In het tweede artikel in deze reeks van drie behandelen we de economische en de ecologische aspecten van het winnen van ruwe olie uit oliezand … Zet u schrap voor duizelingwekkende cijfers en superlatieven … Voor ons leefmilieu ziet het er momenteel niet zo leuk uit … Lees deel 2 van deze reeks over het winnen van olie uit zand …
Oliewinning met de strandschep, deel 2
Zwoegende giganten
Hierboven ziet u een typische oliezandmijn. Want deze manier van oliewinning wordt beschouwd als mijnbouw. Een producent ontsnapt daardoor aan de verplichting om de enorme reserves aan te geven als oliereserves. Op die manier kan een olieproducent volledig legaal een bepaald deel van de olie die uit zand gewonnen wordt, ‘vergeten’ in zijn boeken.
Terug naar de foto hierboven. Wat u ziet is een gebied van ettelijke km² dat tot op ongeveer 80 meter diepte afgegraven is tot de gegeerde oliehoudende zandlaag. Doorheen deze enorme put zijn wegen aangelegd waarover de graaf- en transportmachines, zich traag maar zeker voortbewegen. Van deze tuigen, dat zijn die onooglijke rode vlekjes op de foto, zijn er per oliezandmijn ca 40 stuks in gebruik. Ze wegen elk ongeveer 400 ton, werken de klok rond en verslinden daarbij een slordige 4.000 liter diesel (per machine!). Het bewerken van het zand, zoals we in deel 1 van deze reeks beschreven, gebeurt in de blauwe installaties her en der in het mijngebied.
Twee keer de Benelux…
In de Canadese provincie Alberta, waar het meeste oliezand te vinden is, komt een lapje grond van 141.000 km² in aanmerking voor exploitatie. Dat is bijna 1⁄5 van de oppervlakte van deze provincie (661.190 km²) tweemaal de oppervlakte van de Benelux…
De waarde van deze grond stijgt vanzelfsprekend van jaar tot jaar in waarde. In 1998 kon je 1 hectare oliezandgrond kopen voor 85 USD. In 2002 was dat al 148 dollar, in 2004 moest je al 279 dollar neertellen en vorig jaar gingen 355.308 hectare over de toonbak aan 1.219 dollar per hectare.
De maximale productiecapaciteit is 883.000 vaten (van 159 liter) per dag. Rekening houdend met het feit dat je 2 ton zand moet verwerken voor 1 vat ruwe olie, betekent dat om en rond 1,8 miljoen ton zand per dag!
De meeste bronnen geven als voorraad oliezand in Canada voldoende voor 175 miljard vaten ruwe olie, maar soms lees je ook 300 miljard. Hoe dan ook, de olievoorraad die op deze wijze in de natuur opgeslagen ligt, zou Canada toelaten gedurende minstens 200 jaar olie te leveren aan het huidige niveau.
Nu begrijpen we, waarom Canada niet zo happig is om mee te doen met het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen…
Onvoorstelbare verwoesting van de natuur
De exploitatie van oliezand heeft een onmiddellijke weerslag op het ecosysteem, zowel dat van de Canadese provincie Alberta als dat van de ganse planeet. In Alberta verwoesten de gigantische machines al het woud, de veengebieden, de rivieren, kortom het gehele natuurlijke landschap gaat eraan. De aanwezige dieren gaan dood of vluchten weg als ze geluk hebben.
De mijnindustrie beweert dat ze na uitputting van de zandlaag de oorspronkelijke toestand zullen herstellen en dat ze daarom het afgegraven materiaal opslaan. Wie gelooft dit? Hoe kan je een berg aarde en rotsen met een dikte van gemiddeld 60 meter en zo groot als tweemaal de Benelux ergens opslaan, samen met uitgerukte bomen, struiken, turflagen, mossen, kreupelhout en zo meer? En waar blijf je met miljoenen spinnen, wormen, kevers, vlinders en alle mogelijke kleine fauna? En zwemdokken vol vis? En de vogels? En de zoogdieren?
Een andere bewering van de industrie is, dat het ecosysteem zichzelf herstelt zodra de activiteiten stoppen. De realiteit is anders. De eerste oliezandmijn in Alberta is meer dan 30 jaar oud en er is geen teken van leven meer, zelfs niet op de plekken die al tientallen jaren ongemoeid zijn gelaten.
Daarbij komt nog, dat voor elk vat ruwe olie dat uit zand gewonnen is, er ca 80 kilo broeikasgassen in de atmosfeer terechtkomen en dat meer dan 600 liter afvalwater gedumpt wordt. Dat water is sterk bevuild met olie en andere schadelijke stoffen. Door deze factoren, gassen en afvalwater, heeft de activiteit in Canada een negatieve impact op het planetaire ecosysteem.
Nochtans heeft Canada het Kyoto-protocol geratificeerd. Dat houdt de belofte in, tegen 2012 de emissie van broeikasgassen met 6% te verminderen ten opzichte van het jaar 1990. Wat stellen we vast? Dat in 2002 de uitstoot van broeikasgassen in Canada is toegenomen met 24% t.o.v. 1990…
Dat is de keerzijde van de oliezandmedaille. Als Canada echt tegen 2010 olieleverancier nummer 1 van de wereld wil zijn, zullen maatregelen moeten worden genomen om het milieu te beschermen. Dat klinkt mooi, maar we vragen ons werkelijk af hoe je de geciteerde verwoestingen kunt vermijden.
En dit laatste punt is wellicht dé uitdaging voor alle firma’s die betrokken zijn bij de exploitatie van oliezand. Hierbij gaat het niet alleen om de groten zoals Shell, maar ook verschillende kleinere bedrijven. Wie in het opzet slaagt om op een ecologisch verantwoorde en economisch rendabele manier olie te winnen uit zand, zal zijn aandeelhouders blij maken. En zo komen we bij het thema van deel 3 in deze reeks: de beurskansen.
Jan Van Besauw
Columnist voor US Markets