...

Olie: wonderbaarlijke vermenigvuldiging

13 augustus 2008, 19:43 | US Markets Redactie | leestijd: 8 minuten | moeilijkheid: 7 / 12 | (0)

In de Oud­heid was er iemand die bro­den en vis­sen kon ver­menigvuldigen. Blijk­baar is deze truc overgenomen door heden­daagse oliepro­du­cen­ten. Eerst zullen we zien waar en hoeveel olie ver­bruikt en waar en hoeveel er gepro­duceerd wordt. Dan zullen we het hebben over de merk­waardi­ge cijfers van de voor­raden…

Olie: won­der­baar­lijke vermenigvuldiging

In het artikel Pri­maire energie: feit­en en cijfers, het eerste in deze reeks bekeken we de vijf belan­grijk­ste bron­nen van energie, nl. aar­dolie, aardgas, steenkool, kernen­ergie en waterkracht. , waar­van aar­dolie qua ver­bruik de voor­naam­ste is met 36% van het totale ver­bruik in 2007.

Van­daag gaan we ons focussen op aar­dolie en daar­bij o.m. vast­stellen, dat de reserves een neig­ing ver­to­nen te groeien naar­mate de tijd vordert. 

Eerst en vooral hebben we het over de evo­lu­tie van het ver­bruik en tevens die van de prijs.



In 10 jaar tijd is het olie­ver­bruik wereld­wi­jd met 15% aange­groeid. Deze sti­jging is relatief beschei­den en staat in schril con­trast met de toe­name van de pri­js, die in (omgerek­ende) dol­lars van 1997 tot de (voor­lop­ige?) piek op 14 juli 2008 een meer dan kloeke 835% bedroeg. Van­daag bedraagt dit ver­schil t.o.v. 1997 toch nog alti­jd + 621%. 

Het leeuwen­deel van de mon­di­ale sti­jging van het olie­ver­bruik is voor reken­ing van het Mid­den-Oost­en (+39%) maar ook Afri­ka (+27%) en Azië / Oceanië (+26%) lat­en zich niet onbe­tu­igd. Zuid- en Cen­traal-Ameri­ka eve­nals Noord-Ameri­ka vor­men een mid­den­moot met resp. plus 14 en 12% en dan hebben we Europa, waar de EU in 10 jaar tijd 2% meer olie heeft ver­bruikt en het gehele Europese con­ti­nent slechts +1,4% laat optekenen. 

Als we kijken naar het indi­vidu­ele olie­ver­bruik, uitge­drukt in vat­en per dag, van de beschouwde regio’s dan kri­j­gen we een heel ander beeld. Van de meer dan 85 miljoen vat­en olie die iedere dag nodig zijn om de werelde­conomie draaiende te houden, gaan er meer dan 25 miljoen naar Azië en Oceanië. 


Wan­neer we kijken naar de 10 groot­ste lan­den ter wereld, dan zien we dat Chi­na Olymp­isch kam­pi­oen is qua sti­j­gend olie­ver­bruik: +88% in 10 jaar. Het zil­ver gaat miss­chien ver­rassend naar Bangladesh (+52%) en het brons naar India (+49%).

Als we, enigszins ide­al­is­tisch, de EU als één land beschouwen, dan is de toe­name met 2% te cat­a­logeren als miniem. Twee van de 10 groot­ste lan­den ter wereld zijn er zelfs in ges­laagd, min­der olie te ver­bruiken: Rus­land met een dal­ing van 2,5% en Japan zelfs met 13,6% min­der olieverbruik. 

Als je iets wilt ver­bruiken, moet je het eerst pro­duc­eren. Van 1997 tot 2007 is de wereld­wi­jde oliepro­duc­tie geste­gen van 3.480 naar 3.906 miljoen ton, dat is een sti­jging met iets meer dan 12%. Nochtans was 2007 geen piek­jaar, want in 2006 werd 3.914 miljoen ton opge­pompt (+12,5% ver­sus 1997). In 2007 is de pro­duc­tie teruggelopen met 8 miljoen ton. Lijkt relatief niet zo heel veel, maar het is toch een teken aan de wand. 

Vooral Afri­ka en ook Europa (niet de EU-lan­den) hebben hun oliepro­duc­tie sterk zien sti­j­gen in 10 jaar tijd en steken daarmee pro­centueel het Mid­den-Oost­en voor­bij. In absolute cijfers is dit de sit­u­atie eind 2007:

Het Mid­den-Oost­en is nog alti­jd numeriek de groot­ste pro­du­cent, maar Europa zit in een ste­vige tweede posi­tie. Het zijn vooral Rus­land en Noor­we­gen met resp. 57 en 14% van de Europses pro­duc­tie die belan­grijk zijn. Noord-Ameri­ka behoudt zijn derde plaats. Hier­bij wordt geen reken­ing gehouden met het Canadese oliezand, waar­van de voor­raad op iets meer dan 152 mil­jard vat­en of bij­na 25 mil­jard ton wordt ger­aamd. Als, en we leggen de nadruk op als, men erin zou sla­gen oliezand op een tech­nisch en economisch haal­bare manier te ont­gin­nen dan zou die voor­raad vol­staan voor the­o­retisch een kleine 5 jaar aan het huidi­ge ver­bruik­stem­po van 85 miljoen vat­en per dag. 

