AEX en SP500: correctie op korte termijn
Hier zien we de kwartaalgrafiek van de SP500. U ziet een projectieniveau (korte lijntjes) waarbij de top van december 2007 en de bodem van 2008 als referentiepunten worden genomen. De reden voor de keuze van deze punten is omdat zij de koersbeweging de eerste dalingsgolf weergeven. We zien dat 625 dan een steunniveau is. Trekken we het Fibocorrectieniveau (lange lijntjes) met als bodem oktober 1987 en als top december 2007 dan bekomen we een niveau van 600. Nu zijn dit niet enkel vanuit technisch oogpunt logische niveaus waarop we een bodem zouden mogen verwachten. Ook vanuit fundamenteel oogpunt moeten deze niveaus ernstig worden genomen. Afgelopen week nog las ik dat de huidige stand van de SP500 overeenstemt met een KW van 12. Een KW van 12 betekent natuurlijk niet dat de index daarom van hieruit moet stijgen. Het is wel een lage KW die historisch lage gemiddelden nadert. We mogen aannemen dat bij verdere dalingen de markt ook vanuit fundamenteel oogpunt goedkoop wordt. Net als bij subjectieve technische analyse moeten we een slag om de arm houden want wanneer de bedrijfswinsten nog slechter worden dan kunnen we zelfs naar een KW van rond de 8 en dat zou een index geven van om en nabij 400. We zien in de grafiek dat er een Fibo-lijn ligt op 470 en dat niveau zou bij een verdere afname van de bedrijfswinsten dus een richtpunt zijn.
In de daggrafiek van de SP500 zien we dat we de steunlijn van het dalend kanaal hebben bereikt. De stochastics zette een dubbele bodem. Ik trek door het gap van 02 maart nog een tweede lijn en die lijn geeft ons samen met de lijn over de meest recente toppen een snijpunt op 715. Ik kijk dan ook in eerste instantie naar dit niveau voor een weerstand in de correctie maar ik hou er wel rekening me edat het hier niet hoeft te stoppen. Gaps worden altijd gesloten, niet vroeg dan laat maar dicht moeten ze. Gaps hebben immers altijd een zekere aanzuigkracht en we hebben nog een gap liggen bij 735 en dan nog eentje bij 820. We stellen ook vast dat de index vanuit zijn laatste top drie weken onophoudelijk is gedaald.
Conclusie: steunlijn bereikt, dubbele bodem in de stochastics, bovenliggende nog openstaande gaps, drie weken onophoudelijke daling maken dat we hier op zijn minst een correctie moeten krijgen.
De maandgrafiek van de Dax: Fibo-correctieniveaus met als referentiepunten de bodem van maart 2003 en de top van december 2007. Het 61.8 procent niveau is het meest voorkomende correctieniveau en werd hier dus nagenoeg bereikt. De Dax sloot vrijdag op 3666 en het Fibo-niveau ligt op 3610. Met het bereiken van dit niveau bereiken we ook een zware horizontale steunzone (bodem van november 2003 en augustus 2004 — toppen van september en oktober 2003).
Vaststelling: de dax bereikt niet enkel een veel voorkomend correctieniveau maar ook een zware horizonttale steunzone. De relatieve afstand koers — langere gemiddelden is te groot.
En als laatste grafiek om aan te geven dat een opwaartse correctie vanaf deze niveaus logisch is. Het dalende volume bij lagere koersen in de Dow-Jones daggrafiek betekent niet dat er niet nog een paar dagen dalingen kunen plaatsgrijpen, wel geven die dalende volumes aan dat een keerpunt heel nabij is.
Nu over naar de analyse van de aex en we beginnen met de kwartaalgrafiek/Ik geef al maanden aan dat het patroon absoluut niet positief is voor de lange termijn en we zijn nu dus door de bodem van 2003 gezakt. Dit is vanzelfsprekend negatief. Het volgende Fibocorrectieniveau (referentiepunten 1987 en 2007) geeft een doel van 166 maar we zien een zware horizontale zone liggen met als bovenzijde 188 en als onderzijde 170. Ook zien we rond dit niveau de steunlijn liggen met als toppen december 2000 en juni 2002. De zone 188⁄166 mag dus als lange termijnkoersdoel als aanvaardbaar worden aangenomen.
