...

Van biro tot bic: succesverhaal!

5 januari 2007, 17:46 | US Markets Redactie | leestijd: 6 minuten | moeilijkheid: 8 / 12 | (0)

Balpen­nen, je ziet ze over­al. Ze cir­culeren met miljoe­nen in huishoudens, bedri­jven, open­bare dien­sten, rij‑, vaar- en vlieg­tu­igen, tot in de ruimte toe. Er zijn er hele dure en hele goed­kope. Niet alleen klassiek blauw, maar ook rood, groen, zwart en noem maar op schri­jvend. Hoe kwam dit schri­jfgerief tot stand? Hoe werkt het eigen­lijk? Welke indus­trie steekt erachter? USMar­kets zet voor u een en ander op een rijtje.

Van biro tot bic: een succesverhaal

Er zijn aan­wi­jzi­gen, dat in de doc­u­menten van Galileo Galilei (15641642) een beschri­jv­ing te vin­den is van het principe van de balpen. Veel zal hier­van niet in huis zijn gekomen, want na hem heeft men nog eeuwen gekrast met aangescherpte ganze- of andere veren. In de 19de en in het begin van de 20ste eeuw waren uitvin­ders druk bezig pen­nen (beter gezegd: schri­jf­s­tokken) te paten­teren die de inkt op papi­er, hout of led­er aan­bren­gen via een buis­je en een kogelt­je. Maar dat was huilen met de pet op. Ofwel was het ink­t­de­bi­et veel te onregel­matig, ofwel te rijke­lijk. Of je schreef onlees­bare krabbels, of je fab­riceerde een vlekken­pa­rade om Rorschach jalo­ers te maken. 

Intussen beston­den al volop vulpen­nen, die de ganzen­veer had­den weggeveegd van het schri­jftoneel. Maar vulpen­nen (het woord zegt het zelf) moeten nu en dan bijge­vuld wor­den, en die nu en dan komen vaak voor op momenten, dat er geen ink­t­pot in de buurt is of dat de inkt net op is. Ook kun­nen vulpen­nen uit­dro­gen en boven­di­en is niet elk papierop­per­vlak ervoor geschikt. Te poreus papi­er zuigt de inkt op, met als gevolg een onlees­baar schrift. Te zacht papi­er zorgt voor een heer­lijke prop vezelt­je die van je pen een soort ker­stat­tribu­ut maken.

De Hon­gaarse jour­nal­ist Ladis­lao Biró (18991985) was zo geërg­erd door de nukken van zijn vulpen, dat hij besloot zelf een oploss­ing te zoeken. Dit moet zowat het werkschema geweest zijn waaraan hij dacht:


De inkt zit in een smalle buis die op het einde wijder wordt. Op dit punt houdt een met­al­en bal­let­je de inkt tegen en het bal­let­je zelf bli­jft op zijn plaats door de toelopende vorm van het uiteinde van de pen. Bij het schri­jven neemt het bal­let­je een beet­je inkt mee. Tot daar niets bij­zon­ders, veel van de voor­gangers van Biró had­den aan dit principe gedacht. En toch werk­ten ze geen van alle. De ver­di­en­ste van Biró was, dat hij de oploss­ing bracht door te spe­len op de vis­cositeit van de inkt. Hij stelde vast, dat gewone vulpeninkt niet geschikt is voor het bal­let­je­sprincipe wegens te dun. De oploss­ing is te zoeken bij meer viskeuze inkt die snel opdroogt, zo dacht onze Hon­gaar terecht. En zulke inkt kende hij, want daarmee wer­den de kran­ten gedrukt die hij hielp volschri­jven. Samen met zijn broer Georg, die scheikundi­ge was, toog hij aan het werk en in 1935 had­den ze de eerste werk­ende pro­to­types klaar. De balpen was geboren! Maar helaas voor de Biró’s waren hun pen­nen nog ver van het schema dat we hier­boven tonen. Er bleef heel wat werk aan de winkel vooraleer te kun­nen denken aan commercialisatie.

