Over de crash van 1929 en de daaropvolgende Grote Depressie is de laatste tijd al veel geschreven en er is waarschijnlijk nog veel meer over gesproken en aan gedacht.
Waarom dan nog maar eens het zoveelste artikel over dit thema?
Omdat we hopen, dat u het de moeite waard vinden om een diepgaand inzicht te krijgen in gans de periode voor, tijdens en na de crash van 1929. We leggen het gebeurde onder de loep en hanteren een imaginaire scalpel om als bij een autopsie één na één de relevante elementen te ontleden.
We rekenen erop, tot vaststellingen te komen die mee inzicht zullen geven in wat de geschiedenis zal ingaan als de ‘crash van 2008’ en wat wel eens de Tweede Grote Depressie kan worden.
Om te beginnen bekijken we de Roaring Twenties, de periode van 1920 tot en met 1928
In de volgende artikelen hebben we over
— 1929, het jaar van de Crash
— 1930 tot en met 1939: van wanhoop tot hoop
— 1940 tot en met 1954: van oorlog tot herstel.
Hier gaan we dan.
De aanloop naar de onstuimige periode die we kennen als de Roaring Twenties was allesbehalve uitbundig. In juni 1917 geraakten de VS betrokken in Wereldoorlog I en mede daardoor kwam ‘De Groote Oorlog’ tot een einde, toen Duitsland capituleerde in november 1918.
De Amerikaanse soldaten, die terugkeerden naar huis konden niet vermoeden dat enkele decennia later hun zonen oog in oog zouden komen te staan met de zonen van de vijand die ze zonet hadden verslagen.
Velen van de ex-strijders, getraumatiseerd door de onwezenlijke gruwel waarmee ze gedwongen geconfronteerd waren, grepen naar de drank om te proberen te vergeten. Er waren al drankproblemen in de VS en daarom nam de regering in 1920 een drastische maatregel, later bekend als de Drooglegging. Alle verkoop, transport en productie van alcohol werd verboden. Nu weten we, dat dit het omgekeerde effect sorteerde. Consumptie en productie van drank ging (dikwijls letterlijk) ondergronds en gangsterbendes verdienden en grof geld aan.
Een tweede effect van de Wereldoorlog I was een korte maar heftige recessie, die duurde van 1919 tot 1921. Verschillende negatieve factoren hadden hierin de hand: vele tienduizenden kwamen terug van Europa en vonden geen werk in een markt die aan het krimpen was omwille van het wegvallen van de oorlogsproductie. Bovendien de geallieerde landen (Frankrijk, Groot-Brittannië) hun schulden nog niet terugbetalen en ook nagenoeg geen bestellingen plaatsen in de VS. De werkloosheid nam snel toe en steeg tot een hallucinante 20%.

Het was in deze beroerde omstandigheden dat de democraat Woodrow Wilson in 1921 het Witte Huis overliet aan de republikein Warren Harding. Deze laatste wilde de zaak snel oplossen en nam ingrijpende maatregelen: verminderen van de nationale schuld, verlagen van de belastingen, financiële steun aan de landbouw en beperken van de immigratie. Spijtig voor de man stierf hij voor hij de positieve resultaten van zijn initiatief kon zien en het was opvolger Calvin Coolidge, alweer een republikein, die met de eer kon gaan lopen.

In feite was het dus Harding en niet diens opvolger Coolidge, die het startschot gegeven heeft voor de Roaring Twenties, die eindigden met de crash die dan weer voor rekening was van Herbert Hoover, de opvolger van Coolidge.
De presidentiële maatregelen zetten de dollars terug aan het rollen. De rijken werden veel minder belast en schaften op grote schaal de nieuwe verbruiksgoederen aan, die de industrie volop aanbood. Diegenen die deze goederen moesten produceren, wilden niet liever dan er ook over te beschikken en omdat de lonen konden stijgen, gingen de dromen van de consumenten in vervulling. Als een vloedgolf rolden nieuwigheden de markt in: koelkasten, radio’s, mixers, fonografen en auto’s. De vrouwen die tijdens Wereldoorlog I mee hadden ingestaan voor de productie, waren nu meer vrijgevochten. De korsetten verdwenen, de rokken werden korter en ze gebruikten meer cosmetica en hanteerden elegant en uitdagend lange sigarettenhouders.
