
China verklaart jacht op olie open
De gemiddelde Amerikaan verbruikt 25 vaten (ca 3.975 liter, ruim dat maar eens op als je die plas hebt gemorst) olie per jaar. Een al even gemiddelde Chinees of Hindoe zijn (nu nog) tevreden met resp. 1,3 en 0,9 vaten.
Stel dat het verbruik van China zou stijgen naar ¼ ofwel 6,25 vaten olie per jaar. Dan moet de wereldproductie stijgen met 44% om te kunnen voldoen aan de vraag. En als China ½ van het Amerikaanse verbruik zou benaderen, dan moet de wereldproductie toenemen met ca 90%, dit betekent zo goed als verdubbelen.
Laat deze hallucinante cijfers even bezinken. Want het gaat over een volstrekt onhaalbaar scenario, alle triomfberichten à la Exxon (zie ons artikel Voor Exxon geen olieproblemen) ten spijt. De mondiale oliereserves zullen binnen zeer afzienbare tijd (2010? 2015? 2020? 2025?…) over de top zijn. Ook de industriële wereld is zich hiervan ten zeerste bewust, want er wordt niet meer geïnvesteerd in het speuren naar nieuwe olievelden en evenmin in de bouw van nieuwe raffinaderijen. Men is zich er al te zeer van bewust, dat het geïnvesteerde geld verloren is. Dit geldt voor ‘klassieke’ olievelden. De exploitatie van oliezand
is een andere geschiedenis. Hier zijn nog wel mogelijkheden om op korte tot middellange termijn olie te ontginnen, maar de kosten zijn hoger dan voor klassieke ontginning en de impact op het milieu is niet te onderschatten.
China is zich zeer goed bewust van deze situatie. Vertegenwoordigers van dit land, met hun zakken vol Amerikaanse dollars, reizen de wereld rond op jacht naar olie.
In sommige gevallen kon een overname nog net worden verijdeld, zoals in het geval dat het Chinese CNOOC de Californische firma Unocal wou verwerven, zie Twee honden vochten voor een been…
Maar soms lukt het toch. Zo is er onlangs een overeenkomst gesloten tussen China en Venezuela (een OPEC-land) voor de verkoop van olievelden. Dit moet in Wall Street hebben geleid tot onrust om het zacht uit te drukken. U moet weten dat de Venezolaanse oliefirma PdVSA meer dan 10.000 benzinestations van het merk Citgo bezit in de VS. Wanneer de Venezolaanse oliereserves in Chinese handen zouden komen, is het zeer goed mogelijk dat Citgo droog komt te staan en dat de VS de benzine nodig op hun markt naar Shangai ziet wegvloeien.
En enkele weken geleden maakte China tot tweemaal toe een bod om de oliezandvelden in het Canadese Alberta te kopen. De provincie Alberta is zeer geneigd om haar oliezand in Chinese handen te zien overgaan. Ten eerste zouden en miljarden dollars binnenstromen en ten tweede zou China gebruik maken van Canadese arbeidskrachten en industriële uitrusting. Maar de Canadese regering wil absoluut niets weten van de Chinese overname, tot ongenoegen van Alberta.
Het standpunt van de Canadese regering, dat wij kunnen bijtreden, is de vrees voor een onherstelbare verwoesting van het ecosysteem, niet alleen in Alberta maar ook elders in Canada en de wereld.
Zie ook Oliewinning met de strandschep, deel 2 .
Zie ook Oliewinning met de strandschep, deel 2 .
Het is immers weinig waarschijnlijk, dat het China ook maar een moer kan schelen wat er gebeurt met het milieu. Denken we maar aan de steeds maar terugkerende berichten over vergiftigde rivieren, gaswolken en mijnrampen.
Er is eveneens de druk van de VS op Canada om niet in te gaan op het Chinese aanbod. Er is de vrees dat Unocal alsnog in Chinese handen kan terechtkomen door een superbod. Daarbij is er het feit van de Venezolaans-Chinese deal. En als nu het oliezand eigendom wordt van Peking, begint de Amerikaanse boord toch wel te spannen.
China zal de weigering van Canada om het oliezand te verkopen niet zomaar over zijn kant laten gaan. Integendeel, het zal Peking aanzetten om de jacht op olie met nog meer doortastendheid voort te zetten…
Jan Van Besauw
Columnist voor US Markets
Columnist voor US Markets
8 maart 2006.
Ondergetekende is gepensioneerd, hij schrijft voor US Markets columns en financiële berichten. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken fondsen of bedrijven .
Reacties kunt u sturen naar: jan@usmarkets.nl