...

QE is goed maar niet voldoende

22 oktober 2012, 21:04 | US Markets Redactie | leestijd: 6 minuten | moeilijkheid: 9 / 12 | (0)

Kwan­ti­tatieve ver­ruim­ing (QE) is niet het print­en van geld. Wél ver­min­dert QE de druk voor over­he­den om geld uit de markt te trekken, en bli­jft er in the­o­rie dus meer geld over om werke­lijke activiteit­en te financieren. Maar dat moet dan natu­urlijk wél gebeuren.


Kwan­ti­tatieve ver­ruim­ing (QE) is niet het print­en van geld. Gelukkig maar, want we weten van de Weimar­repub­liek en Zim­bab­we dat dat soort prak­tijken onmid­del­lijk gaat wegen op de koop­kracht van geld. In hoofdza­ak is QE het ver­snip­peren van schulden. Veel van die schuld bestaat uit rentev­er­plichtin­gen (die per defin­i­tie expo­nen­tieel sti­j­gen), ter­wi­jl het bedrag aan geld dat overeenkomt met het totaal aan rentev­er­plichtin­gen nooit in omloop werd gebracht. Ik heb daarover op deze plaats meerdere columns geschreven voor USMar­kets, en wie een beknopte samen­vat­ting van die ideeën wil lezen kan ook te rade gaan bij het weten­schap­pelijk artikel dat ik hier bene­den noem (Kam­p­en, 2012). Kort samengevat wor­den er bij QE aansprak­en ver­snip­perd op geld dat nooit heeft bestaan. En dat werkt in begin­sel defla­toir noch infla­toir. Wél wordt de druk ver­min­derd van over­he­den om dat fic­tieve geld uit de markt te trekken, en bli­jft er in the­o­rie dus meer geld over om werke­lijke activiteit­en te financieren. Maar dat moet dan natu­urlijk wél gebeuren.

Daarmee wil ik dit zeggen. QE is goed om de druk op over­he­den die wor­den veroorza­akt door het aflossen van lenin­gen te ver­licht­en. Een lage rente­s­tand kan helpen om het bedri­jf­sleven liq­uiditeit te ver­schaf­fen om nieuwe pro­duc­tiecy­cli te starten. Maar deze maa­trege­len op zichzelf vol­staan niet om de economie aan te trekken. Meer geld zorgt niet voor meer pro­duc­tiviteit, ze is een noodza­ke­lijke doch onvol­doende voor­waarde. Hoe moet het dan wel? Dat is een vraag die eigen­lijk alleen u kunt beant­wo­or­den. Want u moet komen met nieuwe en frisse plan­nen waar huidi­ge en toekom­stige gen­er­aties hun schoud­ers onder willen zetten. Het helpt daar­bij om te aan­vaar­den dat de huidi­ge cul­tu­ur (auto-iPhone-tablet-ski­vakantie) is ver­sleten. Deftig gezegd zijn we aan het einde van een Kon­drati­eff cyclus.

In 1913 schreef de Ned­er­lan­der J. Van Gelderen onder het pseu­do­nym J. Fed­der een serie artike­len voor het tijd­schrift De Nieuwe Tijd, met de titel Springvloed — Beschouwin­gen over indus­triële ontwik­kel­ing en pri­js­be­weg­ing”. Van Gelderen was tot de con­clusie gekomen dat de economie een lan­glopende golf­be­weg­ing ver­toonde, waarin peri­odes van neer­gaande mark­ten wer­den gevol­gd door peri­odes van opgaande mark­ten. Als recht­geaarde Ned­er­lan­der herk­ende hij in de cyclis­che beweg­ing van de economie de eb en de vloed. Der­tien­hon­derd kilo­me­ter naar het oost­en, en der­tien jaar na Van Gelderen’s pub­li­catie, ver­wierf de Rus­sis­che econoom Kon­dratji­eff belang­stelling door een artikel over de lange gol­ven in de economie, getiteld Die lan­gen Wellen der Kon­junk­tur. De lokale geografie indachtig wordt aan hem toegeschreven dat de economis­che con­junc­tu­ur een opeen­vol­ging van stem­min­gen of seizoe­nen kent, bek­end als de economis­che win­ter, lente, zomer en herf­st.