In de maandgrafiek geeft het Fibo-projectieniveau de mogelijkheid aan van een koersdoel op 188. Beginnen we echter te stijgen (wat tenslotte als meest logisch wordt aangegeven vanuit de bovenstaande grafieken van de SP500, de Dow en de Dax) hou dan rekening met een mogelijk koersdoel van 226 (bodems december en januari) en als uiterste 257 (weerstandslijn over de toppen). Aandachtspunt in deze grafiek is ook de macd waar we een relatief grote afstand zien tussen indicator en signaallijn. Omdat een macd een afgeleide is van gemiddelden mogen we er ook de gemiddeldenanalyses op toepassen. Het betekent dat we in de indicator een convergentie tussen de lijnen kunnen verwachten. Krijgen we die convergentie dan zal die natuurlijk een gevolg zijn van een zich zijwaarts bewegende of stijgende index.
In de weekgrafiek zien we dat we de steunlijn van het dalende kanaal hebben bereikt. We raken ook de steunlijn met toppen 07 november en 12 december en bodems van 02 en 23 januari. Dit is een lijn die 4 raakpunten telt en ze mag dus als betrouwbare lijn in aanmerking worden genomen. Een aandachtspunt bij de macd is ook dat in geval we hier een bodem vormen die langere tijd stand kan houden we in de macd een positieve divergentie zullen krijgen.
In een tweede weekgrafiek wens ik de aandacht te vestigen op de DI-min. We zien dus dat deze rode lijn de daling niet volgt. Deze divergentie is positief en geeft aan dat het dalingsmomentum in de aex in feite afneemt. De DI-plus daarentegen stijgt maar heel lichtjes wat zwakte aangeeft voor deze indicator. Bemerk in deze grafiek ook even de zeer hoge afstand tussen koers en stoplijn. Dergelijke zaken zijn altijd een indicatie die er op duiden dat we met een zijwaartse dan wel stijgende beweging rekening moeten houden.
In de XO-grafiek zien we dat we de steunlijn van het dalend kanaal hebben bereikt. Weerstanden liggen op 212÷216÷220÷222÷238÷245÷248÷255÷260÷264. Daalt de index onder de steunlijn dan moeten we ons richten op de zones uit de kwartaalgrafiek.
In deze daggrafiek zien we dat de macd de doorbroken weerstandslijn zal terugtesten. We zien ook dat de index de steunlijn van het dalend kanaal heeft bereikt. De dalende zwarte lijn is een lijn die ik al geruime tijd op de grafiek heb staan en ook deze lijn werd nu bereikt.
In een laatste daggrafiek laat ik de PFE zien. We zien dat het histogram van deze indicator de 0‑lijn naar boven toe heeft gekruist. De PFE is een zeer korte termijnindicator en hij geeft hier aan dat we met een correctie wel degelijk rekening moeten houden.
Samengevat: ik heb in deze analyse een aantal grafieken laten zien: De grafiek van de SP500 op lange termijn die een steunzone heeft bereikt. Een steunzone die ook vanuit fundamenteel oogpunt verdedigbaar is.
In de overige grafieken van de SP500, Dax en Dow heb ik aangetoond dat er voldoende gegevens zijn die ons mogen laten uitkijken naar een kortetermijn correctie.
De lange termijngrafieken van de aex geven een negatief beeld. Vandaar dat ik een stijging op korte termijn nog steeds bestempel als correctie. Die correctie die de volgende dagen haar beslag zou moeten krijgen kan ons brengen naar een aex van 226 tot 257. Gaan we lager dan kunnen we mogelijks dalen tot 188. Onder dat niveau kunnen we de verwachte korte termijn reactie vergeten.
Edwin Vandamme
US markets
Analist heeft posities op de aex. geen posities op dax en SP500.