Precies tien jaar geleden – half oktober 1999 – maakten de aandelen uit de informatie technologie sector zich op voor naar wat later zou blijken de meest spectaculaire rally op de beurzen ooit. De NASDAQ – de schermenbeurs in de VS waaraan de Amerikaanse technologiefondsen genoteerd staan – noteerde ruim 2600 punten en had al uitzonderlijk goede jaren achter de rug.
In de jaren ’90 maakten beleggers de opkomst mee van toonaangevende technologiefondsen als Microsoft, Intel, Cisco Systems en Oracle. En in hun kielzog nog vele kleinere en minder bekende bedrijven. De jarenlange stijging van deze fondsen maakte vooral werknemers van deze bedrijven – bonussen werden vaak betaald in aandelenopties – rijk of zelfs zeer rijk. Deze slotrally van de technologiesector was ongekend. In een tijdsbestek van nog geen half jaar steeg de NASDAQ van 2600 naar ruim 5100 punten. Ondergetekende kocht toentertijd een pakket technologiefondsen die in een tijdsbestek van zes maanden verviervoudigden. Achteraf bleek ik gelukkig door ze vlak onder de top weer te kunnen verkopen. Alleen moest je dat toen niet hardop zeggen want iedereen belegde in tech. Men had een economische toekomst voor ogen waarin consumenten blijkbaar ook halfgeleiders konden eten en opslagsystemen konden drinken. De olieprijs was tot onder de 10 dollar gezakt want wie belegde er nu in dit soort oude economie? Er ging een golf van waanzin over de beurzen en beleggers waren collectief gek geworden.
Het was de tijd dat verliesmakende internetbedrijven bij bosjes naar de beurs gingen en reeds op de eerste dag van hun notering hun koers zagen exploderen. Ook aan Nederland ging deze doldwaze gekte niet voorbij. In maart 2000 ging World Online naar de beurs. Het bereikte op zijn eerste dag weliswaar nog een hoger niveau maar zou met verlies sluiten. De ingezette daling leidde tot een ongekend beursdrama voor veel beleggers. Veel nieuwe beleggers maakten voor het eerst kennis met het fenomeen van een dalende koers. Het drama World Online markeerde een piek waarna de technologiesector vervolgens in een paar jaar daling al zijn glans zou gaan verliezen. Van de vele internetbedrijven zouden er slechts enkelen overblijven en technologie was niet langer meer een must have sector in beleggingsportefeuilles.
Drie jaar later – in oktober 2002 – bereikte de NASDAQ een bodem van onder de 1100 punten. De index had in drie jaar tijd niet minder dan 80 % aan waarde verloren. Jaren later zou de NASDAQ als gevolg van de kredietcrisis opnieuw naar een peilloze diepte wegzakken van 1250 punten. Maar het lage niveau van 2002 werd nooit meer bereikt. Dat was opmerkelijk omdat bijvoorbeeld de S & P 500 dit voorjaar wel tot ver onder zijn bodem uit oktober 2002 zou wegzakken. Dat was een eerste teken dat technologie op de weg terug was. De sector was minder hard gedaald dan de markt als geheel en leek opnieuw zijn leidende positie op de beurs weer te kunnen gaan innemen. In de daarop volgende rally bleek dat. Hoewel de S & P 500 sinds begin dit jaar met 21 % is gestegen blijft deze toonaangevende index ver achter bij de NASDAQ. De NASDAQ realiseerde sinds begin dit jaar een rendement van 37 %. Maar de sector informatietechnologie als geheel realiseerde sinds de jaarwisseling reeds 74 % winst en de halfgeleider sector zelfs 127 %.
De huidige rally zette in omdat de banken in de VS weer winst begonnen te rapporteren. Maar snel daarna waren het de technologiebedrijven als Intel en Cisco Systems die als eersten hun verwachtingen begonnen op te schroeven. En recent bleken de gerapporteerde cijfers van bedrijven als Cisco Systems, Intel, IBM en ASML steevast beter dan verwacht. De cyclische halfgeleidersector geldt als richtinggevend voor de economie. De huidige rally van deze sector is dan ook veelbelovend. De rest van de technologiesector volgt inmiddels. Tien jaar na de meest spectaculaire rally uit de geschiedenis is de technologiesector weer terug als leidinggevende sector op de beurs. De NASDAQ staat nog steeds 58 % onder zijn top uit maart 2000. Die zal voorlopig onhaalbaar zijn. Maar tech is back.
Jan-willem Nijkamp
voor US Markets