...

Zuurstof van de economie - deel 1

26 april 2011, 08:26 | US Markets Redactie | leestijd: 10 minuten | moeilijkheid: 11 / 12 | (0)

Koop­kracht is al waarom het in het lev­en gaat. Met meer koop­kracht dwing je meer kwaliteit van lev­en af en kun je meer dromen ver­wezen­lijken. Maar de koop­kracht van de west­erse wereld staat zwaar onder druk door de han­del­swi­jze van regerin­gen en de ontwik­kel­ing van de werelde­conomie. Dit artikel (in drie delen gepub­liceerd) is geschreven naar aan­lei­d­ing van de pre­sen­tatie die ik voor de stu­den­ten van de Eras­mus Uni­ver­siteit heb gehouden. De hoogtepun­ten heb ik daar behan­deld. Dit is het hele verhaal. 




Hoe genereer je meer koop­kracht?
a) edu­catie, car­rière, hoger inkomen (het ele­ment waaraan je zelf kunt werken)
b) mid­dels een degelijk mon­e­tair beleid (kun je bein­vloe­den mid­dels een zetel in het par­lement om het beleid te con­trol­eren)

Het zij benadrukt dat een regering met de haar ten dien­ste staande cen­trale bank his­torisch heeft bewezen onze groot­ste koop­krachthand­i­cap te zijn geweest. In het verleden bleken regerin­gen alti­jd geneigd meer uit te geven dan er aan mid­de­len bin­nen kwam. Reden: regeren is vooruitzien voor de korte ter­mi­jn met de inten­tie de bijgevolg uit de hand gelopen finan­ciën te lat­en saneren door de vol­gende regeringsploeg. Dus als je jouw regering leuke din­gen” voor de mensen ziet doen dan is dat door­gaans een sigaar uit je eigen koop­kracht­doos. Alleen autonome economis­che groei staat een over­heid toe meer uit te geven naar­mate er meer inkom­sten in de in the pipeline’ zit­ten. Een over­heid kan zek­er niet méér bli­jven uit­geven in het kad­er van een toen­e­mende schuld­groei die meer is dan de groei kan dra­gen. Als dat het geval is, is ver­lies van koop­kracht van de onderliggende munt onweer­leg­baar het gevolg.

In de geschiede­nis hebben we wereldrijken zien verd­wi­j­nen als gevolg van over­matige uit­gaven, meestal als gevolg van oor­logvo­er­ing. Zo zijn er grote Rijken teloor gegaan:
> het Perzis­che Rijk 400 v.C.
> het Romeinse Rijk in de 5de eeuw
> het Byzan­ti­jnse Rijk in de 13de eeuw
Nu zijn we weer 800 jaar verder – toe­val?

Waarschi­jn­lijk is er toch ler­ing getrokken uit de onder­gang van deze empires’. De geïn­dus­tri­alis­erende wereld wist zich namelijk vanaf 1776 te verzek­eren van een gouden stan­daard, ook al omdat goud in de 18e eeuw en daar­voor vee­lal als wereld­va­l­u­ta werd gehanteerd. Met enige korte weinig suc­cesvolle onder­brekin­gen wist men het goud in de vorm van een stan­daardeen­heid te paren aan de uit­gifte van papiergeld. Zodoende kon de geld­ho­eveel­heid wor­den afgeme­ten aan de hoeveel­heid goud op voor­raad. Dat ging zo voort tot augus­tus 1971.

Nu bevin­den we ons veer­tig jaar nadi­en en doemt de vraag of we ons opnieuw moeten voor­berei­den op een soort­gelijke implosie waar­van bovenge­noemde rijken slachtof­fer zijn gewor­den. Met alle Franken­stein Finance (“heroïne shots” aan dig­i­taal fiat­geld zon­der onder­pand”) om het economisch afgli­j­den te voorkomen, lijkt dat er ver­dacht veel op.

