Bij langere termijnbelegging vormen ups en downs een vast onderdeel van elke grafiek. Hoewel uranium tot één der meest strategische grondstoffen wordt gerekend, ontkwam deze commodity evenmin aan een nogal indrukwekkende swing. Na een meer dan 25-jarige stilstand begon de marktvraag vanaf 2001 weer te stijgen. Op het moment dat zich in de mijnbouwfondsen momentum begon af te tekenen, begon er ook vraag van institutionele zijde (pensioenfondsen, hedge funds en later ook ETF’s) te ontstaan. Als gevolg daarvan is de prijs vooral in de afgelopen 12 maanden exorbitant gestegen van midden 40 naar bijna 140 dollar per pound of een stijging van ca. 220%!
Echter, in euro’s luidt het verhaal iets anders. Toen vorig jaar september de uraniumprijs rond 45 dollar schommelde, stond de dollar/euroverhouding nog op 0,78 tegen nu 0,71. In euro’s zou de uraniumprijs vorig jaar ruim 35 euro’s hebben bedragen tegen thans zeg maar 60 euro per pound. In euro’s zou de gemiddelde stijging bijgevolg “slechts” 70% bedragen. Overigens worden alle commodities nog steeds in dollars verhandeld, hoewel er met name vanuit de olielanden (Iran, Venezuela) steeds meer interesse voor de euro ontstaat.
Langere termijnperspectief
Voor de korte termijn bestaat de kans op een verdere daling naar een niveau van 70 – 75 dollar, althans volgens sommige analisten. Dit blijft echter guess work. Intussen hebben de gespannen vraag- en aanbodverhoudingen geen noemenswaardige verandering ondergaan, terwijl er steeds meer nieuwe kerncentrales worden gepland of reeds op de tekentafel liggen. De onderliggende markt fundamentals blijven bijgevolg onverkort sterk.
Vanaf januari dit jaar werden er 82 nieuwe plannen op tafel gelegd met een totaal van 304 centrales (was 222 in januari). Alleen al in China worden er nu 114 gepland tegen nog 63 in begin van dit jaar. Rusland heeft er nu 25 in de planning staan, Oekraïne 22 en India 19. Maar ook in de V.S. met een bestaande hoeveelheid van 104 centrales is de planning opgekrikt van 23 naar 32 reactoren. Intussen zijn er wereldwijd al 439 in bedrijf. Naarmate de wereldbevolking verder groeit, zal het hierbij evenwel niet blijven.
Op grond hiervan wordt voor de tweede helft van 2008 weer gerekend op een prijs van ca. 120 dollar per pound, met een bodem van 95 dollar per pound. Doordat uranium ook door de hedgefunds grootschalig is ontdekt, blijft de kans op volatiliteit aanwezig. Dit terwijl er nauwelijks sprake is van een spotmarkt, omdat kerncentrales in het algemeen lange termijncontracten afsluiten. Deze contracten kennen merendeels een bodemprijs geldend vanaf het moment van afsluiting en tegelijk geen restrictie op eventuele marktprijsstijgingen.
De fondsen
Hoewel de zgn. explorerfondsen het meest moesten inleveren, is er voor de uraniumfondsen in totaliteit nog altijd sprake van een gemiddelde stijging van ruim 70% in diezelfde periode, gelijk aan de prijsstijging van uranium in euro’s. Zolang de kredietperikelen blijven bestaan, zal met name de explorersgroep het meest gevoelig blijken te zijn. Dat verandert weer op het moment dat nieuwe reserves in productie worden genomen, waardoor de kaspositie wordt versterkt. In dat geval zal er weer sprake van een inhaalmanoeuvre zijn.
Advies
Op grond hiervan is er geen enkele reden om nerveus te worden van de huidige (tijdelijke) daling, maar juist rustig te blijven zitten en bij te kopen waar de daling het grootst is geweest.
Ethiek en realisme
Hoewel de meeste regeringsleiders (inclusief ex vice-president Gore) kernenergie in het kader van de klimaatsverandering nog niet “warm” durven aan te bevelen, zullen met name kernenergie en kolenvergassing (coal-to-liquid) de komende jaren blijk geven het snelste alternatief te zijn ondanks de afvalproblemen. Zelfs binnen de VN meeting in de afgelopen week werd duidelijk gesteld dat een substantiële CO2 reductie niet mogelijk is zonder een significante bijdrage van kernernergie. Alleen als we vanaf de jaren ’80 kernenergie niet in de ban zouden hebben gedaan, zouden de gevolgen van de klimaatsverandering nu iets minder desastreus zijn geweest.
Om aan de groeiende energievraag van thans 2% per jaar en op termijn wellicht het dubbele te kunnen voldoen, zal alles in het werk moeten worden gesteld om enerzijds markt- en anderzijds klimaatsverstoring te voorkomen. Mede gezien de afnemende olievoorraden en de steeds duurder vindbare olie- en gasreserves zullen alle vormen van duurzame energie, die nu nog slechts voor 16% bijdragen in de wereldenergieleveranties, verder dienen te worden ontwikkeld om onze toekomst veilig te stellen.
Paul van der Veer
28 september 2007
www.score-investments.nl