...

Wat u misschien wilde weten over zonnepanelen…

28 juni 2010, 17:05 | US Markets Redactie | leestijd: 9 minuten | moeilijkheid: 11 / 12 | (0)

… maar niet durfde te vra­gen. Met deze parafrase op een bek­end gezegde willen we aangeven, dat we het over min­der bek­ende aspecten van de steeds maar pop­u­laird­er wor­dende blauwzwarte dakbe­dekkin­gen willen hebben. 


Het heeft jaren gedu­urd, maar nu is het zover: zon­nepan­e­len begin­nen stor­mender­hand onze dak­en in te nemen. Ze zijn aardig op weg om, zek­er voor de doorsnee con­sument, de pop­u­lairste vorm van alter­natieve energie te wor­den. Om begri­jpelijke rede­nen van invester­ing en ruimtelijke orden­ing bli­jven wind­tur­bines en waterkracht­cen­trales voor ver­noemde doorsnee con­sument buiten beschouwing, maar er zijn ook de zon­neboil­ers en de warmtepom­pen die aardig hun werk doen maar (nog) niet kun­nen nip­pen aan de mark­t­pen­e­tratie van de zonnepanelen.

alt

Aan het suc­ces van die blauwzwarte dakbe­dekkin­gen zijn ste­un­maa­trege­len van de over­heid zek­er niet vreemd, even­min als het feit dat een teveel van stroom die u als ver­bruik­er in het elek­triciteit­snet stu­urt u wordt terug­be­taald door de energiepro­du­cen­ten. Maar zoals we verder zullen zien, lagen vooral milieuar­gu­menten aan de basis van de opkomst van het zonnepaneel.

Eerst en vooral geven we een kort overzicht van de oor­sprong van zon­nepan­e­len. En die zijn behoor­lijk wat oud­er dan alge­meen wordt aangenomen. U zult zien dat ook op dit gebied geldt, en dat kan in dit geval let­ter­lijk genomen wor­den, dat er niets nieuws onder de zon is.

alt

In 1839 stak de Franse fysi­cus Alexan­dre-Edmond Bec­quer­el twee plati­na staven in een bak­je water waarin een weinig zout was opgelost en richtte een licht­straal op één van de twee staven. Waarom hij dit deed, weet geen mens, nog min­der dan waarom hij zijn lam­p­je richtte op één van staven en niet alle­bei en waarom hij zijn staven ver­bond met een volt­meter. Lat­en we het houden op een geval van serendip­iteit, het mooie woord waarmee bedoeld wordt het ont­dekken van iets waar­naar je niet op zoek was. In alle geval, Bec­quer­el stelde vast, dat na het aanknip­pen van zijn lamp er een heel zwakke elek­trische stroom liep van de ene naar de andere staaf. Hij exper­i­menteerde verder en schreef alles neer in enkele artikels. Hij had ont­dekt, dat licht het ontstaan van elek­trische stroom kan veroorza­k­en. Wat je ermee kon doen, daar­van had hij geen idee.

Jaren lat­er, in het jaar 1883, was de Amerikaanse natu­urkundi­ge Charles Fritts, die blijk­baar Bec­querels artikels gelezen had, ook begonnen te exper­i­menteren. Dit­maal niet met bokalen zout water en plati­na staaf­jes, maar wel met sele­ni­um (een toen nog niet zolang gele­den ont­dekt chemisch ele­ment) dat hij aan een kant bedek­te met een dunne laag goud. Hij vroeg zich af wat het zou geven als je de slechte gelei­der sele­ni­um innig zou verbinden met de heel goede gelei­der goud. Hij ver­bond voor- en achterz­i­jde van zijn plak­je selenium/​goud met zijn volt­meter en net als Bec­quer­el knipte hij zijn zak­lamp aan. En ja, er liep stroom van ene naar de andere zijde van zijn plak­je selenium/​goud. Niet veel, amper 0,1% van de inges­traalde energie werd elek­trische stroom, maar toch. De foto­voltaïsche cel (want zo heet een ele­ment van een zon­nepa­neel offi­cieel) was geboren. Motoren kon men er nog niet mee lat­en draaien, maar voor bij voor­beeld fotografis­che licht­meters was het al voldoende.


