid niet voor­dat de beer geschoten is”.

De huidi­ge sit­u­atie zou wel eens ake­lig overeen kun­nen komen met de grote bear­markt van een aan­tal decen­nia gele­den. Deze begon offi­cieel vol­gens de Dow the­o­rie in mei 1966 en bereik­te pas in 1974 haar defin­i­tieve bodem. In de tussen­ti­jd zagen we tot twee keer toe een sterke oplev­ing van de beurs (respec­tievelijk 32% en 66% bij de groen gek­leurde lij­nen) waar­bij men telkens dacht dat al het leed gele­den was. De Dow had immers begin 1973 zelfs een nieuw record neergezet en de aan­hang­ers van die ‘oude’ the­o­rie moesten nu wel ver­keerd zit­ten. Maar niets bleek min­der waar, en al snel tuimelde de index weer met 45% naar bene­den. Vergelijken we dit met waar we nu staan dan zouden we ons op de kruis­ing van de groene en gele lijn bevin­den. Geen al te pret­tig vooruitzicht…

In hoev­erre mogen we eigen­lijk in deze Dow The­o­rie geloven? Naar de resul­tat­en uit het verleden kijk­end kan het toch bruik­bare infor­matie ver­schaf­fen. Indi­en je bij de start van de Dow Indus­tri­als in 1897 al je spaargeld via deze the­o­rie belegd had, dan zou je inclusief trans­ac­tiekosten bij­na het tien­voudi­ge ver­di­end hebben dan de stan­daard ‘buy & hold’ strate­gie. Reden genoeg om reken­ing mee te houden lijkt het…

Bas van Stiphout
US Mar­kets

bas@​usmarkets.​nl


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.