“Iedereen moet tevreden zijn met het beleid en als er toch ontevredenen overblijven, dan moeten die ervan overtuigd worden dat het leven toch niet anders georganiseerd kan worden of, als dat wel kan, dat het niet nodig is,” schrijft de Gentse filosoof Jaap Kruithof in 1986. Hij vervolgt: “De machthebbers, die hun beleid willen voortzetten omdat dat in hun eigen voordeel is, proberen de hele bevolking voor hun standpunten te winnen en spuien daarom onophoudelijk ‘goede redenen’.”
Het moderne geldwezen heeft het probleem dat het onbetaalbare schulden produceert. Ieder krediet dat wordt verstrekt, moet worden terugbetaald vermeerderd met de rente. De rente is nooit in omloop gebracht, en dus blijven er altijd schulden over. Die schulden kunnen wel worden verplaatst maar ze kunnen niet verdwijnen. Als Griekenland failliet zou gaan bijvoorbeeld, dan verhuist de Griekse schuld naar hun kredietverstrekkers. Die kredietverstrekkers op hun beurt loeren als hyena’s op hun prooi dat ze in flarden willen scheuren en waarvan ze de lekkerste hapjes naar hun nest willen brengen. Publiek bezit, het product van decennialange noeste arbeid, wordt met een vingerknip geprivatiseerd. Er is een elite die jubelt bij elk nieuw slachtoffer van de schuldencrisis. De financiële crisis is relatief.
Staten vergaan, maar het monetair systeem blijft bestaan. Het moderne monetair systeem, kernachtig beschreven als een geprivatiseerd monopolie op de productie van geld gecombineerd met een rente-eis, is ongenaakbaar. Niemand vecht de legitimiteit van het monetair systeem aan. Ook wie roept dat we terug moeten naar de Hollandse gulden zweert bij de legitimiteit van een Nationale Bank die het monopolie moet bezitten op de productie van guldens. Zijn zij soms vergeten dat in de negentiger jaren van de vorige eeuw de Nederlandse staatsschuld gerekend in percentage van het BNP, twintig procent hoger was dan heden ten dage?
Maar de financiële crisis is niet veroorzaakt door het monetair systeem, zij valt er mee samen. Het is één en hetzelfde ding. De financiële crisis, zichtbaar in de werkloosheid, in het wegkwijnende vertrouwen van burgers in de toekomst en in de overheid, is de enig mogelijke uitkomst van een systeem dat schulden produceert en bij de zwaksten alloceert. De gecumuleerde renteschuld maakt dat mensen moeten strijden om de laatste centen uit het systeem te persen, want er zijn altijd minder centen dan er nodig zijn om de schulden te delgen, hoe efficiënt of hard de burger ook werkt. Onze kinderen hebben nog voordat ze geboren worden schulden. De overheid ging naked long op hun toekomst. En de jeugd leert al vroeg dat het leven een nimmer aflatende competitie is, dat elke medemens een potentiële mededinger is, en dat strijd productiever is dan samenwerking.
En de burger wordt moe. In een maatschappij waarin alles bekritiseerd kan worden behalve de exclusieve oorzaak van alle ellende kun je niet anders dan moe, passief en wanhopig worden. Moe, want we willen niet meer nadenken over de oorzaken van het probleem. Passief, want we wachten alleen nog maar tot iemand anders opstaat om onze ellende van de daken te schreeuwen. Wanhopig, want er is niemand die zowel moed heeft als inzicht. En zo dobberen we voort, van de ene oneliner naar de andere, van de ene gesloten deur naar de andere, in een democratie zonder initiatief, een maatschappij zonder doel, een wereld zonder stuurlui.
Jarl Kampen
Publicist US Markets