![](/images/legacy-userimages/userimages/frans_rente.jpg)
Turbo’s of toch maar liever opties
Het kiezen van een stop loss niveau
Tja, ben ik vrijdag voor de derde keer uit een turbo long positie gestopt. Natuurlijk had ik een turbo kunnen kiezen met een stop loss niveau die meer bewegingsruimte had geboden ten opzichte van de actuele koers van de onderliggende waarde, in dit geval het valutapaar de euro/dollar. Dan was mijn investering en daardoor het potentiële verlies aanzienlijk groter geweest. Het kiezen van een turbo met een stop loss niveau waarbij de verhouding tussen kans/risico gunstig ligt is niet eenvoudig.
Een turbo met een beperkte hefboom ( een stop loss niveau dat ver van de markt is verwijderd ) vereist een relatief hoge investering in verhouding tot een turbo met een grote hefboom ( een stop loss niveau dat dichter bij de marktprijs ligt). Het feit dat verliezen worden beperkt tot een vooraf bepaald niveau is nu juist de charme van een stop loss. Als blijkt dat we een verkeerde inschatting hebben gemaakt en de markt zich tegen een bepaalde positie blijft keren kan elke investering geheel in rook opgaan. Aan de andere kant resulteert het keer op keer raken van stop loss niveaus ook in aanzienlijke verliezen.
Om de optimale verhouding kans/risico te bepalen wordt vaak gebruik gemaakt van technische analyse. Long posities worden bij voorkeur gekozen met een stop loss direct onder steunniveaus en short posities met een stop loss direct boven weerstand niveaus met de bedoeling om vaker succesvol te zijn met het behalen van aanzienlijke winsten bij een beperkte investering dan het incasseren van verliezen doordat een stop loss wordt geraakt.
In feite is er in dat opzicht geen verschil tussen turbo’s en opties. De uitoefenprijzen van opties worden vaak op dezelfde manier gekozen als de stop loss niveaus van turbo’s.
Het kosten plaatje
Turbo’s
Op het eerste gezicht is de berekening van de kostprijs van een turbo eenvoudig. Het verschil tussen het financieringsniveau en marktprijs is in principe de prijs die voor een turbo betaald moet worden. Natuurlijk wil ABNAmro als de bedenker en enige partij die een markt in turbo’s onderhoudt ook wat verdienen. Daarvoor berekent ze onder andere een vergoeding voor het deel dat onder het financieringsniveau wordt bespaard.
Zolang de turbo niet is uitgestopt wordt maandelijks het financieringsniveau en de stop loss aangepast met de opgelopen rente van de afgelopen maand. Dus iedere maand komt de stop loss dichter bij de oorspronkelijke marktprijs te liggen. Dat kan aardig oplopen, zoals uit de onderstaande voorbeelden blijkt.
Bovenstaande grafiek geeft het verloop weer van de prijs van een turbo, met het valutapaar USD/CNY als onderliggende waarde, over de periode van een jaar. Sinds de uitgifte van de turbo is de prijs ervan flink gedaald ondanks dat het valutapaar, dus de onderliggende waarde de gewenste richting op ging. Het tempo waarmee dat gebeurde was echter te beperkt om de kosten van de financiering op te vangen. Een jaar geleden bedroeg het verschil tussen marktprijs en stop loss nog meer dan 240 punten, wat ondertussen is teruggelopen tot 230 punten, waardoor er een aanzienlijk verlies is ontstaan.
Bovenstaande grafiek geeft de prijs weer van een turbo over een periode van 6 maanden met het valutapaar euro/dollar als onderliggende waarde. Aan het begin van de periode bedroeg de prijs van de turbo 3 euro, in zes maanden tijd is die waarde teruggelopen naar 1,75 euro. Het toeval wil dat de prijs van het valutapaar aan het begin op hetzelfde niveau lag als aan het einde van de periode.
Tijdens de afgelopen zes maanden is de stop loss vijf keer naar boven aangepast, waardoor die nu op 1,249 is komen te liggen. Het risico dat de stop wordt geraakt en de positie uit de markt wordt genomen is daardoor aanzienlijk toegenomen.
Naast de financieringskosten heeft een belegger, bij zowel aankoop als verkoop te maken met bied en laat koersen. Het verschil daartussen is de spread. Nu ABNAmro de enige partij is die een markt maakt is de belegger bij de spread van turbo’s afhankelijk van de concurrentie die deze bank ondervindt van vergelijkbare producten. Soms zijn er op de Nederlandse markt geen vergelijkbare producten voorhanden wat onmiddellijk tot uitdrukking komt in een flink verschil tussen de bied- en laatprijs. Zo bedraagt de spread bij turbo’s met de SOX, de Amerikaanse halfgeleider index als onderliggende waarde meer dan 1,2%.
Opties
Om de prijs van opties te bepalen zijn er prachtige formules ontwikkeld, waaronder de formule van Black & Scholes. De ingrediënten van deze formule − waardoor rekening wordt gehouden met; looptijd, geldmarktrente, bewegelijkheid van de onderliggende waarde, dividendbetalingen en looptijd van de optie − zijn nog steeds actueel.
Parallel aan de turbo zijn de rentekosten die ook bij de optie voor het bespaarde deel, het bedrag onder de uitoefenprijs in rekening wordt gebracht. Bij de optie zijn die kosten op jaarbasis aanmerkelijk lager dan bij een turbo, bovendien zijn die kosten altijd verwerkt in de marktprijs van een optie.