Afri­ka is ook sterk komen opzetten met vooral de olie uit Nige­ria, Libië en Egypte. Bij­na de helft van de olie uit Azië en Oceanië komt van Chi­na, maar ook Indone­sië, India en Maleisië zien hun pro­duc­tie nog alti­jd sti­j­gen. In Cen­traal en Zuid-Ameri­ka is Venezuela de kop­trekker, gevol­gd door Brazil­ië met resp. 40 en 27% van de pro­duc­tie. De EU heeft zo goed als geen stem in het kapit­tel en als de dal­ende trend doorzet, is er over nog­maals 10 jaar wellicht geen sprake meer van olie uit dit gebied.

Nu komen we bij de oliere­serves. Al naar gelang de bron kun­nen deze cijfers meer dan een beet­je uiteen­lopen. Kijk maar: 

- vol­gens World Fact­book was in sep­tem­ber 2007 de mon­di­ale voor­raad 1.371,742 mil­jard vaten. 

- vol­gens de Ener­gy Infor­ma­tion Admin­is­tra­tion (EIA) met als spreek­buis Oil & Gas Jour­nal waren er op 14 jan­u­ari 2008 nog 1.331,698 mil­jard vat­en voor­ra­dig. Als we uit­gaan van het huidi­ge tem­po van ver­bruik van ca 85 miljoen vat­en per dag, dan waren er tussen 1 sep­tem­ber 2007 en 14 jan­u­ari 2008 11,475 mil­jard vat­en min­der. Maar het ver­schil tussen de voor­raad vol­gens World Fact­book en vol­gens EIA is meer dan 40 mil­jard vaten…

 — en BP’s Sta­tis­ti­cal Review of World Ener­gy beweert dat in juni 2008 de voor­raad nog maar 1.237,9 mil­jard vat­en bedroeg ofwel 168,6 mil­jard ton. Dat ste­my ook niet overeen met het alge­meen geac­cepteerde con­sump­ti­etem­pi van 85 miljoen vat­en per dag, reken maar na.



We gaan verder met de cijfers van BP, de meest beschei­den en daarom miss­chien ook de meest betrouw­bare. Als we kijken naar de bewezen’ olievoor­raden per regio dan merken we bij de belan­grijk­ste pro­du­cen­ten een­zelfde fenomeen: naar­mate de tijd vordert is er meer olie beschik­baar. Op het totaal geeft dit als merk­waardig beeld, dat in 2007 de mon­di­ale olievoor­raden met 36% zouden aange­groeid zijn. En dat met een ver­bruik dat in 2007 opgelopen is tot meer dan 85 miljoen vat­en (11,6 miljoen ton) per dag. 

Nu kun­nen we aan­nemen, dat de opsporingsmeth­od­es al langer hoe beter wor­den, zodat olievelden die enkele jaren gele­den nog niet te vin­den waren, nu (figu­urlijk) aan het licht komen. En ook werd in vele lan­den de aan­dacht voor olie de laat­ste jaren veel groter. 


De cijfers van boven­staande tabel (in casu gaande over het Mid­den-Oost­en), zijn terug te vin­den bij ver­schil­lende bron­nen zoals het artikel van Col­in Camp­bell in Sun­World van 
22 decem­ber 2003. Hieruit blijkt duidelijk, dat cijfers van voor­raden nog al eens gema­nip­uleerd wor­den. Ook in ons artikel Aladdins lamp flikkert had­den we het o.a. over de onverk­laar­bare toe­name van de olievoor­raden in deze regio. Dit voor­beeld sterkt ons in de over­tuig­ing, dat we zeer omzichtig moeten omgaan met dergelijke cijfers.

Een won­der­baar­lijke ver­menigvuldig­ing van de olievat­en’ zoals ver­meld in onze tabel van de bewezen reserves lijkt ons over­dreven en waarschi­jn­lijk niet in overeen­stem­ming met de werkelijkheid. 

Verder weten we, dat het ont­gin­nen van aar­dolie er niet gemakke­lijk­er op wordt. In Saoe­di-Ara­bië moet op vele plaat­sen zee­wa­ter naar bene­den wor­den gepompt om de olie (met wis­se­lend suc­ces) naar boven te stuwen. In de Golf van Mex­i­co zijn het gigan­tis­che hoeveel­he­den stik­stof­gas die de nodi­ge opwaartse druk moeten lev­eren en voor de Brazil­i­aanse kust moet gebo­ord wor­den in de oceaan­bo­dem op een diepte van 3 à 4 kilo­me­ter onder de zeespiegel. Beschikken over heel veel voor­raad is één, het zwarte goud naar boven halen is twee. Om van de kost­pri­js nog maar te zwijgen. 

In een vol­gend artikel gaan we het hebben over een ver­want van aar­dolie, namelijk aardgas.


Jan Van Besauw 
Pub­li­cist voor US Markets

Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en artikels over uiteen­lopende onderwerpen.


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.