Sinds de uitbraak van de crisis hebben de overheden wereldwijd op zeer grote schaal geïntervenieerd in de economie. De rente werd tot historische niveaus verlaagd. Fiscale maatregelen werden afgekondigd om consumenten en in zwaar water geraakte bedrijven te hulp te schieten. En het meest ingrijpend waren de kolossale injecties in het bankwezen om deze voorheen veilig gewaande instellingen overeind te houden en het financiële systeem te behoeden voor een totale ineenstorting. Inmiddels liggen deze grootschalige operaties al weer meer dan een jaar achter ons en lijken de interventies effect te sorteren. De beurzen hebben de weg omhoog weer gevonden en de economie groeit weer. De paniek is verdwenen. Niet echter zonder er een enorme prijs voor te moeten betalen. Want de overheden dienden zich wereldwijd wel diep in de schulden te steken teneinde de economie deze helpende hand te kunnen bieden.
Ondanks de torenhoog opgelopen begrotingstekorten slagen de overheden er echter nog steeds wonderwel in zeer goedkoop grote hoeveelheden geld uit de markt te trekken. Zo hoeft de overheid van de VS op 3‑maands staatsleningen (T‑Bills) niet meer dan 0,05 % rente te vergoeden. Uncle Sam kan dus vrijwel gratis lenen. Maar ook leningen met een langere looptijd zijn nog steeds niet duur. In de VS behoeft de staat op 10-jaars obligaties maar een rente van 3,5 % te vergoeden terwijl bijvoorbeeld de Nederlandse overheid zijn tekorten op de begroting kan aanvullen tegen een vergoeding van 3,6 %. Hoe is het mogelijk dat overheden tegen zulke lage rentes kunnen lenen terwijl de tekorten gierend de pan uit rijzen?
Ten eerste is de lage rentevergoeding op staatsleningen nog steeds een reflectie van de nog steeds niet verdwenen risico-aversie onder veel beleggers. Hoewel de aandelenmarkten al weer maanden stijgen bestaat er bij veel beleggers nog erg veel onzekerheid omtrent de economische toekomst en verkiezen zij een laag maar veilig rendement op een staatslening boven een misschien veelbelovende maar risicovolle belegging in aandelen. Ten tweede worden er in diverse landen nog steeds grote hoeveelheden staatsleningen opgekocht door de centrale banken teneinde de rente laag te houden en de economie van een verdere stimulans te kunnen voorzien. Een belangrijke rol in de koersvorming van staatsobligaties spelen echter de commerciële banken. Zo stelt de Europese Centrale Bank deze banken nog steeds in staat geld in te lenen tegen het verwaarloosbare tarief van 1 %. Deze banken zijn nog steeds huiverig dit geld weer aan bedrijven uit te lenen om verdere groei te financieren. Veel liever beleggen banken deze gelden in veilige staatsobligaties. Geld inlenen tegen 1 % en weer relatief veilig uitlenen tegen pakweg 3,5 % is niet alleen zeer winstgevend maar bovendien zonder veel risico. Zo stelt de ECB banken in de gelegenheid hun kassen te spekken. De Britse bank Barclays schat dat alleen al in Groot Brittannië en in de VS de banken het afgelopen jaar voor 240 miljard dollar aan staatsleningen hebben gekocht. En in Japan is dit reeds vele jaren een gebruikelijk fenomeen. Mede hierom verloopt iedere nieuwe emissie van staatsleningen succesvol en kan de rente laag blijven.
Zo helpen de banken en de monetaire autoriteiten elkaar uit de crisis. De staat houdt de banken overeind met grootschalige geldinjecties terwijl de centrale banken het rentepeil laag houden. Om dat te kunnen doen laat de staat het begrotingstekort flink oplopen. Maar de banken zijn vervolgens niet te beroerd om op hun beurt met dat goedkoop verkregen geld de staatsschuld weer te financieren. Deze situatie zal op termijn echter niet houdbaar blijven. Zolang banken hun geld in staatsleningen beleggen verstrekken ze geen kredieten aan het bedrijfsleven. Dat intussen wanhopig om nieuwe financiering zit te springen. Een lagere economische groei is het resultaat. Een situatie die ook de monetaire autoriteiten niet onberoerd laat. Zo verklaarde centrale bankpresident Jean-Claude Trichet deze week dat in december de banken waarschijnlijk voor het laatst tegen dergelijke gunstige tarieven van de ECB kunnen lenen. En in de VS is men inmiddels gestopt met het opkopen van staatsleningen. Stapje voort stapje beginnen de autoriteiten hun ongekende ingrepen in de economie weer terug te draaien. Te vroeg? Wie zal het zeggen. Blijkbaar achten ze de economie inmiddels weer sterk genoeg om voorzichtig weer op eigen benen te kunnen staan.
Jan-willem Nijkamp