![](/images/legacy-userimages/userimages/070103-jvb-+-balpen.gif)
Van biro tot bic: een succesverhaal
Er zijn aanwijzigen, dat in de documenten van Galileo Galilei (1564−1642) een beschrijving te vinden is van het principe van de balpen. Veel zal hiervan niet in huis zijn gekomen, want na hem heeft men nog eeuwen gekrast met aangescherpte ganze- of andere veren. In de 19de en in het begin van de 20ste eeuw waren uitvinders druk bezig pennen (beter gezegd: schrijfstokken) te patenteren die de inkt op papier, hout of leder aanbrengen via een buisje en een kogeltje. Maar dat was huilen met de pet op. Ofwel was het inktdebiet veel te onregelmatig, ofwel te rijkelijk. Of je schreef onleesbare krabbels, of je fabriceerde een vlekkenparade om Rorschach jaloers te maken.
Intussen bestonden al volop vulpennen, die de ganzenveer hadden weggeveegd van het schrijftoneel. Maar vulpennen (het woord zegt het zelf) moeten nu en dan bijgevuld worden, en die nu en dan komen vaak voor op momenten, dat er geen inktpot in de buurt is of dat de inkt net op is. Ook kunnen vulpennen uitdrogen en bovendien is niet elk papieroppervlak ervoor geschikt. Te poreus papier zuigt de inkt op, met als gevolg een onleesbaar schrift. Te zacht papier zorgt voor een heerlijke prop vezeltje die van je pen een soort kerstattribuut maken.
De Hongaarse journalist Ladislao Biró (1899−1985) was zo geërgerd door de nukken van zijn vulpen, dat hij besloot zelf een oplossing te zoeken. Dit moet zowat het werkschema geweest zijn waaraan hij dacht:
De inkt zit in een smalle buis die op het einde wijder wordt. Op dit punt houdt een metalen balletje de inkt tegen en het balletje zelf blijft op zijn plaats door de toelopende vorm van het uiteinde van de pen. Bij het schrijven neemt het balletje een beetje inkt mee. Tot daar niets bijzonders, veel van de voorgangers van Biró hadden aan dit principe gedacht. En toch werkten ze geen van alle. De verdienste van Biró was, dat hij de oplossing bracht door te spelen op de viscositeit van de inkt. Hij stelde vast, dat gewone vulpeninkt niet geschikt is voor het balletjesprincipe wegens te dun. De oplossing is te zoeken bij meer viskeuze inkt die snel opdroogt, zo dacht onze Hongaar terecht. En zulke inkt kende hij, want daarmee werden de kranten gedrukt die hij hielp volschrijven. Samen met zijn broer Georg, die scheikundige was, toog hij aan het werk en in 1935 hadden ze de eerste werkende prototypes klaar. De balpen was geboren! Maar helaas voor de Biró’s waren hun pennen nog ver van het schema dat we hierboven tonen. Er bleef heel wat werk aan de winkel vooraleer te kunnen denken aan commercialisatie.
Intussen was het politieke klimaat in Hongarije grimmig geworden, Hongarije had de kant van nazi-Duitsland gekozen en wie hierop kritiek had of Jood was, kon best zijn biezen pakken. Dat deden de Joodse broers Biró, samen met hun vriend Jorge Meyne. Eerst reisden ze naar Parijs en Londen. Daar werden in 1938 de eerste patenten genomen op hun balpen en werd gedacht aan commercialisering. De Duitse invasie van Europa in 1940 noopte het trio ertoe, de oceaan over te steken en zo kwamen ze terecht in Argentinië. Via een steun in de rug van de toenmalige president werd een bedrijf opgestart dat de Birome (Biro-Meyne) pennen fabriceerde en op de Argentijnse markt bracht. Het is ook in Argentinië dat Biró zijn voornaam László veranderde in de Spaanse versie Ladislao.
In 1943 werd een Europees patent toegekend aan de gebroeders Biró en kort daarna kwamen de Biro Pens op de markt. Deze balpennen werkten weliswaar nog niet perfect, maar ze werden toch snel bekend, zodanig dat het zelfs de Britse RAF ter ore kwam, die prompt een licentie kocht om ze te kunnen produceren voor hun piloten, omdat de ‘biro’ veel beter schreef op grote hoogte dan vulpennen.
In dezelfde periode (1945) vatte de Fransman Marcel Bich het plan op om samen met een partner (Edouard Buffard) het plan op om in de buurt van Parijs een fabriek te starten voor vulpotloden en vulpennen. Door de groeiende activiteiten kreeg Bich zicht op de business van schrijfgerief en zo merkte hij het groeiende succes van de biro-pen. Hij nam contact met Ladislao Biro en verwierf de patentrechten om een balpen onder zijn naam op de markt te introduceren. Hij noemde zijn product ‘BIC’, omdat hij vond dat het beter klonk dan zijn familienaam Bich.
De BIC-balpen veroverde de wereld, en dat nog veel sneller dan de heren Bich en Buffard hadden durven dromen. De firma nam een internationale vlucht, filialen werden opgericht en het assortiment breidde zich uit, niet alleen naar allerlei varianten op de balpen, maar ook naar kleurstiften, correctiepennen en allerlei bureelbenodigdheden. Vandaag stelt BIC meer dan 9.000 personen tewerk en noteert het aandeel (BIC, 52,35 euro op 5 januari 2007) op de Parijse beurs.
In 2005 ging de 100 miljardste BIC over de toonbank en we kunnen stellen, dat sinds meer dan een halve eeuw deze balpennen de schrijfgewoontes van miljoenen mensen veranderd.
Intussen behoort de BIC Cristal balpen (zie foto hierboven) tot de permanente collectie van het Museum of Modern Art (MOMA) in New York.
Er zijn natuurlijk ook nog vele andere fabrikanten van balpennen: Fisher, Lamy, Montblanc, Sanford, Parker, Pelikan, Pentel, Pilot, Staedtler… Maar geen van alle kon een product op de markt brengen, dat de oorspronkelijke magie van de ‘biro’ heeft overtroffen.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
6 januari 2007.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en financiële berichten. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.
Reacties kunt u sturen naar: jan@usmarkets.nl