Naast de rente wordt er bij een optie betaald voor de bewegelijkheid van de onderliggende waarde. En alsof dat nog niet gecompliceerd genoeg is; die bewegelijkheid wisselt regelmatig. Dus, tijdens de looptijd van een langlopende optie kan de prijs voor de bewegelijkheid afwisselend hoger en lager zijn. Daarnaast kunnen we te maken hebben met onderliggende waarden die structureel meer bewegelijk zijn dan anderen.
Dat maakt het gebruik van opties minder eenvoudig dan turbo’s. Echter, door een goed inzicht in de prijsvorming van opties kan een belegger veel voordeel behalen. De bewegelijkheid van de onderliggende waarde, zeker als die relatief laag is, speelt bij de prijsvorming van opties met een beperkte looptijd maar een ondergeschikte rol.
Een voorbeeld
Het aandeel Royal Dutch Shell beweegt het afgelopen jaar tussen een koers van € 28,50 aan de bovenkant en € 25,00 aan de onderkant. De steun op € 25,00 is vrij solide en heeft zich al meerdere keren bewezen, waarna steeds een herstel tot € 28,50 volgde. De daling van de prijs van ruwe olie heeft de koers opnieuw richting de € 25,00 euro gebracht. De laatste dagen ziet het ernaar uit dat de koers toe is aan een herstel.
Vooreen vergelijking tussen een turbo long en de aankoop van een call optie kiezen we het volgende:
Een turbo met een stop loss niveau op 24,90, direct onder de steun. Daarvoor betalen we € 3,00, wat neerkomt op 23,24 + 3,00 = 26,24 per aandeel. De spread bedraagt 26,24÷26,18 = 0,23%. Over twee maanden zal de stop loss zijn verhoogd naar 25,17 en het financieringsniveau naar 23,51. Bij een ongewijzigde koers van Royal Dutch Shell (26,20) wordt er op dat moment 0,27 + 0,06 (spread) = 0,33 per turbo verloren.
Het alternatief bij de opties wordt gevonden door middel van een long call dec. 2006 met een uitoefenprijs van 25,00. Daarvoor moet 1,45 worden betaald, wat neerkomt op 26,45 per aandeel. De spread bedraagt 26,45÷26,40 = 0,19%. Bij een ongewijzigde koers van Royal Dutch Shell wordt er na twee maanden 0,25 + 0,05 (spread) = 0,30 per optie verloren.
Ondanks dat een belegging in de Turbo een grotere investering vereist lijken de kosten en de kans/risico verhoudingen van beide mogelijkheden elkaar op het eerste gezicht niet veel te ontlopen. Toch levert de investering in een turbo een belangrijk nadeel op.
Het komt regelmatig voor dat de koers van de onderliggende waarde kortstondig door een steun zakt. Nu de stop loss op dit moment direct onder steun ligt en na een paar maanden zelfs boven deze steun komt te liggen is de kans eigenlijk te groot dat de positie uit de markt wordt gehaald. Daardoor wordt de kans ontnomen om te profiteren van een herstel dat uiteindelijk toch binnen de twee maanden plaats vindt.
Om dat te voorkomen zou een turbo gezocht moeten worden met een lagere stop loss, in dit geval op een niveau van 24,00. Dan wordt de investering groter, komt het vangnet lager te liggen en komt de verhouding tussen kans/risico een stuk ongunstiger te liggen.
Als we er van uitgaan dat de koers van Royal Dutch Shell binnen 14 dagen met 1 ½ euro is gezakt, dan wordt er met de turbo een verlies van € 1,34 gerealiseerd. De optie heeft dan nog ongeveer € 0,45 aan verwachtingswaarde, dus een boekhoudkundig verlies van € 1,00. Deze verwachtingswaarde is er niet voor niets. De koers is slechts marginaal onder de steun gezakt en bevindt zich nog dicht onder de uitoefenprijs van de optie. Dat maakt de kans reëel dat er nog tijdens de resterende looptijd van een herstel geprofiteerd kan worden. Het is op dat moment aan de belegger om te beoordelen hoe groot die kans is. Hij heeft in ieder geval de mogelijkheid.
Conclusie
Door de maandelijkse bijstelling van de stop loss en het financieringsniveau is de turbo een korte termijn belegging bij uitstek. ─ Als het te lang duurt voordat de markt de gewenste richting op gaat lopen de kosten op en neemt de kans dat de stop loss wordt geraakt toe ─ Daardoor leent de turbo zich voor markten die bewegelijk zijn en een sterke trend vertonen, zodat daar met een beperkte investering in relatief korte tijd van kan worden geprofiteerd.
ABNAmro is zich daar duidelijk van bewust en introduceert Turbo’s met sterk bewegelijke producten als onderliggende waarde. Bovendien wordt er gezocht naar markten waarvoor niet gemakkelijk een alternatieve belegging is te vinden. De kosten, inclusief spread van deze turbo’s zijn dan hoger. Daardoor neemt de noodzaak toe dat markt vrij snel de visie van de belegger volgt.
Korte tegengestelde bewegingen vinden regelmatig plaats, ook tijdens een krachtige lange termijn trend. De stop loss en de bijstelling daarvan zorgt ervoor dat beleggers in turbo’s regelmatig met een flink verlies uit de markt worden gehaald, waarna de oorspronkelijke trend vervolgens gewoon door de markt wordt hervat.
Voor een belegger die goed thuis is in de prijsvorming van opties biedt dit product een aantal voordelen ten opzichte van turbo’s, zodat in markten waarin door middel van zowel opties als turbo’s kan worden belegd, ik in de meeste situaties de voorkeur geef aan opties. Daarnaast geven turbo’s mij de gelegenheid om te beleggen in markten waar dat met opties niet mogelijk is.
Op de website van www.openbuy.nl is te zien in welke opties ik momenteel beleg en het resultaat dat daarmee wordt behaald.