...

Sell in May and run (full speed) away?

2 mei 2005, 22:31 | US Markets Redactie | leestijd: 4 minuten | moeilijkheid: 8 / 12 | (0)

Dat de maand mei ervoor bek­end is wind­stilte, zelfs terugloop te bren­gen in het beurs­ge­beuren is een bek­end gegeven. We tra­cht­en aan te tonen dat seizoens­fac­toren daad­w­erke­lijk een rol spe­len bij het halen van beleggen. Er is zelfs een bewi­js dat de Dow Jones in gol­ven van 6 maan­den goed en min­der goed presteert.
Sell in May and run (full speed) away?
De titel van dit nieuws­bericht zin­speelt op een zoge­naamde beur­swi­jsheid, die zegt dat je in mei best alle beleg­gin­gen van de hand doet en voor een tijd­je de beurs laat voor wat ze is.
Nu zijn er mensen met sterke aan­leg voor sta­tistiek die zijn gaan kijken hoe de aan­de­lenko­ersen zich in doorsnee gedra­gen in de loop van het jaar, en dit sinds 1950. Hun con­clusie is onon­tkoom­baar: tussen
1 novem­ber en 30 april zien we de meeste sti­jgin­gen en van 1 mei tot 31 okto­ber is het aan­tal dalin­gen beduidend.
Nu zijn er mensen die zich beroepen op niet-beurs­gere­la­teerde indi­ca­toren zoals daar zijn de lengte van de rokken, het ver­loop van de Super Bowl of de Triple Crown. Dat is die mensen hun goed recht, maar we hebben toch sterke bedenkin­gen bij dit soort koffiedik kijken.
Terug tot harde feit­en. Lat­en we ervan uit­gaan, dat je vanaf 1950 een bedrag van 10.000 dol­lar belegt in de Dow Jones Indus­tri­al Aver­age Index ($DJIA). Het beleggen gaat als volgt:
- long-posi­tie ope­nen op 1 novem­ber en sluiten op 30 april,
- van 1 mei tot 31 okto­ber het volledi­ge kap­i­taal + eventuele winst bewaren in een spaar­pot, zwarte kous of bankkluis,
- dan weer een long-posi­tie ope­nen op 1 novem­ber en sluiten op 30 april, enz.
Van­daag, 54 jaar lat­er zou het ver­wor­ven kap­i­taal 492.060 dol­lar bedra­gen, dit is een winst van 4.820%!
Als je nu het omge­keerde zou hebben gedaan en je long-posi­tie opende op 1 mei en sloot op 31 okto­ber, dan heb je 318 dol­lar ver­lies.
Kijk, dat zijn nu bewi­js­bare feit­en. Nu moeten we nog een uit­leg zoeken om deze feit­en te verk­laren. Wij denken dat seizoens­ge­bon­den gedrag veel kan verklaren. 
Lat­en we het jaar opde­len in 4 kwartal­en, elk met hun eigen karakteristieken.
Kwartaal 1 (jan­u­ari-maart): het jaar is nog nieuw, de verwachtin­gen en beloftes van rond nieuw­jaar hebben nog hun effect, de euforie van een mooie ein­de­jaars­bonus heeft nog invloed. Op beleg­gings­ge­bied heeft het ger­ing­ste goede nieuws een hefboomeffect.
Kwartaal 2 (april-juni): ont­nuch­ter­ing, de verwachtin­gen wor­den niet (vol­doende) ingelost, de bonussen zijn opge­soepeerd. Met het oog op de naderende vakantie wordt nage­gaan op welke posi­ties winst te nemen is. Dit past dan ook in het kad­er van het ‘lenteschoonmaak-gevoel’. Van­daar het gezegde ‘sell in May and walk away’.
Kwartaal 3 (juli-sep­tem­ber): het is ein­delijk min of meer mooi weer, aan­de­lenko­ersen wor­den opz­ij geschoven ten gun­ste van bar­be­cuen, uit­stap­jes. Er wordt veel min­der tijd gespendeerd voor de pc en om naar de bank te stap­pen of te bellen is het te warm. Wan­neer sep­tem­ber en daarmee het nieuwe school­jaar in zicht komt, wordt in de porte­feuille nog wat schoon­maak gehouden en ver­waar­loos­de posi­ties ges­loten. Daar­door is sep­tem­ber de slap­ste maand van alle. 
Kwartaal 4 (okto­ber-decem­ber): hier start de gelei­delijke aan­loop naar het jaareinde, naar de bonussen en groeit de over­tuig­ing dat met beleggen toch nog wat te ver­di­enen is. Vanaf novem­ber zit­ten we dan volop in de posi­tieve trend, die zich tot het einde van het vol­gende kwartaal zal doorzetten.
Deze rudi­men­taire schets tra­cht te verk­laren wat de grote stro­min­gen zijn die een gemid­deld beurs­jaar kenmerken.
We zeggen ‘gemiddeld’, zon­der reken­ing te houden met uit de pan swin­gende oliepri­jzen, tsoenami’s, orka­nen, oor­logen om van een 911 maar te zwijgen.
En de algemene sit­u­atie is niet bepaald hoopgevend:
- economis­che vertraging,
- globaal min­der mooie win­st­ci­jfers, om maar te zwi­j­gen van de gevallen met rode cijfers,
- sti­j­gende rente (waarschi­jn­lijk dikt Alan Greenspan mor­gen dins­dag 3 mei de VS-rente aan met
25 basis­pun­ten),
- nog alti­jd zeer hoge energieprijzen,
- inflatievrees.

In alle geval moeten we ons realis­eren dat ook dit jaar met de maand mei een bij­na tra­di­tionele peri­ode van relatieve kalmte op beleg­gersvlak kan aan­breken. En als de Dow Jones zou terug­vallen tot het 9.700 pun­ten­niveau, zoals Guy Boscart dat voorzi­et, dan is de waarschi­jn­lijkheid groot dat het dit kwartaal gebeurt.
In het raam van de hoger geschet­ste algemene sit­u­atie, hebben we de bek­ende mei-spreuk daarom wat aangepast, van­waar de titel van deze column.
© Jan Van Besauw
Colum­nist voor US Markets

Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.