Er werd meer en anders, met eigen vervoer, gereisd. Aardewegen werden geasfalteerd, banen werden verbreed, spoorlijnen uitgebreid. De vraag naar energie steeg en de olieputten draaiden op volle toeren. Ook de Amerikaanse suprematie in de lucht kreeg een flinke boost door Charles Lindbergh, die in 1927 als eerste mens in een 33 uur durende solovlucht het traject New York –Parijs aflegde.
Massaproductie was de magische sleutel tot industrieel succes en dat bewees o.a. Henry Ford met zijn Model T, eigenlijk de eerste echte ‘volkwagen’, in de betekenis van een auto in (bijna) eenieders bereik. Dankzij de massaproductie waren niet alleen auto’s, maar ook tal van andere artikelen niet langer meer een luxe. Telefoons verschenen niet alleen in de kantoren, maar ook in meer en meer huiskamers. Een badkamer was niet langer een exclusiviteit en loodgieters konden het werk niet bijhouden. De bouwmethodes verbeterden en de eerste wolkenkrabbers rezen op in de steden.
Om zich te ontspannen beschikten de consumenten over bioscopen, variététheaters en ze gingen voor of na de show een snack bar bezoeken en aten tijdens de vertoning ijs, als gevolg van de overal te horen reclameslogan ‘I scream, you scream, everybody scream for ice cream’.
.jpg)
Dow Jones Industrial Average, begin 1920 tot eind 1928
Bron: Bloomberg
In deze context moeten we bovenstaande chart van de Dow Jones Industrial Average Index (DJIA) bekijken. Voor de makelaars was een gouden periode aangebroken. Iedereen belegde zijn of haar spaarcenten in aandelen van de ontelbare firma’s doe actief waren in het bruisende industriële leven.
De chart toont een immer hogerop gaande evolutie. De drive hierachter was de bijna algemene overtuiging dat er geen einde meer zou komen aan de groei en dat de beurs een garantie was om snel en gemakkelijk rijk te worden. De media gooiden nog wat extra olie op het vuur door te stellen dat nu eindelijk ‘the sky the limit’ was.
Helaas, de sky is nooit the limit en mooie liedjes duren nu eenmaal niet lang. Dat zouden niet alleen de beleggers, maar ook iedereen in de VS evenals in Europa en zelfs in Azië spoedig gaan ondervinden. Naar het einde van 1928 toe zette de DJIA nog een tandje bij en al wie durfde te suggereren dat het kon verkeren, werd weggehoond.
In het Europa van het interbellum ging het er anders aan toe. Wereldoorlog I had sommige landen, waaronder het neutrale Nederland, grotendeels ongemoeid gelaten, terwijl een land zoals België met bijna onoverzienbare menselijke en materiële schade te kampen had. De grote mogendheden zoals Frankrijk, Italië en het VK hadden vele honderdduizenden jonge mannen verloren en hun staatskassen waren zo goed als leeg. In 1919 vond in Versailles nabij Parijs een vredesconferentie plaats met tot dubbel doel enerzijds Duitsland te dwingen tot herstelbetalingen en anderzijds het aangaan van een alliantie om dergelijk conflict te vermijden in de toekomst. Het was vergeefse moeite, want in het overwonnen Duitsland overheerste wrok door wat men daar aanzag als een onrechtmatige nederlaag.
Terwijl de rest van Europa langzaam herrees uit de puinen, de economie zich herstelde en het optimisme van de Roaring Twenties de oceaan begon over te steken, kreeg Duitsland in 1923 weer een morele opdoffer. Als ‘straf’ het in gebreke blijven van Duitsland bezetten Belgische en Franse soldaten het Ruhrgebied en dit leidde tot een golf van stakingen en de start van een spectaculaire devaluatie van de Reichsmark.
In datzelfde jaar 1923 kreeg de wrok een grimmig gezicht. Op 8 november 1923 trad Adolf Hitler in het spotlight van de geschiedenis en verschenen zijn SA-stoottroepen in het straatbeeld.
Terwijl in de VS met in hun kielzog Europa de Roaring Twenties hun ogenschijnlijk onstuitbare opmars verder zetten, bereidde in Duitsland het nazisme een Nieuwe Orde voor. Naar de stemmen van diegenen die wilden waarschuwen voor zowel het ene als het andere gevaar, wilde niemand luisteren.
In het tweede artikel in deze reeks leggen we het jaar 1929 onder de loep en zien we hoe het drama zich onafwendbaar voltrekt.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.