Intussen was het poli­tieke kli­maat in Hon­gar­i­je grim­mig gewor­den, Hon­gar­i­je had de kant van nazi-Duit­s­land gekozen en wie hierop kri­tiek had of Jood was, kon best zijn biezen pakken. Dat deden de Joodse broers Biró, samen met hun vriend Jorge Meyne. Eerst reis­den ze naar Par­i­js en Lon­den. Daar wer­den in 1938 de eerste paten­ten genomen op hun balpen en werd gedacht aan com­mer­cialis­er­ing. De Duitse invasie van Europa in 1940 noopte het trio ertoe, de oceaan over te steken en zo kwa­men ze terecht in Argen­tinië. Via een ste­un in de rug van de toen­ma­lige pres­i­dent werd een bedri­jf opges­tart dat de Birome (Biro-Meyne) pen­nen fab­riceerde en op de Argen­ti­jnse markt bracht. Het is ook in Argen­tinië dat Biró zijn voor­naam Lás­zló veran­derde in de Spaanse ver­sie Ladislao. 

In 1943 werd een Europees patent toegek­end aan de gebroed­ers Biró en kort daar­na kwa­men de Biro Pens op de markt. Deze balpen­nen werk­ten weliswaar nog niet per­fect, maar ze wer­den toch snel bek­end, zodanig dat het zelfs de Britse RAF ter ore kwam, die prompt een licen­tie kocht om ze te kun­nen pro­duc­eren voor hun piloten, omdat de biro’ veel beter schreef op grote hoogte dan vulpennen.

In dezelfde peri­ode (1945) vat­te de Frans­man Mar­cel Bich het plan op om samen met een part­ner (Edouard Buf­fard) het plan op om in de buurt van Par­i­js een fab­riek te starten voor vulpot­lo­den en vulpen­nen. Door de groeiende activiteit­en kreeg Bich zicht op de busi­ness van schri­jfgerief en zo merk­te hij het groeiende suc­ces van de biro-pen. Hij nam con­tact met Ladis­lao Biro en ver­wierf de paten­trecht­en om een balpen onder zijn naam op de markt te intro­duc­eren. Hij noemde zijn prod­uct BIC’, omdat hij vond dat het beter klonk dan zijn fam­i­lien­aam Bich. 

De BIC-balpen veroverde de wereld, en dat nog veel sneller dan de heren Bich en Buf­fard had­den dur­ven dromen. De fir­ma nam een inter­na­tionale vlucht, fil­ialen wer­den opgericht en het assor­ti­ment brei­d­de zich uit, niet alleen naar aller­lei vari­anten op de balpen, maar ook naar kleurs­tiften, cor­rec­tiepen­nen en aller­lei bureel­ben­odigdhe­den. Van­daag stelt BIC meer dan 9.000 per­so­n­en tew­erk en noteert het aan­deel (BIC, 52,35 euro op 5 jan­u­ari 2007) op de Par­i­jse beurs.

In 2005 ging de 100 mil­jard­ste BIC over de toon­bank en we kun­nen stellen, dat sinds meer dan een halve eeuw deze balpen­nen de schri­jfge­woontes van miljoe­nen mensen veranderd. 



Intussen behoort de BIC Cristal balpen (zie foto hier­boven) tot de per­ma­nente col­lec­tie van het Muse­um of Mod­ern Art (MOMA) in New York.

Er zijn natu­urlijk ook nog vele andere fab­rikan­ten van balpen­nen: Fish­er, Lamy, Mont­blanc, San­ford, Park­er, Pelikan, Pen­tel, Pilot, Staedtler… Maar geen van alle kon een prod­uct op de markt bren­gen, dat de oor­spronke­lijke magie van de biro’ heeft overtroffen. 

Jan Van Besauw 
Pub­li­cist voor US Markets
6 jan­u­ari 2007.
Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en finan­ciële bericht­en. Hij heeft op het moment van schri­jven geen materieel belang of bez­it in de bespro­ken bedri­jven of beleggingsinstrumenten.
Reac­ties kunt u sturen naar: jan@​usmarkets.​nl


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.