Gelet op het rustig voortkabbelende beursverloop, de nagenoeg bewegingloze volatiliteitsindex (VIX), de extreem lage rente, de opnieuw aantrekkende huizenmarkt in de V.S. en de relatief stabiele edelmetaalprijs zou je zweren dat er op het eerste gezicht maar weinig aan de hand is.
In elk geval leidt het stimuleringsbeleid vooralsnog niet tot een toenemend wantrouwen in n’importe welke markt dan ook. Derhalve zie je dat de monetaire beleidsmakers in de gehele wereld onder leiding van de V.S. een steeds gretiger gebruik van de geldpers maken. Dit onder het credo ‘plus ca change, plus c’est la même chose’ (wat er ook verandert, het blijft hetzelfde). Dit werd onlangs zelfs met zoveel woorden beaamd door ‘good old’ Fed voorzitter Alan Greenspan op CNBC. Met dien verstande dat alle stimuleringen ten spijt er maar weinig vorderingen waren gemaakt.
De vraag “hoe lang nog voordat het schip op de klip loopt”, brandt me telkens weer op de lippen. Ik heb het dan niet over de in de V.S. gefabriceerde ‘fiscal cliff (zie ook column)
Boeiend is dat je met zoveel thin air stimulus zou mogen verwachten dat de aandelenmarkten veel sterker zouden stijgen, de dollar en de euro verder zouden terugvallen, het edelmetaal en de grondstoffenmarkten verder zouden stijgen en de economie verder zou aantrekken. Maar dat zie je juist allemaal niet gebeuren. Met andere woorden, de belegger kan zich nog slechts op onbetrouwbare marktsignalen verlaten.
China:
Mijns inziens heeft China de sleutel tot het antwoord in handen en de Chinese beleidsmakers zullen deze in het slot steken op het moment dat er voldoende goud in “de onderaardse gewelven” in Beijing ligt opgeslagen en tevens wanneer er sprake is van een zodanig belang in de wereldwijde grondstoffenvoorkomens dat daarmee het restant van de dollarreserve qua koopkracht ruimschoots kan worden gecompenseerd. Voor de Chinezen zal dan het moment zijn aangebroken waarop de yuan of renminbi de rol van de dollar als reservevaluta kan en zal overnemen. Met diverse landen waaronder Rusland, Australië, Iran, Brazilië en zelfs Japan bestaan er al swaparrangementen in de yuan. Voor de westerse wereld zal dit het einde van een tijdperk betekenen gekenmerkt door grote welvaart met slechts inflatie en armoede in de slipstream. Al eerder had ik de vergelijking doorgetrokken met de ondergang van de grote Rijken als het Perzische, Romeinse en het Byzantijnse Rijk. Ook toen was er sprake van het “primitief” opblazen van de geldhoeveelheid die van goud naar zilver naar brons en in Rome uiteindelijk naar zout (salaris voor de huurlingen) leidde met sociale implosie en chaos tot gevolg.
Tevergeefs zullen de ‘out of ammo’ (opblaas) pogingen zijn om het schuldproces in de westerse wereld beheersbaar te krijgen. Al eerder heeft u in deze column kunnen lezen dat de gezamenlijke mondiaal uitstaande schuld intussen al bijna vijf maal groter is dan het mondiale bruto product. Dat is nooit meer via economische groei terug te draaien. Zo lang echter iedereen blijft accepteren dat we desondanks twee maal zoveel uitgeven dan we verdienen is er toch “niks” aan de hand? Alleen dien je dat thuis maar beter uit je hoofd te laten, want voordat je het weet sta je dan op straat.
Met alle gerezen vraagtekens rond de Chinese economische groei is het beter te letten op de industriële productie en wat er omgaat in de edelmetaal- en grondstoffenmarkten (zie hiervoor mijn volgende column). Hier ligt de crux van de Chinese opstanding, gemarkeerd door de afbouw van de dollarreserve alsmede de spectaculaire ontwikkelingen op militair- en ruimtevaartterrein tot en met de bouw van een eigen ruimtevaartstation. Het een staat bijna vanzelfsprekend niet los van het ander.
Voorts blijkt China in termen van de industriële productie de V.S. vorig jaar al voor het eerst gepasseerd te hebben. In 2010 lag China’s productie met $2.373 miljard tegen $2.365 miljard in de V.S. op nagenoeg gelijke hoogte. In 2011 steeg China’s totale productie inclusief grondstoffen en de utiliteitssector evenwel met maar liefst 23%, terwijl die in de V.S. niet verder kwam dan 2,8% . Afgaande op de cijfers van de V.N. lijkt daarmee een duidelijke aanzet te zijn gegeven tot China’s toekomstige dominante rol in de wereldeconomie. Let wel, de industriële productie staat niet gelijk met het BNP dat thans op ca. tweederde van de V.S. ligt.
Naar verwachting zal deze inhaalslag nog tot 2020 aanlopen. Die mijlpaal zou dan binnen 30 jaar na de révolte op het plein van de Hemelse Vrede in Beijing zijn bereikt, een ongeëvenaarde wereldprestatie!
Recent meldde Associated Press bovendien dat China intussen overduidelijk de V.S. als handelspartner heeft gepasseerd. Was de V.S. in 2006 met 127 handelsnaties versus China met slechts 70 naties nog duidelijk de leidende partij, nu staat de score voor China op 124 versus de V.S. op niet meer dan 76 landen. Dat is een draai van bijna 100% in 5 jaar!
Deze uitkomsten zijn niet verrassend gezien China’s ijzersterke groei- en vermogenspositie, waartegen die van de V.S., Europa en Japan met biljoenen schuld uiterst schril afsteken.
Beleggers dienen zich geen zand in de ogen te laten strooien maar hun focus op Azië te blijven richten. Dat hoeft niet eens rechtstreeks te zijn maar wel met de nadruk op edelmetaal en grondstoffen (in mijn volgende column kom ik hierop opnieuw terug). Dat is voor ons westerse stervelingen de enige weg naar een beter “uiteinde”!
Robert Broncel
Voor US Markets
16 december 2012
PS. Onderstaand treft u het “veelzeggende” antwoord van woordvoerder Marko Vellenga van DNB op mijn column “Nieuwe Aanklacht” van 21 nov. j.l. gericht aan president Klaas Knot; let daarbij op de aanhef en de eerste zin. Mevrouw Karemaker dient als “zeef” aan wie je de post moet richten. Het lijkt nu of meneer Knot de column nooit heeft gezien.
Beste meneer Broncel,
Graag reageer ik op uw bericht aan mevrouw Karemaker. Ik kan u laten weten dat wij kennis hebben genomen van uw column. Volledigheidshalve wil ik daaraan toevoegen dat het maatschappelijke belang van de taken van de Nederlandsche Bank de verantwoordelijkheid met zich meebrengt om goed uit te leggen wat DNB doet en waarom. Dat doet DNB dan ook graag en op regelmatige basis, door middel van DNBulletins, jaarverslagen, persberichten, interviews, speeches, etc. Zie hiertoe onze website www.dnb.nl. Toch zijn er grenzen aan op welke wijze DNB specifieke informatie naar buiten brengt. Zeker met het oog op het groot aantal verzoeken die DNB en de heer Knot in het bijzonder regelmatig ontvangt, is het niet mogelijk inhoudelijk op uw column te reageren.
Ik hoop u dat u hier begrip voor heeft.
Met vriendelijke groet,
Remko Vellenga
De Nederlandsche Bank N.V.
Remko Vellenga — Woordvoerder / Press Officer