Met name een natie als de VS, ver­slaafd aan gemak en kredi­et, kun je niet zomaar op rantsoen” zetten. Dat is de reden waarom er voor QE (quan­ta­tive eas­ing of ver­ruim­ing van de geld­ho­eveel­heid) is gekozen aan de hand van de con­tro­ver­siële macro-economis­che the­o­rie op het ter­rein van werkgele­gen­heid, rente en geld van John May­nard Keynes (18831946) die tot voor kort nog nooit was uit­getest. Hij meende juist ten tijde van de Grote Depressie in de jaren 30 de economis­che motor weer aan de praat te kun­nen kri­j­gen door nieuw geld in de economie te pom­pen. Intussen weten we wel dat dit niet alleen een zeer dure maar ook een heil­loze oploss­ing is. Even­min heeft de cre­atie van meer staatss­chuld ooit tot de inloss­ing van staatss­chuld maar wel tot inflatie geleid.




Hoe kon dit gebeuren? Terug naar het verleden!

Bret­ton Woods – 1944

Als gevolg van over­matige schuld­vorm­ing in de jaren 30 had­den de meeste west­erse lan­den de gouden stan­daard opgegeven. Teneinde na WO II een sys­teem van inter­na­tionale finan­ciële sta­biliteit te ves­ti­gen, werd de gouden stan­daard opnieuw geïn­tro­duceerd maar nu gekop­peld aan de dol­lar als s werelds reserve val­u­ta (“zo goed als goud”). Buiten­landse (niet bin­nen­landse!) dol­lar tegoe­den zouden te allen tijde in goud kun­nen wor­den omgezet in de orde van $35 voor één troy ounce. Daar er vol­doende gecon­fis­ceerd goud in de kluizen van Fort Knox lag, bestond er geen enkele twi­jfel aan de kredi­et­waardigheid van Ameri­ka.

Wan­neer ging het fout? Dat kwam door de Viet­namoor­log, die om zoveel meer geld vroeg dan de economis­che groei kon opbren­gen, het­geen in het buiten­land twi­jfels opriep. Om deze reden wen­ste voor­ma­lig pres­i­dent De Gaulle van Frankrijk eind jaren 60 de Franse dol­larte­goe­den om te zetten in goud.

Augus­tus 1971
– in plaats van de rente te ver­hogen en de schuld terug te bren­gen, verkoos toen­ma­lig pres­i­dent Nixon om het goud­luik” te sluiten en de kop­pel­ing met goud te beëindi­gen. Ondanks deze actie bleef de dol­lar s werelds reserve­va­l­u­ta maar nu zon­der het gouden onder­pand”. Het directe resul­taat was dat alle valuta’s tegen een vanaf dat moment dal­ende dol­lar maar ook tegen elka­ar begonnen te zweven. In zijn tv-toe­spraak hield Nixon zijn gehoor voor dat de dol­lar alti­jd een dol­lar zou bli­jven”. Hij zei er niet bij dat de impli­ci­ete waardedal­ing van de dol­lar tot min­der koop­kracht zou lei­den. Op dat moment ver­keerde ik in New York en was getu­ige van het gesprek van de dag”. Maar nie­mand had in de gat­en wat er zou gaan spe­len. In die tijd droeg de indus­triële pro­duc­tie nog flink bij aan een posi­tieve han­dels­bal­ans en draaide de economie meren­deels op eigen olie. Wel begon de inflatie in de loop van de 70-er jaren flink op te lopen tot ruim 15% in het begin jaren 80. In die tijd was er nog vol­doende economis­che bal­ans” om de rente zodanig te ver­hogen dat de inflatie kon wor­den ingedamd.

Maar wat betek­ende de loskop­pel­ing in werke­lijkheid? Dat de V.S. onder de dek­man­tel van de cen­trale bank (Fed­er­al Reserve) als toezichthoud­er op de koop­kracht van s werelds reserve­mu­nt een blan­co vol­macht verkreeg om ein­de­loos geld bij te drukken. The dol­lar is our cur­ren­cy but your prob­lem’ zoals John Con­nal­ly, Nixon’s min­is­ter van Finan­ciën, ijsk­oud stelde ten tijde van een meet­ing in Wash­ing­ton D.C. met zijn col­le­gae min­is­ters van Finan­ciën. Dit naar aan­lei­d­ing van een opmerk­ing dat er intussen zoveel dol­lars over de wereld zwier­ven”. In weer­wil van de mon­e­taire ver­ruim­ing bleef de dol­lar in het buiten­land toch pop­u­lair van­wege de sterke afhanke­lijkheid van Amerika’s mil­i­taire para­plu gedurende de Koude Oor­log en daar­na. Ook de export gedreven economieën in Azië (aan­vanke­lijk Japan, Tai­wan en Korea lat­er gevol­gd door Chi­na en India) waren in belan­grijke mate op de dol­lar georiën­teerd. Zo lang het Verre Oost­en hier­van nog steeds afhanke­lijk is, bestaat er geen reëel alter­natief voor de green back’ als reserve­va­l­u­ta.

