Na wederom een weekje de vinger fysiek aan de pols te hebben gehad, blijkt er eigenlijk nauwelijks verschil tussen de stemming bij ‘the man in the street’ en het sentiment op Wall Street. Ondanks een vertragende economische groei, de dalende huizenprijzen en een nog lang niet afgetekende kredietcrisis zegt men daar: ‘tomorrow will always be better, even if it’s worse today’. Dit ongeacht een zelfs zichtbaar toenemend aantal for sale bordjes, ook in de betere wijken. Wellicht verkijken wij Europeanen ons op de mentale veerkracht van de gemiddelde Amerikaan. Hij gelooft simpelweg niet in doom.
Financiële patiënt
Ondanks de tech wreck in 2001, de gebeurtenissen op 11 september 2001, een steeds verder wegzakkende munt en een alsmaar oplopend begrotings- en handelstekort weet men in de States het steeds weer te flikken de financiële patiënt middels het “infuus” van de inkomende geldstromen in leven te houden. Je kunt je natuurlijk in allen gemoede wel afvragen hoe lang nog. Het antwoord zal vermoedelijk niet uit het land zelf komen maar uit het buitenland! Een eerste aanzet hiertoe was het jongste overzicht van inkomende en uitgaande geldstromen, dat negatief uitpakte. Aan de hand van de stemming op de beurs werd dit kennelijk nog als een incident beschouwd. Maar dit krijgt ernstiger repercussies als het geen incident maar een kentering blijkt te zijn. Immers, wil de Amerikaanse overheid de schulden kunnen blijven financieren dan zal bij een afnemende buitenlandse interesse op termijn de rente omhoog moeten en dat is slecht nieuws!
Barometer
Gelet op de ontwikkeling van de goudprijs is er al langere tijd sprake van een afnemend vertrouwen ten opzichte van bepaalde valuta, waarbij dedepreciatievan de dollar het meest in het oog springt. Belangrijk is vooral dat de particuliere consumptie, die voor ruim 70% deel uitmaakt van het bruto binnenlands product en bijgevolg de motor is van ’s lands economie, niet afneemt.
Lenen is in Amerika de populairste sport. Als de consument geen geld meer uit zijn huis kan halen dan dient hij op z’n minst koopkracht te behouden uit z’n werkinkomen of uit andere beleggingen zoals via de beurs. Die staat nog steeds dicht tegen het all time high. Een stijgende beurs anticipeert op hogere bedrijfswinsten. Die zouden dan moeten komen van de stijgende export en de ‘outsourced’ productie in de lage lonen landen. Intussen zie je de koopkracht afnemen met een slordige 5% — 8% maar dat vind je nog niet terug in het geflatteerde inflatiecijfer. Kortom, tegenvallers zijn op dit niveau nog lang niet ingeprijsd.
Dit komt misschien doordat de jongste cijfers bleken mee te vallen. Zo was de werkloosheid op een stand van 4,7% weliswaar het hoogste cijfer in een jaar tijd, doch niettemin beter danverwacht. Hierbij dient te worden aangetekend dat dit cijfer van overheidswege met name in het onderwijs positief is geredresseerd. De werkloosheidscijfers worden het scherpst in de gaten gehouden, omdat de banengroei als een zeer belangrijke factor voor de economie geldt. Verder stegen de uurlonen met 4,1% vergeleken met een jaar geleden. Dit werd enerzijds als een bullish teken maar anderzijds ook als een inflatiesignaal opgevat. Afgezien van de grote (zaken)banken vallen ook de winstcijfers vooralsnog niet tegen.
Voorts bleken de warenhuisverkopen vorige maand zelfs nog met 0,1% te zijn gestegen, terwijl een daling van 0,2% werd verwacht. Verder is gekeken naar het uitstaande consumentenkrediet. Recenter dan juli en augustus zijn de cijfers nog niet, maar deze geven wel aan dat er in die maanden een stijging plaats vond van circa 6% naar – schrik niet – een totaal bedrag van 2,47 biljoen dollar. Dat is 2.470 miljard dollar. Dit consumentenkrediet staat buiten de hypotheekschuld die meer dan driekwart van de huishoudschuld uitmaakt. De totale hypotheekschuld ligt op ruim 13 biljoen of 13.000 miljard dollar, waarvan officieel “slechts” 825 miljard dollar als subprime wordt aangeduid. Over getallen gesproken!
