Iemand verkoopt je een beleggingsfonds met de vanzelfsprekende belofte dat mooie winsten je deel zullen zijn. Tegelijkertijd gaat die iemand short met hetzelfde fonds, ervan uitgaande dat de onderliggende waarden zullen kelderen. Hoe noem je zo iemand? Juist, ja.
Wat we in de inleiding aanhaalden is exact hetgeen investeringsbank Goldman Sachs (NYSE: GS) heeft gedaan. Dit soort praktijken verwacht je niet van een onderneming die (althans tot 2008) gold als een rots in de financiële branding. GS werd opgericht in 1869 en is genoemd naar de stichters, Marcus Goldman (1821−1904) en Samuel Sachs (1851−1935). De hoofdzetel bevindt zich in New York en er werken wereldwijd 34.800 mensen voor het bedrijf.
We zullen proberen aan te tonen, hoe dergelijk prestigieus bedrijf op zijn minst gezegd bedenkelijke financiële vehikels in het leven heeft geroepen, zijn klanten erdoor in de kou gezet, er zelf fors heeft aan verdiend en bovendien een stevige baksteen heeft bijgedragen aan de financiële crisis waar we nog altijd niet uit zijn, enthousiaste mediaberichten ten spijt.
Een kernbegrip in deze uiteenzetting is de afkorting CDO, die staat voor collateralized debt obligations. Het bijvoeglijk naamwoord ‘collateralized’ doet denken aan de militaire term ‘collateral damage’, schade die ongewild werd toegebracht. CDO’s hebben ook schade toegebracht, maar of ze echt ‘collateral’ was, zullen we best in het midden laten.
Hoe dan ook, enkele jaren geleden (2004) creëerde GS een gamma CDO’s, obligaties waarvan de terugbetaalbaarheid berust op aan elkaar gelinkte hypotheken, dus schuldvorderingen als onderpand. Een woordje uitleg.
- De maatschappij die CDO’s aanbiedt, doet dit om de gebundelde hypothecaire schuld te doen financieren door de kopers van de CDO.
- De hypotheekgevers, in casu de eigenaars van de betreffende woningen, lossen hun schuld af en dit geld wordt gebruikt om de kosten van de aanbiedende maatschappij te betalen (hierin zit de winst voor GS en konsoorten) en vervolgens ontvangen de kopers van de CDO’s een rente en de terugbetaling van hun investering op vervaldag. Dit alles kan vlotjes verlopen, als de huiseigenaars hun hypotheek vlotjes aflossen. En daar kan het schoentje wel eens knijpen.
- In verband met dit knijpende schoentje is er wel iets speciaals met CDO’s. Ze bestaan namelijk in verschillende ‘niveaus’ volgens risico. Laten we ervan uitgaan dat er drie zijn en dat ze A, B en C heten. In werkelijkheid hebben ze interessant klinkende namen, zoals senior bonds of equity tranche, maar dat doet er niet toe.
- Deze niveaus spelen een grote rol bij het terugbetalen van de obligatie op vervaldag. Is er nl. onvoldoende cash als dekking, dan komen bij voorbeeld de kopers van een A‑niveau CDO eerst aan de beurt, dan B enz. De rente is navenant: van het A‑niveau (het minste risico om je geld terug te zien) moet je niet veel coupon verwachten, B is dan iets beter en wie risico wil nemen wordt in C‑niveau beloond met een leuke rente, als het geld er is wel te verstaan.
Geestelijke vader van het CDO-concept is Jonathan Egol, de huidige vicepresident van GS. Omdat ‘collateralized debt obligation’ nogal dreigend klinkt, gebruikte hij de term Abacus om zijn CDO-pakketten aan te bieden. Een mooi woord, abacus. Vandaag de dag gebruiken wij liever een rekenmachine of een spreadsheet om te rekenen, maar de generaties voor ons hadden hiervoor niets anders dan een abacus of telraam.
Egols Abacus functioneerde van 2004 tot 2008 en onder deze naam werden 25 grote deals gelanceerd voor een totale waarde van iets minder dan 11 miljard dollar ofwel 7,6 miljard euro van vandaag. Een iets of wat groter bedrag dan de sommetjes die we onze kleinkinderen leren maken met hun telraam.
