ZIJN AANDELEN TE DUUR?
De rally die in minder dan een maand tijd de AEX vanaf 242 punten optilde naar 290 punten lijkt sinds 7 augustus te consolideren. Na een stijging van 20 % in zo’n korte tijd geen ongezonde zaak. Inmiddels hinkt de beurs op twee gedachten. Enerzijds zijn er de stieren die het schoorvoetend ingezette economisch herstel en de onwaarschijnlijke hoeveelheid liquiditeiten op spaarrekeningen aanvoeren als argument dat de beurs na deze adempauze zijn stijging weer zal gaan voortzetten. Anderzijds zijn er de beren die wijzen op de forse correctie op de beurs van Shanghai – de afgelopen jaren gaf deze beurs zowel omhoog als omlaag vaak de richting aan – en op het feit dat aandelen na deze explosieve stijging bepaald niet meer goedkoop te noemen zijn.
Tegen dit laatste argument valt wel het een en ander in te brengen. Het is inderdaad waar dat deze rally de koersen van aandelen naar een bovengemiddeld niveau heeft opgejaagd. In lijn met de koersstijging van ruim 50 % van de S & P 500-index is de koers/winstverhouding gestegen van 10 naar 18. Dat is meer dan het langjarig gemiddelde. De koers/winstverhouding van de S & P 500 realiseerde afgelopen week zelfs zijn hoogste stand sinds eind 2004. Beleggers die nu aandelen kopen doen dat dus niet langer tegen afbraakprijzen. Beleggers die nu weer een daling verwachten omdat aandelen te duur zijn geworden lijken dus een punt te hebben. Om dat echter goed te kunnen beoordelen is het raadzaam het een en ander in een breder perspectief te plaatsen.
Wanneer we de vorige bullmarket beschouwen – die van 2002 tot 2007 – constateren we dat de koers/winstverhoudingen aan het einde van deze bullmarket lager waren dan aan het begin. De koersen waren weliswaar sterk opgelopen – de AEX bijvoorbeeld van 218 naar 565 punten — maar de winsten nog meer. De aandelen waren gedurende deze bullmarket feitelijk goedkoper geworden! De uitbraak van de kredietcrisis was in ieder niet gevolg van het feit dat de aandelen te duur geworden waren. Dan had deze al veel eerder uitgebroken moeten zijn. Maar we stuiten hier op een fenomeen dat zich rond de bodems na een zware koersval op de beurzen steeds weer herhaalt. Wanneer koersen enorm zijn gedaald zijn de prijzen van aandelen weliswaar laag maar in verhouding tot de winstgevendheid – die immers volledig is ingezakt – juist erg hoog.
Zo was de koers/winstverhouding van de Dow Jones-index in 1934 maar liefst 25. De situatie van toen was enigszins te vergelijken met nu omdat de beurs na een enorme deconfiture – een daling van 90 % tussen 1929 en 1932 – weer aan het herstellen was. De Dow Jones was na een bodem van 41 punten weer opgeklommen naar een nieuwe top van 108. Maar was deze naar verhouding hoge koers/winstverhouding een reden voor de beurs om niet verder te stijgen? Niet in het minst. In 1937 bereikte de Dow Jones na een rally van 3 jaar een nieuwe piek van 194 punten. Bijna twee keer zo hoog. De beurs was in waarde verdubbeld maar de winst per aandeel was in dezelfde periode verdrievoudigd! In 1937 bedroeg de koers/winstverhouding nog maar 14.
Een ander historisch keerpunt in de markt was het jaar 1982. Na een bearmarket van 16 jaar waarin de Dow Jones de 1000 punten grens maar niet kon slechten had de wereldeconomie een dieptepunt bereikt. De rente was torenhoog en de vooruitzichten voor aandelen belabberd. De Dow Jones bereikte een dieptepunt van 776 punten terwijl de aandelen voor 14 keer de winst van de hand gingen. Dat was toen best duur. Ook nu was dat echter geen reden om geen aandelen te kopen. De Dow Jones zou aan een niet eerder vertoonde opmars beginnen met een niveau van 11723 punten als voorlopige zenith in 2000. Een vervijftienvoudiging! De koers/winstverhouding liep in dezelfde periode echter op van 14 naar 21. Hoe was dat mogelijk? De winst per aandeel was in 2000 namelijk ook ruim 8 keer zo hoog als in 1982.
Wat leert dit alles ons? Dat rond de bodem van een markt de KW afgezet tegen het langjarig gemiddelde vaak hoog zijn om de doodeenvoudige reden dat tijdens koersdalingen de winsten harder blijken te zakken dan de koersen. In de er op volgende rally naar boven gebeurt vaak het omgekeerde. Dan stijgen de winsten juist weer harder dan de koersen. Met als gevolg dat op de top van een bullmarket de koers/winstverhoudingen naar verhouding niet veel hoger of soms zelfs lager zijn dan op de bodem.
Jan-willem Nijkamp
Voor US Markets
![...](http://cdnx.usmarkets.nl/bbimweb/uploads/profile-images/uploads/06/08/_profileLarge/99-8cbbe8fd.png)
ZIJN AANDELEN TE DUUR?
24 augustus 2009, 08:53
|
US Markets Redactie
| leestijd: 5 minuten
|
moeilijkheid: 7 / 12
|
De rally die in minder dan een maand tijd de AEX vanaf 242 punten optilde naar 290 punten lijkt sinds 7 augustus te consolideren. Na een stijging van 20 % in zo’n korte tijd geen ongezonde zaak. Inmiddels hinkt de beurs op twee gedachten.