De huidige crisis dient te worden geplaatst tegen de achtergrond van:
- dalende huizenprijzen
- afnemende banengroei
- lagere productiviteitsgroei
- een toenemend aantal delinquencies (hypotheeknemers die niet meer aan hun schuldverplichting kunnen voldoen)
- een niet meer adequaat functionerende geld- en kapitaalmarkt
- een toenemende inflatie als gevolg van stijgende grondstoffenprijzen.
Eigen zwaard
Daarbij komt dat de onderste steen bij de kredietproducten nog lang niet boven is en dat dit probleem voor langere tijd boven de markten zal blijven hangen. Door de stelselmatige renteverlagingen na 11 september 2001 als positieve impuls voor de economie zijn de huizenprijzen veel te ver doorgeschoten en deze kunnen nu weer terugveren naar het niveau van vóór 2001, ofwel een afwaardering van circa 40%. Een dergelijke prijsval staat op zich garant voor een hoop ellende. De FED, het centrale bankenstelsel, dreigt daarmee in het eigen zwaard te lopen.
Steunmaatregelen
Voorts werd deze week bekend dat de drie grootste banken in de VS hun steentje bijdragen in de vorm van een steunfonds van, naar men zegt, circa 100 miljard dollar om uitstaande, dikwijls buiten de bankbalansen gestructureerde leveraged loans (op basis van hypotheken) op te kopen. Echter, dit noodfonds krijgt tevens inzage in het kaf en het koren, zodat fondsen met hypotheken van slechte kwaliteit zich wel kunnen opknopen. Zij die gedwongen zijn te verkopen (dat zijn verreweg de meeste), krijgen soms nog geen 30% van de prijs terug die ze ervoor hebben betaald. Het is niet meer dan een lapmiddel om even wat lucht te creëren. De grote banken proberen vervolgens van deze “gekwalificeerde handel” af te komen door ze tegen de helft van hun fee in rekening te brengen. Tegelijkertijd worden de hypotheekobligaties onder pari (beneden 100%) aangeboden. Een en ander komt bijgevolg ten laste van hun verlies- en winstrekening. Vooralsnog vooral geen reden om aandelen in Amerikaanse banken te bezitten.
De weg van de dollar
Door de geldpers in de hoogste versnelling te zetten, hebben de buitenlandse bankiers zich al neergelegd bij een verdere daling van de dollar. Alleen moet dat een geleidelijk verloop hebben, zodat de valutaire spanningen beheersbaar blijven. Buitenlandse banken en beleggers hebben thans ruim 7 biljoen dollar(!) in handen. Vijf jaar geleden was dat minder dan de helft. Opvallend is dat het buitenlandse belang juist is toegenomen bij een afkalvende dollar. Dit is vooral toe te schrijven aan de Aziatische(China) en OPECbereidheid om dollars malgré tout te blijven opnemen om hun eigen handel niet in de weg te staan. Deze bereidheid is puur gebaseerd op de koppeling van hun munt aan de dollar. Ze konden dus ook moeilijk anders.
Naarmate de (inflatie)druk van een lagere dollar op deze (Aziatische) economieën toeneemt, zal de koppeling op enige termijn moeten worden losgelaten. Daarmee wordt de verdamping van hun dollartegoeden een feit. Alleen een goedkopere grondstoffeninkoop als gevolg van hun gestegen valuta’s biedt dan enigszins uitkomst. Voor de VS is dit evenwel een rampzalig scenario want daarmee verdwijnt goeddeels de buitenlandse financiering van de nationale schuld. Als gevolg daarvan daalt de dollar verder en wordt met de duurdere buitenlandse inkoop tevens het inflatiespook nog sterker geïmporteerd en zal de rente rap omhoog moeten. De vraag is gewettigd of het buitenland alsdan opnieuw bereid is een steeds faillietere munt te blijven steunen.
Toenemende druk
Naarmate tegengestelde krachten druk zetten op de FED zal voorzitter Bernanke in de eerste plaats voorrang willen geven aan de economie. De kans is aanwezig dat het hierdoor veroorzaakte spagaatpatroon daardoor steeds ernstiger vormen begint aan te nemen. Hoe langer de spagaathouding aanloopt hoe groter het breukrisico! Dit valt het beste af te lezen uit de beweging van de goudprijs in dollars. De centrale bankiers zullen in deze fase met lede ogen moeten aanzien hoe de geest uit de fles sluipt zonder daartegen met succes stelling te kunnen nemen. Zodra die fles leeg raakt, zoals in de jaren ’30, liggen de koopjes weer voor het oprapen, te beginnen met vastgoed.
Robert Broncel