alt

Het geëx­per­i­menteer ging verder en in 1954 ont­dek­ten, alweer bij toe­val, onder­zoek­ers bij Bell Tele­phone Lab­o­ra­to­ries dat ook sili­ci­um te gebruiken is voor het opwekken van stroom. Maar dan moest dit sili­ci­um op een bij­zon­der manier veron­treinigd’ wor­den. Het con­cept van de pn-junc­tie was geboren, de grond­slag van onze heden­daagse zon­nepan­e­len. We lat­en de weten­schap­pelijke uit­leg voor wat hij is (een sub­tiel spel van negatieve ladin­gen die ene kant uit­gaan en posi­tieve gat­en naar de andere kant) en beperken ons tot het ver­melden, dat dankz­ij aller­lei ingrepen het oor­spronke­lijke ren­de­ment van Fritts’ selenium/​goudcel van 0,1% kon opge­dreven wor­den tot 15% en meer. 

Aan­vanke­lijk waren het uni­ver­si­taire instellin­gen en grote bedri­jven die parken’ van zon­nepan­e­len opstelden om stroom te pro­duc­eren op megawattschaal. Globaal genomen viel in Europa de grote door­braak van zon­nepan­e­len voor con­sumenten zowat samen met het begin van de 21ste eeuw. Over­hei­dssub­si­dies en terug­be­tal­ing van te veel gepro­duceerde stroom zijn hier zek­er niet vreemd aan.

alt
Met zon­nepa­neel bedoe­len we een serie foto­voltaïsche of zon­necellen, onder­ling ver­bon­den dor elek­trische con­tacten en gemon­teerd in een alu­mini­um frame en her­metisch afgedekt door glas. Meerdere pan­e­len wor­den in serie geschakeld om vol­doende stroom­sterk­te te bekomen. De voort­ge­brachte elek­triciteit is gelijk­stroom, die een zg. omvormer veran­dert in wis­sel­stroom. Een deel van de gepro­duceerde gelijk­stroom wordt opges­la­gen in accu’s en gebruikt om non-pro­duc­tieve peri­odes (nacht) te over­bruggen. Een teveel van wis­sel­stroom kan (tegen terug­be­tal­ing) in het elek­triciteit­snet ges­tu­urd worden..

alt

Lat­en we eerst gaan kijken welke pro­duc­tiefazen van zon­nepan­e­len de meeste energie vragen.

alt

De grond­stof voor zon­nepan­e­len is het al eerder ver­melde sili­ci­um. Zoals u kunt zien op boven­staande foto is sili­ci­um een donker­gri­js chemisch ele­ment dat eruitzi­et als een metaal maar dat eigen­lijk niet is. In de natu­ur komt het nooit zuiver voor, maar wel in gigan­tis­che hoeveel­he­den in de vorm van sili­ci­um­diox­ide, een verbind­ing van één atoom sili­ci­um met twee atom­en zuurstof, in de wan­del­ing en zek­er het strand ook wel bek­end als zand.

Zoals u kunt zien, vraagt het win­nen en zuiv­eren van zand de min­ste energie. Maar zand omzetten in mg-sili­ci­um is een com­plex pro­ces, waar tem­per­a­turen tot 3.000°C aan te pas komen en heel wat chemis­che bew­erkin­gen. Tussen haak­jes: mg-sili­ci­um staat voor met­al­lur­gic grade’-silicium, een kwaliteit zuiver genoeg om te wor­den gebruikt voor aller­lei legeringen.

Maar voor zon­nepan­e­len is een top­kwaliteit nodig, het zg. solar grade of sog-sili­ci­um. Deze omzetting gaat lopen met bij­na de helft van alle energie.

Dan moet het sili­ci­um ges­molten (smelt­punt ca 1.700 °C) wor­den en uit­ge­goten tot zg. wafels, dat zijn de basise­le­menten van een zon­nepa­neel. Ruim 1/​6de van de energie is hier­voor nodig.

Dan komen nog verdere stap­pen in de afw­erk­ing (zie grafiek) waar­bij de foto­voltaïsche cellen tot stand komen: dunne plak­jes zeer zuiver sili­ci­um met een posi­tieve en een negatieve zijde. 

Uitein­delijk wordt het zon­nepa­neel opge­bouwd tot alu­mini­um frames (ook mod­ules genoemd), bedekt met glas en voorzien van elek­trische aansluitin­gen. Het is in deze fase dat voorzichtigheid gebo­den is, want zodra zulk een paneel licht ont­vangt, ontstaat er span­ning. Het assem­bleren vergt ca 18% van alle energie.