Zow­el over het aan­tal (5? 10?) als over de oorza­ak van de lange gol­ven in de economie doen ver­schil­lende the­o­rieën de ronde (Gold­stein, 1985). Kon­drati­eff zelf geloofde dat lange gol­ven ontstaan door mas­sale over­in­vester­ing in nieuwe infra­struc­tu­ur (denk aan kanalen, spoor­we­gen, machines, en tegen­wo­ordig tele­com), gevol­gd door ont­waard­ing van dergelijk kap­i­taal in de loop van de tijd, waar­na dan nieuwe invester­ingskansen zouden ontstaan. De Oost­en­rijkse econoom J. A. Schum­peter stelt dat inno­vatie ver­ant­wo­ordelijk is voor de krachtige opgaande beweg­ing (boom), ter­wi­jl de neer­gang wordt veroorza­akt door de liq­ui­datie van oude indus­trieën (bust). Leon Trot­s­ki meende dat de kap­i­tal­is­tis­che cri­sis het gevolg is van de neer­gang van de win­st­marge op con­sump­tie­goed­eren.

De Yale emir­i­tus-pro­fes­sor Joshua S. Gold­stein con­cludeerde dat tot de Eerste en Tweede Werel­door­log, de lange economis­che gol­ven pre­cies samen­vie­len met de opeen­vol­ging van grote oor­logen (zoals de Der­tig­jarige Oor­log 1625, Kri­moor­log 1853, Frans-Duitse oor­log 1870, enz.). Na WOII is het ver­band tussen economis­che cycli en oor­logen min­der duidelijk. Over oor­logen zelf merkt Gold­stein nog op dat het aan­tal jaren van vrede tussen twee grote oor­logen in steeds langer wordt, de oor­logen gemid­deld steeds min­der lang duren, en dat naar­mate een oor­log recen­ter heeft plaats­gevon­den er steeds meer doden in een oor­log vallen. In het tijd­perk van kern­wapens is dit een bericht waar een mens niet vrolijk van wordt.

En er is nog veel meer aan de hand waar een mens even­min vrolijk van wordt. Er is de kli­maatveran­der­ing die de recht­streekse oorza­ak is van een serie van mis­oog­sten onder­meer in de VS. De graan­voor­raden, zo liet de Verenigde Naties onlangs weten, hebben het his­torisch lage peil bereikt van 1974 (zie bv. dit bericht). De wereld­bevolk­ing is sedert­di­en toegenomen van 4 tot 7 mil­jard, en het ligt voor de hand dat Thomas Malthus hierover het één en ander zou hebben opge­merkt. Maar auteurs van recen­tere datum kun­nen we ook aan­halen. Bijvoor­beeld Gra­ham Turn­er, die in 2008 his­torische tij­dreek­sen van de afgelopen decen­nia vergeleek met de voor­spellin­gen van de Club van Rome uit 1972. Hij stelt vast dat uit de analyse blijkt dat de laat­ste 30 jaar van his­torische gegevens als twee drup­pels water lijkt op het zgn. busi­ness-as-usu­al” sce­nario, die in het gun­stig­ste geval lei­dt tot de ineen­stort­ing van het mon­di­ale sys­teem halver­wege de 21ste eeuw. Let wel: in het gun­stig­ste geval.

Er zijn dus legio prob­le­men om aan te pakken. Maar wie voelt zich geroepen? De poli­tiek alvast niet.

Bron­nen

Gold­stein, J. S. (1985). Kon­drati­eff waves as war cycles, Inter­na­tion­al Stud­ies Quar­ter­ly 29: 411 – 444. Turn­er, G. (2008). A Com­par­i­son of the Lim­its to Growth with Thir­ty Years of Real­i­ty. CSIRO Sus­tain­able Ecosys­tems in its series Socio-Eco­nom­ics and the Envi­ron­ment in Dis­cus­sion (SEED) Work­ing Paper Series. Zie http://​www​.csiro​.au/​f​i​l​e​s​/​f​i​l​e​s​/​p​l​j​e.pdf. *** Wie meer wil lezen over schuld in het mod­erne mon­e­tair sys­teem nodig ik uit het vol­gende artikel eens door te lezen:

Kam­p­en, J. K. (2012). Cir­cuit the­o­ry and inter­est: A sim­ple method for the allo­ca­tion of debt, Eco­nom­ic & Envi­ron­men­tal Stud­ies 21(1): 9 – 21. Dit is hier vrij toe­ganke­lijk. U kunt natu­urlijk ook zelf­s­tandig een google-search doen op cir­cuit the­o­ry”.

Jarl Kam­p­en


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.