Wat de argeloze beleggers in Abacus’ CDO’s niet wisten, was dat GS op een bepaald moment short ging voor diezelfde CDO’s. Je gaat enkel short als je er heilig van overtuigd bent, dat de koers van het effect in kwestie zal dalen, dat is evident. Zo ook gingen de experts bij GS ervan uit dat zodra duidelijk werd dat de via de CDO’s gefinancierde schulden slecht tot niet zouden worden afgelost en dat de koersen van de CDO’s op korte termijn zouden kelderen. Sneller dan wie ook hadden ze de woningbubbel blijkbaar aan zien komen en wachtten enkel nog op de klap.
Voor de volledigheid moeten we eraan toevoegen dat GS niet enige was om aan klanten beleggingsinstrumenten te verkopen en er voor eigen rekening short mee te gaan. Ook Deutsche Bank en Morgan Stanley en kleinere ondernemingen zoals Tricadia Inc. deden de long/short truc met CDO-achtige pakketten en met succes. Met succes voor de eigen kassa, wel te verstaan. Pittig detail: de controle van Tricadia was in handen van Lewis A. Sachs (voor zover we weten niets te maken met Goldman Sachs), maar deze man werd in 2009 adviseur van de Amerikaanse minister van Financiën, Timothy Geithner.
De woningcrisis sloeg toe vanaf 2007, maar de haute finance in de VS en ook daarbuiten was erop al lang voorbereid blijkt achteraf. Reeds in 2006 creëerde Wall Street een nieuwe index, de ABX Index, die toeliet te beleggen in de richting van hypotheekgerelateerde effecten. Je kon long of short gaan op de ABX en dat opende perspectieven voor wie oor had naar de verwachtingen van analisten.
GS heeft de ABX op grote schaal gebruikt om in te zetten tegen de woningmarkt. Toen, in 2006 en de jaren erna, repten de GS-zegslieden er buiten de muren van hun vergaderzalen met geen woord over. Integendeel, ze gingen gewoon verder met réclame te maken voor de CDO’s, wat hen miljarden opbracht. Toen de woningbubbel barstte sloten ze hun shortposities met weer eens miljardenwinsten. Rondom hen leden zowel particuliere als institutionele (pensioenfondsen …) beleggers zware verliezen omdat de onderliggende waarden van de door hen aangekochte CDO’s ineen waren gestort. In sommige gevallen verliepen er niet meer dan 4 à 5 maanden tussen de instap in een CDO en de vaststelling dat het geld verdampt was.
Tussen midden 2005 en eind 2007 is er minstens voor 108 miljard dollar (74 miljard huidige euro) geïnvesteerd in CDO’s. En dat is een minimum, want een deel van de CDO’s en vergelijkbare effecten zijn niet regulier en niet bekend in het openbaar.
De ineenstorting van de CDO-markt heeft er zeker toe bijgedragen, dat de financiële crisis nog erger is geworden dan ze al was.
Er ontbreken officiële commentaren van toplui van GS op beschuldigingen dat ze wisten dat er een woningcrisis op komst was en er niets aan deden en er integendeel nog geld aan hebben verdiend. Het feit echter, dat de schepper van het CDO-programma, Jonathan Egol, in 2007 van trader promoveerde tot topmanager, spreekt boekdelen.
Intussen boert GS goed en hebben de beleggers nog altijd vertrouwen in het bedrijf, getuige hiervan is bovenstaande grafiek.
Wie ook goed boert, zijn de medewerkers van GS, in de eerste plaats de toplui. In het Financieele Dagblad van 11 december 2009 lezen we, dat GS de eerste 9 maanden van 2009 een bedrag van 16,7 miljard dollar (11,6 miljard euro) opzij kon zetten voor bonussen en dat deze bank van de VS-overheid zeker 10 miljard dollar steun kreeg. Dezelfde krant meldt, dat in 2007 voor 20,2 miljard dollar bonussen uitkeerde en dat verwacht wordt, dat dit jaar 2009 de bonussen nog hoger zullen zijn.
Oproepen zoals deze van minister van Financiën Timothy Geithner om de monsterbonussen aan banden te leggen, hebben blijkbaar weinig vat op GS.
Misschien leven ze bij GS wel in een andere wereld. Hoe anders is het mogelijk, dat CEO Lloyd Blankfein beweert dat zijn bedrijf ‘Gods werk’ heeft gedaan de afgelopen tijd? In een overzicht dat CNN onlangs gaf van de domste momenten van 2009 staat GS dan ook op de eerste plaats.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.