Als we het hebben over uit­stoot van broeikas­gassen door zon­nepan­e­len, dan bedoe­len we het­geen de ver­schil­lende pro­duc­tiefazen hebben veroorza­akt, vooraleer uw paneel daar rustig op uw dak ligt. Eens het zover is, is er hele­maal geen sprake meer van uit­stoot, behalve de zeldzame keer dat én of ander onderdeel moet ver­van­gen wor­den. De fab­ricage hier­van zal waarschi­jn­lijk een impact gehad hebben op de opwarm­ing van het kli­maat, eve­nals de voer­tu­igen die het onderdeel in kwest­ie tot bij u moeten brengen.

Ook wat kernen­ergie betre­ft wordt de meeste uit­stoot veroorza­akt tij­dens de ont­gin­ning van de ura­ni­um­mi­j­nen, het zuiv­eren van het ura­ni­u­mox­ide tot de vereiste kwaliteit en de bouw van de cen­trale. Een kern­re­ac­tor stoot recht­streeks niets en onrecht­streeks enkel damp uit van het koelwater.

Bij aardgas en steenkool is de sit­u­atie gans anders. Daar wordt tij­dens het pro­duc­eren van elek­triciteit het gros van broeikas­gassen (vooral CO2) de atmos­feer in geblazen.

alt


Boven­staande grafiek vat wat cijfer­gegevens samen. Voor de pro­duc­tie van 1 kilo­wat­tuur elek­triciteit stoot een zon­nepa­neel 20x en 9,3x min­der uit, vergeleken met resp. steenkool en aardgas. Alleen kernen­ergie doet het nog beter met 1/​3de min­der broeikas­gassen dan zon­nepan­e­len per kWh elek­triciteit.

Het installeren van zon­nepan­e­len is voor de modale burg­er een relatief dure invester­ing in de groot­te­orde van 25.000 euro per gezin met twee kinderen. Er zijn even­wel fac­toren die dit bedrag ver­min­deren. Zo zijn er belast­ingsver­min­der­ing, gemeen­telijke pre­mies, groen­stroom­cer­tifi­cat­en en last but not least de terug­be­tal­ing (via een omge­keerd draaiende teller) van de stroom die in het net ges­tu­urd wordt.

Met al deze fac­toren reken­ing houdend is een instal­latie terug­be­taald in gemid­deld 11 jaar in Bel­gië en 15 jaar in Ned­er­land. Deze cijfers gaan uit van de ver­min­der­ing van de tussenkom­sten van de over­he­den. In Bel­gië bij voor­beeld sprak men in 2008 nog van terug­be­taalpe­ri­odes van 5 à 6 jaar, maar dat is intussen voorbij.

Uit­gaande van een lev­en­scy­clus voor zon­nepan­e­len van 30 jaar vallen boven­staande terug­be­taalpe­ri­odes nog wel mee. Maar, er is een maar.

alt

Om de door de ver­vaardig­ing en instal­latie van zon­nepan­e­len veroorza­ak­te uit­stoot te com­penseren, is een break-even peri­ode van stroom­pro­duc­tie nodig. En deze is recht­streeks gelinkt aan de inten­siteit en duur van zonnes­tral­ing op een bepaalde plek.

En zo komt het eerder aange­haalde artikel van A. Stop­pa­to tot de con­clusie waar­van we enkele pun­ten weergeven in boven­staande grafiek. Sevil­la en Edin­burgh zijn de plaat­sen met resp. de kort­ste en de lang­ste break-even­ti­eti­jd. En dichter bij de deur stellen we vast, dat Ams­ter­dam met 5,55 jaar het beter doet dan Brus­sel met 6,24 jaar. We gaan ons niet lat­en ver­lei­den tot spec­u­laties omtrent de zon­neschi­jn in Ams­ter­dam tegen­over Brus­sel, maar wel kun­nen we niet anders dan de break-evens toe te voe­gen aan de teruge­be­taalpe­ri­odes, die zo voor Ams­ter­dam ca 16,5 en voor Brus­sel ca 17,2 jaar worden.

Tot daar ons antwo­ord op wat u miss­chien wilde weten over zonnepanelen.

Jan Van Besauw
Pub­li­cist voor US Mar­kets
________________________________________
Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en artikels over uiteen­lopende onder­w­er­pen.


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.