![](/images/legacy-userimages/userimages/edwin_algemeen_1.jpg)
Analyse: Indexen Japan, China en India
Ik toon in deze analyse voor elke index drie grafieken: de maand- de week- en de daggrafiek. We bekijken achtereenvolgens de Nikkei, de Bombay en de Shangai. Voor wat betreft de Bombay-index mag toch gezegd worden dat deze index heel sterk is. Blijkbaar moeten we straks met zijn allen naar India kijken.
In de maandgrafiek van de Nikkei (7621.92) hanteer ik momenteel de kanalen zoals ingetekend. Het korte termijn kanaal is wat hellingsgraad betreft te scherp om ook op de langere termijn te kunnen stand houden want normale hellingsgraden situeren zich tussen 30 en 45°. Dit kanaal is duidelijk scherper. Als referentiepunten voor het trekken van de Fibonacciniveaus neem ik de top van juli 2007 en de oktoberbodem. Een stijging in deze index kan ons de komende weken terug brengen naar een zone tussen het 38.2 en het 50% niveau. We hebben dus een doelzone van 10000 tot 11200 voor de Nikkei. Deze zone is als doelzone aanvaardbaar omdat we er de horizontale weerstandszone van midden 2004 tot midden 2005 zien liggen.
De weekgrafiek laat de doelzone die ik aangeef in de maandgrafiek duidelijker zien maar wat me in deze grafiek aanspreekt is de relatieve afstand tussen koers en gemiddelden en de relatieve afstand tussen signaallijn en de macd-lijn. Die duidelijke overspannen toestand in zowel de indicator als de koersgrafiek vragen om een convergentie.
In de daggrafiek vinden we eveneens aanwijzingen die ons mogen laten veronderstellen dat we voor een stijging staan. De afstand tussen koers en Welles-lijn is heel groot en in de dmi zien we een positieve divergentie. De Welles-lijn ligt nu bij 9000 en er net onder ligt een gap in de koersgrafiek bij 8600. Mijn koersdoelzone voor de korte termijn is dus 8600⁄9000.
In de maandgrafiek van de Shangai (1771.82) zien we duidelijk de steun van de top uit 2004 en de steun van de top uit 2001.
In de weekgrafiek wordt duidelijk waarom ik van de verwachting uitga dat de zone uit de maandgrafiek kan standhouden. We zien in de weekgrafiek namelijk al wekenlang dat de macd het dalingsmomentum niet langer bevestigt. Het lijkt me logisch dat bij een verwachte stijging in de indexen wereldwijd de weerstandslijn in de Shangai zal doorbroken worden.
In de daggrafiek zien we dat de macd bij een verder dalende index steeds weer hogere bodems plaatst maar die positieve divergentie heeft tot op heden geen reden om tot het innemen van hausseposities over te gaan. Het blijft wachten op een koopsignaal.
In de maandgrafiek van de Indiase index blijkt duidelijk hoe sterk deze index wel is in vergelijking met andere wereldindexen. Ook deze index is fors onderuit gegaan maar bijlange niet in dezelfde mate als de andere indexen. Uit dergelijke grafiek besluit ik dat de Indiase economie er sterk voorstaat.
Mijn punt van twijfel is of ik de beweging van de laatste maanden nog steeds in aanmerking kan nemen als zijnde een vlagpatroon. Omdat de lichamen van de candles nog steeds binnen de grenslijnen liggen veronderstel ik van wel maar ik zal er niet op inspelen vooraleer de weerstandslijn over de toppen wordt doorbroken.
In de weekgrafiek teken ik een trendkanaal met dubbele trendlijnen. Ik ga er van uit dat het bereiken van het 50% Fibo-niveau samen met het bereiken van de trendlijn voldoende steun moet bieden. Voorlopig is dit nog steeds niets meer als een aandachtspunt. Om longposities in te nemen ontbreekt het me nog aan concrete signalen.
Ook in de daggrafiek zien we nog geen koopsignaal in de macd. Met de hammer die we zien in de koersgrafiek en de Polarized Fractal Efficiëncy die een koopsignaal geeft lijkt het me logisch dat we op korte termijn een stijging kunnen verwachten. Vooralsnog zal die stijging enkel maar een correctie zijn op de daling. Een hertest van de bodems zal wellicht meer duidelijkheid scheppen.
Edwin Vandamme
US markets
Analist heeft posities op de Shangai en de Nikkei. Geen posities in andere vernoemde waarden.