...

Quo vadis?

20 juni 2004, 23:35 | US Markets Redactie | leestijd: 5 minuten | moeilijkheid: 7 / 12 | (0)

We maken op de markten een aarzelende periode mee. Er is vrees voor inflatie en stijgende rente. Er zijn positieve indicatoren, maar ook negatieve. Wie zullen het komende half jaar het verloop van Wall street en de andere beurzen domineren, de beren of
de stieren? Waarheen gaan we?


Quo vadis?
De titel van het befaamde boek van de Poolse schrijver
Henryk Sienkiewicz lijkt ons toepasselijk op Wall
Street en bij uitbreiding op de beurzen wereldwijd.
Inderdaad, het is altijd moeilijk te weten welke richting
de aandelenkoersen zullen inslaan. Vandaag wordt die
klus er niet gemakkelijker op.
Want wat blijkt? Sinds geruime tijd zien we bij indices
zoals S&P 500 een patroon bestaande uit dalingen,
gevolgd door overeind krabbelen in de vorm van mini-
rally's. Op zichzelf is dit geen spectaculair nieuws.
Wat ons wel zorgen baart, zijn de geringe volumes die
opgetekend worden.
Bovenop komt de vaststelling dat
meer dan een maand aan een stuk de Chicago Board
of Options Exchange (CBOE) laat weten dat het volume
van de put-opties groter is dan dat van de call-opties,
m.a. w. de beren overtreffen de stieren op dat vlak.
Een ander veeg teken komt van de zijde van de
topmanagers zelf, die meer eigen aandelen verkopen
dan bijkopen. Zie onze column 'de inside-dreiging'
hierover. Hebben die managers gelijk?
Hebben de
kleine investeerders gelijk, wanneer uit een enquête
blijkt dat twee weken geleden 64% van hen een sterke
daling van de koersen verwachtte, terwijl een week
voordien dat nog 53% was?
Hebben buitenlandse
investeerders gelijk wanneer ze volgens Standard &
Poor's hun beleggingen in de VS verminderen?
Moeten we ons hierover druk maken? Alles is relatief,
't is maar hoe je 't bekijkt. Want dikwijls gebeurt in de
werkelijkheid het omgekeerde van wat voorspeld werd.
Dus is het huidige berensentiment mischien vals en
staat ons een rally te wachten, al was het maar zo een
van die 'interludium-rally's', typisch voor een beren
klimaat. Wie weet het?
Laat ons, op dit punt gekomen, even enkele feiten
bekijken. Onderstaande tabel vat enkele belangrijke
indices en economische cijfers voor de VS samen.
Het positieve nieuws komt van de index van
kleinhandelsprijzen (consumer price index), de
bouwsector (housing starts and building permits),
leveringsprijzen van fabrikanten (producer price index),
detailverkoop (retail sales) en de aanvragen voor
werkloosheidsuitkering (unemployment-initial claims).
Negatieve geluiden laten horen: de index van het
verbruikerssentiment (consumer sentiment index) en
het totale aantal ingeschreven werklozen
(unemployment-insured).
Dus meer gunstige dan ongunstige feiten. Dat
ondersteunt de bewerigen van marketingstrategen en
economisten wereldwijd die stellen dat fundamenteel
de economie het goed doet.
Wat deze visie ook beaamt is de zg. Wendover Global
Insight IT Spending Index (aankopen in de
informaticasector) . Hieronder ziet u in een diagram
hoe deze index is geëvolueerd sinds het fatale jaar
2000. De figuur spreekt voor zichzelf. Na het absolute
dieptepunt in het tweede kwartaal van vorig jaar is er
een gestage klim. Dat is goed nieuws voor de
technologie en als die het goed doet, zullen andere
sectoren volgen. Want de technologie is zowat de
vinger aan de pols van de economie geworden.
Nu we toch over beduidende indices hebben, laat ons
dan even kijken naar de Market Volatility Index, onder
vrienden de VIX genoemd.
Zoals Guy Boscart al enkele
malen heeft toegelicht, is het bijzondere aan de VIX dat
hij een omgekeerd verloop heeft tegenover bij voorbeeld
de grafiek van een aandelenkoers of een index zoals
Nasdaq 100, S&P 500, AEX of noem maar op.
VIX is
'contrair', als hij daalt is dat een goed teken en
omgekeerd. Hieronder ziet u de VIX over een langere
periode, van 1999 tot nu.
Wel, vanaf zowat het tweede
kwartaal 2003 is de trend van de VIX dalend. Hoera?
We leggen de loep op de VIX en tonen het verloop van
het afgelopen jaar.
Hier blijkt hoe aarzelend de dalende trend is, met
vallen en opstaan, met veel vvallen en opstaan. Maar
toch gaat het in de goede richting.
Wat stuurt nu al deze ups? Of nog een meer
gewichtige vraag: wat zit er achter de downs?
De dag
van vandaag moeten we achter de downs twee grote
factoren zoeken: inflatievrees en rentevrees. Vrees,
hier is de psy-factor weer. Want als er deflatie dreigt
of als de rente naar beneden wordt geschroefd, is er
ook vrees.
Het is dus nooit goed. Maar angsthazen hebben het
nooit bij rechte eind. Laten we het positieve zien
achter wat inflatie en wat stijging van de rente.
Stijgende inflatie duidt op toenemende economisch
activiteit, er is meer geld in omloop gebracht, de prijzen
stijgen, maar het geld rolt. Erger zou zijn deflatie.
Dan zijn fabrikanten en leveranciers gedwongen hun
prijzen te verlagen om toch maar hun waren over de
toonbank te krijgen. Dat is erg.
En als de Federal
Reserve de rente verhoogt, betekent dit, dat hun grote
baas Alan Greenspan voldoende argumenten heeft
om te geloven in een economisch herstel. En hetgeen
we hierboven aanhaalden bevestigt dit.
We wachten af wat er gebeurt na 30 juni, want dan
weten we met hoeveel basispunten de rente stijgt. Tot
die datum hebben de beren het nog voor het zeggen.
Of de stieren het na 30 juni 2004 zullen overnemen?
Laat ons het hopen. Tot dan blijft de belegger worstelen
met de vraag 'waarheen ga je?' of om het op zijn
Romeins te zeggen 'quo vadis?'.
Jan Van Besauw
Columnist voor US Markets

Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.