Na een peri­ode van min of meer bal­anced bud­gets’ ten tijde van het bewind van Clin­ton veran­derde de sit­u­atie met het aantre­den van George W. Bush. Het begon met de opzet van de Home Secu­ri­ty (bin­nen­landse vei­ligheid) en de invasie in Afghanistan na 911 en lat­er de oor­log in Irak in 2003 die grote som­men geld vereis­ten. Geld dat de economis­che groei ver te buiten ging. De finan­ciële sit­u­atie ver­slech­ter­de nog na de intro­duc­tie van de belast­ingver­lagin­gen waar­door er nog min­der geld in kas” stroomde. De laat­ste actie was vooral bedoeld om Bush’ pop­u­lar­iteit te ver­beteren na de dis­cutabele inval in Irak.

Toen Bush zich opnieuw verkies­baar stelde, meende hij zoveel mogelijk ste­un te kun­nen verkri­j­gen door aan te kondi­gen dat iedereen recht had op een eigen huis. De huizen­markt zou daar­door nog meer groeien. Dat was goed voor de economie, goed voor de huizen­bezit­ter in een sti­j­gende vast­goed­markt en dus ook goed voor de US Inter­nal Revenu Ser­vice (Belast­ing­di­enst). Maar hoe solide zijn hypotheken in een dal­ende vast­goed­markt, meestal hoog gefi­nancierd tegen een vari­abele rente.

Toen de huizen- en hypotheek­mark­ten uitein­delijk bezweken onder het derivatengeweld moest de Fed alle too big to fail’ finan­ciële insti­tuten inclusief de door de over­heid gegaran­deerde Fan­nie Mae and Fred­dy Mac red­den mid­dels de over­name van hun tox­ic loans’. Deze lenin­gen bleken te zijn uit­gegeven op een frac­tionele reserve basis var­iërend van 20 : 1 tot meer dan 80 : 1, de Achilles’hiel van het finan­ciële sys­teem. Deze lenin­gen ver­pakt in ver­sne­den zgn. AAA mort­gage backed secu­ri­ties wer­den over de gehele wereld verkocht. Maar weini­gen kon­den ver­moe­den dat deze prak­tijken zouden lei­den tot de in 2008 in gang gezette kredi­et­cri­sis. Even­min dat de belast­ing­be­taler zou opdraaien voor de gevol­gen van de red­ding van de too big to fail’ banken.

Tot­dat Ronald Rea­gan in 1980 aan het bewind kwam was er bij­na 200 jaar ver­streken om een schuld van één biljoen (duizend mil­jard) te creëren. Thans kost het nog geen jaar om zo’n schuld te pro­duc­eren. Dit zou nooit mogelijk zijn geweest met een kop­pel­ing aan het goud. De hieruit voort­gevloei­de neer­gang van de koop­kracht van de dol­lar wordt niet alleen bij de Amerikaan maar bij zeer vele wereld­burg­ers neergelegd. Dit is intussen vooral zicht­baar gewor­den in hoge voed­sel­pri­jzen in lan­den met relatief lage inkomens. Met een laag inkomen weegt sti­jging van de voed­sel­pri­js aanzien­lijk zwaarder.



Op deze chart wordt zicht­baar dat over­hei­ds­fi­nancier­ing over een lengte van jaren onderdeel is geweest van een nogal gewaagd en arbi­trair finan­cieel beleid. Alleen toen voor­ma­lig pres­i­dent Roo­sevelt in 1933 het goud van de Amerikaanse onder­daan had gecon­fis­ceerd, ver­be­ter­de de Amerikaanse schulden­posi­tie drama­tisch snel mid­dels de verse goud­voor­raden in de kelders van Fort Knox.

In het vol­gende artikel meer…

Robert Bron­cel
Pub­li­cist US Markets


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.